Hoi hoi, iedereen.
Ik moet drie gedichten uitkiezen, maar kiezen is niet mijn sterkste punt. Vandaar dat ik jullie vraag: wat zou jullie ‘top drie’ van de volgende acht gedichten zijn?
Alvast bedankt voor de moeite!!!
Herfst komt uit de hemel vallen
in de vorm van koude druppels
nemen de blaadjes van de bomen
mee in hun vlucht omlaag
kleuren hen onderweg
in warme tinten tegen de kou
Mistige kille vingers
klauwen naar mijn enkels
leggen zilveren druppels
in de webben van de spinnen
weven ragfijne paadjes
van mijn adem door de lucht
Het donker van de wolken
jaagde de zomer op de vlucht
word tot haast gemaand
door de adem van de hemel
die in mijn koude oor
een warm welkom blaast
Hallo herfst,
blaas ik een welkom terug
…
‘het is herfst geworden’
fluistert de wind me in
de regen op mijn hoofd
spreekt haar vlijtig na
ik kijk naar de grauwe hemel
de gekleurde bomen
trek mijn schouders op
en antwoord spijtig ‘Ja’
…
Er drijft zondag in de vijver
tussen stukjes kroos en riet
en een drupje zorgeloosheid
plonst er zijn uitbundig lied
Geluk en tijd trekken er baantjes
zwemmen veel te snel voor mij
ik probeer ze nog wel in te halen
maar ze zijn me al voorbij
…
De nacht valt
als het gordijn
van mijn toneel
en net zo zwart
Jij verlaat
ik buig nog maar
iedereen
vergeet te klappen
En ik
vergeet
een beetje
wat ik in je zag
De show was leuk
maar lang genoeg
vier sterren
mogen over zijn
Ik druk een
laatste kusje
op de lucht
omdat dit voelt als afscheid
-voor altijd-
…
De eerste armen bloten al
ogen stelen stralen
waarmee de zon de onbescheiden
korte meisjes rokken warmt
de jurkjes die de bloemen plukken
en ze dragen op hun stof
in onbeschaamde felle kleuren
behalve dan die ene witte
die kwijtgeraakt is in het haar
waar de wind haar spelletje
van heen-en-weer mee speelt
ook met het hoge gras dat
een afscheid voor de winter wuift
en haar nog vlug iets naroept
met de stem van duizend vogels
en de kleuren van een vlinder
die heel voorzichtig gluren komt
of de zon haar strelen wil
Ze wil wel
…
't was geen kus maar mond op mond
als hand in hand en toch niet houden
vast of van elkaar
Alleen de liefde even proeven
die we van een ander wouden
…
Boekwinkels gedwaald
verlossing gezocht
een wereld gekocht en
geluk is betaald
Om doden gerouwd
en doden gewroken
regels gebroken
geheimen aanschouwd
Pijn lijd ik mee
voor vrienden gebeden
strijden gestreden
Met een kop thee
…
't is als heel lang slapen
en daar moe van zijn
Jou te zien
beloftes maken
morgen kom ik –
misschien
en dan van jou te horen dat ik toch niet kom
't is als herfst te zijn
maar lente wensen
Ik het oude, jij
het fris begin
en altijd een half jaar
bij me vandaan
met die glimlach: pak me
as je kan
en jij degene die me niet laat gaan