[i]Ik wil een verhaal gaan maken, alleen heb nog niet super veel ervaring dus ik hoor het graag als het verhaal niet leuk is en als er iets niet goed is kun je ook reageren!
Het verhaal gaat over 2 vriendinnen.
[/i]
[b]
Ik voel de koude wind door mijn haren ruizen. Het word weer winter. In de verte zie ik Keri staan.
Ze bukt en raapt wat op.
‘‘Marsje, Kom!’’ Schreeuwt Keri.
ja, ik kom zo! antwoord ik.
Ik herinner me het nog goed 2 jaar geleden. We zaten op ditzelfde bankje
Pap mam Sem en ik. We gingen bijna ieder weekend naar het strand.
Dit keer voelde Sem zich niet zo lekker. We zijn toen eerder naar huis gegaan.
‘‘marscha! kom nou! ik heb het koud!!’’
‘‘Ja ik kom er nu aan!’’ Roep ik en ik ren naar haar toe.
Ik pak de sleutel en maak het deurtje open. Wat ben ik hier lang niet meer geweest.
‘‘Jezus, wanneer is hier voor het laatst schoongemaakt’’ mompelt Keri.
‘‘Ik had toch gezegd dat je er niet teveel van moest verwachten,
maar we maken het helemaal schoon. het word echt heel leuk geloof me’’! zeg ik vrolijk.
‘‘hmpf, Laten we dan maar beginnen’’ zegt keri met een diepe zucht.
Na een klein uurtje nemen we een pauze.
‘‘Marsch, Ik moet je wat vertellen, ik ben zo verliefd he!’’ zegt Keri vrolijk.
‘‘Oja?’’ zucht ik. Voor Keri duurt verliefd zijn een weekje en dan heeft ze er weer genoeg van.
‘‘ja, hij heet appie, het is een vriend van m’n broer’’ zegt Keri blij.
Ik denk na.’’ heb ik hem welleens gezien?’’ vraag ik.
‘‘Nee, ze kennen elkaar pas een weekje ofzo, maar hij is zo lief he!’’
‘‘Gisteren was hij bij ons thuis en gaf hij me een knipoog, Ik weet zeker dat jij hem ook lekker vind’’ zegt ze lachend.
‘‘Ja dat zal vast’’ antwoord ik.
Na een half uurtje hebben we het wel gezien in het huisje en besluiten we naar huis te gaan.
Ik maak het deurtje open en we worden gelijk verast door een stevige koude wind die naar binnen word geblazen.
'‘aaah koud!’'gilt Keri. Ik kijk omhoog, De lucht is erg donker. ‘‘kom snel, Het gaat zo regenen’’ roep ik.
Keri loopt achter me aan. Ik kijk achterom. Ze raapt stenen op. Keri spaart al sinds haar zevende stenen.
Thuis op haar kamer staat een er een hele kast vol mee. ‘‘Keri kom nou het begint zo te regenen!’’ Gil ik.
‘‘Please, wacht nou even er liggen hier echt veel mooie!’’ roept Keri smekend. Geiriteerd blijf ik staan.
‘‘Meisje kijk deze steen hij is niet alleen in het licht van de laser!’’ hoor ik Keri zingen.
Lachend draai ik me om. soms ik kan ik zo om Keri lachen. Ze is altijd wel vrolijk.
Opeens voel ik een klap tegen me voorhoofd en voor ik het weet lig ik op de grond.
In de verte hoor ik keri schreeuwen maar ik kan niks zien. Ik probeer haar te roepen maar het lukt niet.[/b]
Moet ik doorgaan ofniet?