Hallo allemaal
Hier mijn herschreven verhaal, tips en kritiek zijn welkom.
Ideeën overigens ook!
http://img189.imageshack.us/img189/723/47982354.jpg
[fgcolor=#0F00B3]Made by Rondjes[/fgcolor]
Uploaded with ImageShack.us
Hoofdstuk I
[i]
Het is een zwoele zomeravond als ik, met mijn blote voeten, over het strand loop. De golven komen bijna tot aan mijn knieën en de zon begint al onder te gaan. In mijn linker hand heb ik een notitieboekje, om mijn nek mijn camera. Mijn camera is mijn trots, hetgeen waar ik alle mooie dingen en herinneringen in vastleg. Het boekje is slechts een extraatje. Een soort gedichtenbundel bij mijn foto’s. Ik fotografeer alles wat ik zie; mensen,meeuwen, de zee. Het fascineert me dat de mensen en natuur zo goed samen gaan, dat niet álles wat van een ander soort is compleet botst. Eigenlijk kom ik hier elke dag, want de zee is zo veranderlijk als het weer.
Ik dwaal af in gedachten naar gisteren. Toen zat ik aan de overkant bij het strandpaviljoen. In de verte zag ik een jonge man lopen. Hij moet begin 20 zijn geweest. Hoe dichter hij in mijn buurt kwam, hoe meer ik in de verleiding kwam een foto van hem te maken. Hij heeft iets over zich wat niet veel mensen hebben. Iets rustigs en liefs, iets vertrouwds. Uiteindelijk heb ik mijn camera gepakt en de foto gemaakt. Misschien zou ik hem maar een keer zien en dan zou het een zonde zijn als ik die niet gemaakt had. Wanneer hij vlak langs me loopt glimlacht hij even. Ik voel dat ik warm word vanbinnen.
Ik besluit het paviljoen weer binnen te gaan. Een meisje komt de bestelling opnemen. Dan gaat de deur open en komt Nintske ,mijn beste vriendin binnen gelopen. “ En wie hebben we daar? Hoi Charlotte.” Ze schuift de stoel naar achter en gaat zitten. Opnieuw komt het meisje langs de tafel. Ze brengt mijn bestelling en neemt die van Nintske op. “Ook een bitterbal?” vraag ik, terwijl ik haar het schoteltje toeschuif. Ze pakt er een af en verbrand gelijk haar tong, ik barst in lachen uit. “ Ik ga wel weer, als je zo begint …” zegt ze grappend. “Nee, blijf! Ik moet wat met je delen.” Nieuwsgierig kijkt ze me aan als ik begin te vertellen over de jongen. Net als ik klaar ben met vertellen stapt hij binnen. Ik fluister het Nintske toe, die gelijk opvallend omkijkt. “Niet zo opvallend doen, Nints.” Sis ik haar toe.
Alsof hij niets gemerkt heeft gaat hij aan de bar zitten en bestelt een drankje. Af en toe kijkt hij even om en kruizen onze blikken elkaar, maar daar blijft het bij. Nintske is inmiddels vertrokken en ik probeer een gedicht te schrijven bij een foto van een meisje op het strand, jij heet het: [/i]
Je haren dansten
op het ritme van de wind,
je lach straalde
als de stralen van de zon,
en je ogen, je ogen vulden zich
met alle kleuren van de regenboog.
[i]
Tevreden sluit ik mijn boekje en besluit naar huis te gaan. Het wordt al erg donker en morgen moet ik weer vroeg op om te werken in de ijssalon even verder op. Net als ik lang de jongen heen loop spreekt hij me aan. “He, jij was hier gister toch ook op het strand? Is het een mooie foto geworden?” Shit, hij heeft het dus toch gemerkt, maar hij herkent me en dat is misschien wel positief. Ik voel dat ik begin te blozen. “Ja … eh… dat klopt.” Stamel ik. “De foto is wel redelijk geworden, zou je hem willen zien?” Verbaast kijkt hij me aan, maar als hij de foto ziet geeft hij me een compliment. “ Ga zo door, ze zijn prachtig. Trouwens, ik ben Paul.” Zegt hij terwijl hij me de hand schudt. Een “ Ik… eh … ben Charlotte.” Zeg ik. “Maar ik moet gaan, sorry, morgen moet ik vroeg weer werken. Ik zie je hier vast nog wel een keer. Doei!” Een beetje beduusd staart hij me aan.”Morgen half acht hier afspreken? Ik wil je graag spreken over je foto’s.” Ik knik en loop het paviljoen uit.
Wanneer ik buiten ben maak ik een sprongetje. Ik heb een ‘date’ met een ontzettend lekker stuk. Blijkbaar was Nintske nog niet naar huis, want die zit me vanuit het zand verbaasd aan te kijken.
“ Wat is er met jou aan de hand?” Ik ren op haar af en vlieg haar om de hals. “Morgen heb ik een ‘date’ met die jongen waar ik je over vertelde. Hij sprak me aan toen ik wilde gaan en wil morgen over mijn foto’s praten.” Ik gil het bijna uit, zo opgewonden ben ik.”Maar nu moet ik wel gaan, ik moet morgen werken. Ik zie je snel!” De hele weg naar huis kan ik aan niets anders denken. De wind door mijn haren en de stralen van de maan ontgaan me. Als ik thuis ben zet ik de fiets in de schuur en duik mijn bed in.
's Ochtends vroeg, het is een uur of vijf als ik het goed heb gezien, wordt ik wakker. Mijn blaas staat op knappen en er is een raar getik op mijn raam. Ik besluit naar beneden te gaan, om te kijken wat het is. Ik besef alleen niet dat ik een best bloot nachthemd aan heb. Als ik het gordijn openschuif zie ik enkel het silhouet van de persoon. Ik knip het lampje aan en dan zie ik het pas, het is mijn beste vriend. Ik open de deur en loop naar hem toe. “Timo, wat is er? Kom binnen!” Zijn blik is verward en het lijkt of hij heeft gehuild. Snel doe ik een fleece plaid om, want dit is niet de geschikte kleding om een vriend te troosten. Doelloos staart hij voor zich uit. “Het is over, over en uit, en een kans dat het goed komt is heel klein.” Geschrokken kijk ik hem aan. Een maand geleden waren Emma en hij 3 jaar samen. Hoe is het mogelijk dat het ineens zo mis is gegaan, het is zo’n leuk stel. “Maar waarom?” vraag ik voorzichtig, omdat ik hem niet nog meer van streek wil maken. Het blijft stil. Hij probeert wat te zeggen, maar het lukt niet. Ik sta op om een glas drinken voor hem te pakken. “Ze is vreemdgegaan.” Het glas valt bijna uit mijn handen. Ik loop naar hem toe en sla een arm om hem heen. Hij gaat liggen met zijn hoofd in mijn schoot en niet veel later slaapt hij. [/i]