Haaaai iedereen,
ik zit in 5havo, en moet nog een toets inhalen van de eerste periode.
Ik heb het boek moderne wiskunde het gaat om hoofdstuk 1 en 2.
Nou is er iets wat ik echt niet begrijp:
Zet in de formule K=0,5X+P de variabele X vast. Teken de grafieken die horen bij X=0, X=2, X=4, X=6.
Moet je dan bij het plotten in je rekenmachine:
0,5x2+X doen bijvoorbeeld bij x=2 óf
0,5x+2
't gaat trouwens om bundelgrafieken enzo, alvast bedankt.