Vragen over het systeembord.

Hee meiden,

Ik heb een aantal vraagjes over het systeembord die ik in het boekje van natuurkunde en ook op internet niet kan vinden. Ik hoop dat iemand me ermee kan helpen. Ik heb over ze allemaal wel wat info kunnen vinden, maar door het niveau snap ik er vaak niks van (ik ben echt heel slecht in natuurkunde).

  • Ik snap niet hoe het ‘Relais’, de ‘Variabele spanning’, de ‘Puls generator’ en de ‘Comparator’ werken.
  • In wat voor dingen kan een Pulsenteller gebruikt worden?

Ik hoop dat iemand me het simpel uit kan leggen (of misschien een samenvatting ofzo heeft). (:

Liefs.

De pulsenteller gebruikten wij op school vaak in combinatie met de cijfertjes en de memory. Dan kun je het lampje laten branden na een x aantal pulsen.

Je kunt een comparator op een bepaalde Sref zetten en als de prikkel/signaal over deze drempel schrijdt, dan ontstaat er een hoog signaal. Deze wordt vaak gebruikt in combinatie met een invertor.

Variabele spanning werkt hetzelfde als een comparator, denk ik.

Klopt van de comparator en de invertor :slightly_smiling_face:

De variabele spanning zegt het eigenlijk al. het is een spanningsbron die je kan instellen op een bepaalt voltage. meestal stelt het iets voor in een opgave.

Het relais is een aparte stroomkring en staat los van het systeembord. ik weet niet meer precies in wat voor soort opgaven het gebruikt wordt. volgens mij stelde het bij mij ooit een motor voor ofzo.

De pulsgenerator geeft regelmatig een afwisselend hoog en een afwisselend laag signaal af.

Pulsenteller
Een pulsenteller telt het aantal pulsen dat hij aangeboden krijgt. De teller heeft drie ingangen:

  1. de ingang met bijschrift tel pulsen
    op deze ingang ontvangt de teller de pulsen die hij gaat tellen. Elke keer als op deze het signaal verandert, springt de teller met één omhoog. Pulsen worden gegeven door een drukschakelaar of met de pulsgenerator

  2. de ingang met bijschrift tellen aan/uit
    alleen als deze ingang hoog is, kan de teller pulsen registreren. Als je niets aansluit, is hij vanzelf hoog.

  3. de ingang met bijschrift reset
    als er een hoog signaal op reset staat, dan springt de teller op 0. Dat blijft zo, zolang het signaal hoog is. Als het signaal weer laag is gaat de pulsenteller weer tellen vanaf 0. Als er niks is aangesloten op de reset is het signaal laag.

de pulsenteller telt dus, omdat het signaal laag is tussen de pulsen door, hij blijft dan zeg maar ‘hangen’ op de laatste waarde