you deserve it! (tips??)

hallo,
ik ben bezig met een verhaal over een Megan, een vrouw die mensen vermoord.
ze heeft een moeilijk jeugd achter de rug. Haar zusje Dewi was autistisch en haar ouders accepteerde dat niet. Ze was gewoon een dom kind vonden ze. Als ze iets deed wat voor Dewi heel normaal was, maar niet voor haar ouders kreeg ze klappen. Megan probeerde haar te beschermen, zo kregen de zusjes een hele sterke band. Als Megan 22 is en net naar studie heeft afgerond wordt haar zusje, die 16 is, vermoord voor de ogen van Megan. Haar ouders zijn zogenaamd verdrietig, maar voor megan voelt het alsof haar ouders er blij mee zijn… ze vermoord haar ouders… en er volgen meer mensen die ze vermoord, omdat ze Megan pijn doen, of mensen om wie ze geeft… ook mensen die een link hebben met het verleden zijn soms de klos…

maar nu is dus mijn vraag… lijkt jullie dit wat?
en hebben jullie misschien nog wat ideeën, aangezien ik nog wel eens vast loop… en dan niet meer weet wat ik moet bedenken… dus als jullie nog ideeën hebben, al is het maar een woord of zin dat in je hoofd op komt ben ik jullie heel dankbaar. Want met 1 woord, kan ik heel veel bedenken…

xx

Ja, opzich klinkt het wel leuk. Je moet dan wel echt een goed psychologisch verhaal gaan uitdenken en je kunnen inleven in Megan waarom ze al die mensen vermoord. En als je je interpunctie en spelling even verbeterd vind ik het al een stuk leuker :wink:

oké dankjee xd was ik ook van plan hoor… als ik verhalen schrijf maak ik vrij weinig fouten en let ik er veel meer op dan gister avond… xd

oehh klinkt wel spannend :slightly_smiling_face:

okeej :slightly_smiling_face:

upp??

Ja! Ik ben wel benieuwd

Hoofdstuk 1

Voetstappen klonken door de hal. Het was akelig stil in het grote, oude huis. Water drupte uit de kraan, de gootsteen in. De deurklink ging naar beneden en de deur opende langzaam. Het kraakte.
In de kamer stond een zwarte stoel, het was leeg. Alleen de rode kater miauwde op de vensterbank, naast de mooie rode rozen. Met een klap ging de deur weer dicht. De voetstappen vervolgde hun weg.
De slaapkamerdeur stond op een kier. Een man, met donker haar en een ongeschoren gezicht lag op bed. Hij opende zijn ogen en keek geschrokken in de richting van de deur. Ik zag de angst in zijn ogen, maar lachte slechts. De deur werd gesloten en het was tijd, tijd om te doen waar ik voor kwam. De man kroop onder zijn dekens en verroerde zich niet. De voetstappen kwamen dichterbij het bed en de dekens werden van de man afgetrokken. Hij leek op een zielig eendje.
Het pistool werd gericht en er klonk een knal door het stille huis. Na de daad werd het pistool weer weggestopt en liep ik over de plavuizen vloer richting de deur. Met handschoenen aan schreef ik op een briefje you deserve it. Het briefje dwarrelde op de grond, terwijl mijn voetstappen de stilte verstoorde. De hal door, langzaam. En alsof er niks aan de hand was, de deur weer uit. De deur was rood. Vreselijk, die kleur. Het tuinpad was net schoongeveegd, maar ik maakte het vies. De zwarte Volkswagen stopte bij het pad voor het huis. De deur werd voor mij geopend. ‘Heb je het gedaan?’ werd er gevraagd. Een knik bevestigde het antwoord. De motor van de wagen werd gestart. Zo snel mogelijk verdween de auto uit zicht, weg bij het huis, weg uit de stad.

Na een kwartier stopte de auto. Ik opende het portier en stapte uit. Langzaam werd het huis genaderd. Het was mijn huis. Klein en onbenullig, maar het stond er. Je kon er in wonen, maar het was moeilijk.
Gelijk ging ik door naar boven, de trap op en de eerste kamer in. Veel meer was er niet in dit huis. Joey, mijn man, sliep al. Stil ging ik naast hem liggen. Zijn warme lichaam verwarmde direct de mijne. Er klonk zacht gekreun door de kamer. Daarna heerste stilte.

Aan de ontbijttafel roerde ik lusteloos in mijn bak yoghurt. De klok tikte met elke seconde die voorbijging. En ook de hond liet even horen dat hij er ook nog was. De krant lag open op tafel: Man (36) doodgeschoten in eigen woning. Het maakte me niks uit, dat het nu al publiciteit had. Hij verdiende de dood. Hij was nu dood, eindelijk, na al die jaren, kreeg hij toch zijn straf. Het was kwart voor 8 ;s ochtends. Mijn stoel maakte lawaai toen ik het naar achter schoof. Mijn yoghurt verdween langzaam in de gootsteen, het maakte een slurpend geluid. Het water dat uit de kraan stroomde, spoelde het laatste beetje yoghurt weg. Het bakje verdween in de vaatwasser. Joey was al weg en ik liep naar de bijkeuken. De vloer voelde koud aan op blote voeten. Ik stapte in mijn Birkenstocks, lelijke dingen, maar ze zaten goddelijk. De hond jankte, maar mijn weg vervolgde zich. Mijn klas wachtte op mij.

Achter mijn bureau keek ik hoe de kinderen één voor één het lokaal binnen kwamen. In het lokaal stonden tafels in groepjes van vier of zes. Iedereen had zijn eigen plek. Het blonde meisje, Isa, kwam binnen en groette. Vrolijk als ze was ging ze aan haar tafeltje zitten. De klas vulde zich, ik wist dat deze klas Isa niet waardeerde. Elke klas had een pispaaltje. Maar ik hield van Isa, ik wist niet waarom. Eigenlijk wist ik het wel maar gaf ik het niet toe. Ze leek op haar’‘8230’.
De les begon. ‘Juf Megan’’ werd er steeds geroepen. En ik kwam.
Er werd nagedacht, gerekend. Alle kinderhersens kon je horen kraken. Het was moeilijk. De kraan begon te druppen. Het stopte niet. De geluiden deden met denken aan gisteren.
Mijn kinderen, zo noemde ik de klas, moesten de krant bijhouden. Groep 7, hoorde wat te weten over gebeurtenissen in hun eigen land. We bespraken gebeurtenissen. ‘‘Mijn overbuurman is vermoord,’’ riep een van de kinderen op eens. Ik schrok, het was niet gemaakt, maar ik schrok echt. Even stond het zweet op mijn rug. Misschien had iemand wat gezien. Het kind vertelde wat er aan de hand was. Er werd meegepraat en ik was weer tevreden.

Thuis trof ik Joey aan. Naast hem nam ik plaats. Onze bank was zwart, Joey wou een rode, ik niet. Niks mocht rood zijn en hij wist waarom. Hij wist hoe mijn verleden was, hij wist alleen niet wat mij nu bezig hield. Een arm werd om me heen geslagen. Op de televisie klonken vage geluiden en stemmen. Warme lippen raakte de mijne. Ik zoende hem terug. Er was iets mis. Boven klonk gerommel. Zoë kwam de kamer binnen gelopen, onze dochter van 9. Haar haren zwierde om haar heen terwijl ze drinken voor zichzelf inschonk. Nog steeds was er iets mis, niet met Zoë, maar met iets anders.
Het meisje was weer weg. Ik vroeg me af hoe mijn moeder mij opvoedde, hoe slecht ze dat heeft gedaan. Anders was ik nu toch niet zo? Kennelijk wel.
‘‘Is er wat’’ vroeg ik aan Joey, toen zijn zoen anders was dan normaal, het was twijfelachtig. Alsof hij niet wou, maar niks durfde te zeggen. Op de achtergrond klonk de regen. De televisie ging uit en ik keek Joey vragend aan. Zijn hoofd schudde van nee.

		*

Dewi stond in de keuken, mijn ouders zaten aan tafel en ik keek naar de televisie. Naar een stom programma over drie meiden die de wereld redde van vreemde criminelen. Totally spies of zoiets. De kraan stond open en het water stroomde de gootsteen in. Dewi sloot de kraan weer en lachte. Ze was 7, vier jaar jonger dan ik was op dat moment.’‘Dewi stop daar eens mee!’’ riep mijn vader geïrriteerd. Er klonk een zucht en de kraan ging weer open. Ik lachte zachtjes. De kraan bleef open en dicht gaan en Dewi had de grootste lol. Na een kwartier waren mijn ouders het echt zat. ‘Dewi! Stop hier verdomme mee!’ schreeuwde mijn vader. De stoel schoof naar achter en knalde tegen de kast aan. Een vaas balanceerde op het randje en kletterde op de grond. Het werd genegeerd, ik wist wat er nu zou gebeuren. Ze zouden mijn zusje weer pijn doen, mijn lieve zusje. Snel sprong ik op en drukte ik de televisie uit. Het was stil, alleen de kraan was nog te horen. Mijn vader liep de keuken in, ik was hem gevolgd. Ruw greep hij Dewi ’s pols beet. ‘Papa niet doen! Dat werkt niet, daar wordt het niet beter van!’ schreeuwde ik toen hij uithaalde en Dewi een klap verkocht. Ik greep Dewi vast en trok haar weg. Ze begreep er niks van en huilde. Ik omhelsde haar en fluisterde dat alles goed kwam. ‘Bemoei je er niet mee Megan, sinds wanneer weet jij wat van opvoeden af!? Dat kind moet normaal doen,’ schreeuwde mijn vader tegen mij. Ik had alleen maar oog voor mijn zusje, die niet begreep waarom haar vader zo deed. Vanuit de kamer hoorde ze het geluid van een stofzuiger, haar moeder ruimde de scherven op. Toen had ook ik een klap te pakken. Tranen sprongen in mijn ogen en samen met mijn zusje rende ik de trap op, naar mijn kamer. Het was een kleine kamer, helemaal blauw, omdat mijn vader dat mooi vond. De kamer van mijn zusje was rood. Het bed kraakte toen we plaats namen. ‘Papa wil niet dat je met de kraan speelt,’ zei ik rustig terwijl ik Dewi aan keek. ‘Begrijp je dat?’ Dewi schudde haar hoofd en keek naar de grond. Kleding lag over de houten vloer verspreid, omdat de kast te klein was. Een oude houten stoel stond in het hoekje van de kamer en viel nog net niet uit elkaar van ellende. ‘Water kost centjes, en die centjes hebben papa en mama niet zoveel. Dus willen ze het water niet verspillen, snap je het?’ ging ik verder. Een zusje met autisme was soms zo lastig, vooral als je ouders het niet wilde zien en er geen rekening mee wilde houden. Dewi knikte. Ze stond op en liep weg zonder iets te zeggen, waarschijnlijk ging ze straks weer lezen, dat deed ze uren lang, achter elkaar.

*

let niet op dat rare gedoe van &*( enzo… dat komt door ‘’ xd en heb geen zin om al die dingen te veranderen :stuck_out_tongue: :blush:

Leuk stukje!
Misschien kun je iets meer vertellen over wat het moorden met haar doet? Roept het genot op, tevredenheid, gerechtigheid? Je vertelt heel goed waarom ze het doet en omdat de man het verdiend had enzo, maar verder niet zo diepgaand wat het met haar gevoelens doet. Je doet het wel een beetje, maar niet zo heel ‘diepgaand’, snap je?
Verder niet als kritiek bedoelt hoor, gewoon een ideetje :slightly_smiling_face:
Ook leuk hoe je die kraan van Dewi telkens in het verhaal weer laat terugkomen :wink: Groetjes en ik ben een volger !

^^ bedanktt :slightly_smiling_face:

ik zal wel kijken wat ik met je tip doe :slightly_smiling_face:
je hebt wel gelijk denk ik :slightly_smiling_face:

Hoofdstuk 2

Ik probeerde mijn hoofd leeg te maken, maar het wilde maar niet lukken. Steeds dacht ik terug aan mijn daad van eergister. Het was goed, ik had het juiste gedaan. Maar waarom voelde ik me dan toch zo vreemd? Die man had de dood verdiend, ik wist het, het was zo. Joey zat aan tafel achter de laptop. Dat deed hij altijd, de laptop werd langzaam zijn leven. En anders was hij er niet.
Maar toch hield ik van hem.

De laptop werd dicht geklapt, ik hoorde hoe de stoel achteruit werd geschoven. Voetstappen kwamen dichterbij en klonken hard op de houten vloer. De vloer was vorig jaar gelegd, door een man die ik voor één moment zag zitten. Het ging toen slecht tussen Joey en mij, maar later was dat helemaal over.
Met een glimlach op mijn gezicht keek ik hoe Joey dichterbij kwam. Hij moest toch eens weten met wat voor wicht hij eigenlijk getrouwd was. Met wat voor heks. Want dat was ik, een heks.

Naast mij op de bank was het leeg, totdat Joey daar ging zitten. Hij sloeg een arm om mij heen. ‘Waar zit jij met je gedachten?’ vroeg hij.
In het huis was het stil. De radio stond zacht aan en boven klonk af en toe wat gestommel.
Ik slaakte een zucht en hoorde de bel door het huis klinken. De arm verdween van mijn schouders en ik zag hoe Joey op stond. De klokt sloeg twaalf uur. Het was weekend. Gelukkig. De deur ging open. ‘Hallo,’ werd er gezegd, oké waarom zeg ik dat? Hallo, dat is standaard, iedereen zegt hallo.
‘Ik ben op zoek naar Megan ,’ zei een zware stem. Het was Arthur, dat hoorde ik direct. Een glimlach verscheen op mijn gezicht. Met een klap knalde de deur dicht. En met een paar stappen stond Joey weer voor mij, het huis was klein, dus veel tijd om je te verplaatsen kostte het niet. Arthur was achter Joey gaan staan en keek mij streng aan. Ik vroeg me af wat er was. Alles was toch goed gegaan?
Joey liep weer opnieuw naar zijn laptop.
Even baalde ik, de timing van Arthur kon niet slechter. ‘We moeten hiermee stoppen,’ zei hij tegen mij. Stoppen? Dat was dus geen optie. Ik zou nooit stoppen met waar ik mee bezig was. Arthur keek mij aan met zijn fel blauwe ogen. Zijn blonde haar zag er vrij warrig uit. Best schattig.
Schattig? Wat zeg ik nou. Niks is schattig.
‘Snap je dan niet dat dat niet kan?’ zei ik verontwaardigd. Arthur schudde zijn hoofd.
‘Wat jij wilt is te riskant!’ riep hij. Snel keek hij om, richting Joey. Hij mocht het niet horen, hij wist hier immers niks vanaf.
‘Dat valt wel mee!’ riep ik. Joey keek op en keek vragend in onze richting. ‘Zachter praten,’ fluisterde ik vervolgens. Het liedje i follow rivers van triggerfinger startte op de radio. Altijd werd ik vrolijk van dat lied. ‘Niemand weet dat ik hier achter zit en jou ontdekken ze al helemaal nooit,’ ging ik verder. We konden niet stoppen. Het was onmogelijk en geen optie.

Leuk! Verder schrijven:)

Wooooot! Snel nieuw stukje! :grinning:

[i]Het 7-jarige meisje zat op haar kamer. Het andere meisje zat ook op haar kamer. Op haar bed, want iets anders had ze niet. Ik was het andere meisje. En het 7- jarige meisje was mijn geweldige zusje. Ik hield van haar en dacht terug aan gister. Mijn vader had haar weer geslagen. Alweer, zo ging het altijd. Ik wist nog precies hoe het ging, toen mijn zusje voor het eerst geslagen werd.

Het was een half jaar geleden en ik kan het me nog precies voor de geest halen. Dewi had een geel zomerjurkje aan, in de winter. Ze vond het mooi en was er blij mee. Ze zat boven en las in haar boekje. ‘Dewi, eten!’ schreeuwde mijn vader vanaf beneden. We aten altijd gezamenlijk, met het hele gezin. We lachte en praatte, alleen Dewi volgde niet wat er gezegd werd en zei niet veel. Iedereen wist hoe het kwam, maar mijn vader en moeder deden alsof het er niet was. Maar vanaf die avond lachte ik niet meer om mijn vader. Misschien een enkele keer, als het echt leuk was.
Mijn zusje reageerde niet en bleef lezen, terwijl ik me niks van haar aantrok en gewoon de trap afliep. Ik bereikte de kamer en zag mijn vader en moeder aan tafel zitten. Tegenover mijn vader nam ik plaats. Er stonden drie pannen op tafel, maar toen ik zag wat we aten was ik er helemaal klaar mee. Bloemkool, vreselijk, ze zouden dat echt af moeten schaffen. Maar niemand was ooit slim genoeg om dat ook echt te doen. Of niemand had gewoon de lef, of de behoefte. Mijn zusje was nog steeds boven en de tijd tikte verder.
Mijn ouders leken geïrriteerd en ik besloot te zwijgen. Als elf jarig meisje had ik geen idee wat er zou gebeuren toen mijn vader op stond. Met een klap kletterde de stoel op de grond. Stampvoetend liep hij richting de deur. De deur kraakte toen het open ging. Zijn voetstappen klonken luid op de trap. Geschreeuw klonk van boven. Ik huiverde en had direct door dat het mijn zusje was. Zonder na te denken stond ik op en rende ik richting de deur, de gang door en de trap op. ‘Au!’ gilde Dewi uit.
Ik schrok maar vastbesloten liep ik naar de kamer van mijn zusje. De rode kamer.
Toen ik de deur open gooide zag ik mijn vader, het was geen mens meer. Hij was een beest.
Direct haatte ik mijn vader. Hij haalde uit naar mijn zusje die vervolgens nog harder begon te gillen en huilen. ‘Als ik zeg dat je komt, kom je ook!’ schreeuwde hij. Dewi knikte en keek haar vader aan met betraande ogen. Ik stond als een standbeeld bij de deur toe te kijken. Wat kon ik doen? [/i]

		*

(stukjes tussen de sterren in en de schuingedrukte delen zijn stukken uit het verleden)

Af en toe wat interpunctie foutjes maar ik vind het best wel goed!

Wat Writelove zegt, en heel indrukwekkend!

^^ bedankt…

en als ik het verhaal later voor mij zelf nog herschrijf dan haal ik soms nog wel eens iets eruit :slightly_smiling_face:

binnenkort komt het volgende stukje… heb woensdag en donderdag herkansingen :S