Hey ben aan een nieuw verhaal begonnen. Deze keer iets wat zo uit het dagelijkse leven gegrepen kan worden. Hoop dat jullie ervan genieten en mijn verhaal een beetje volgen!
Mijn wekker ging af. Ik drukte hem nog een keer af en draaide mij om en deed de lakens over mijn hoofd heen. Ik wou dat deze dag er nooit was gekomen. Ik wou geen afscheid nemen van mijn vriend. Ik wou niet beseffen dat ik mijn vriend nooit meer zou zien. De laatste week was zo onwezenlijk voorbij gegaan. Ik wist nog perfect hoe ze mij het nieuws kwamen brengen.
De deurbel ging, ik keek eens op de klok. Het was na elf uur ’s avonds en het zou hoogstens mijn beste vriend Fouad. Ik slofte naar de deur. Mijn grijze jogging hing net onder mijn heupen en zat veel te los rond mijn benen. Mijn pastelroze tanktop zat strak rond mijn platte buik, enkel mijn buikpiercing vertoonde een bult. Ik had roze pantoffels aan die bij de kleur van mijn topje paste. Ik draaide de sleutel 2 keer om, deed het slot vanboven los. Ik opende de deur langzaam en ging er ver genoeg vanaf staan. Als het Fouad was kon ik verwachten dat hij de deur half zou open stampen en mij in de armen zou vliegen. Mijn mond viel open. Mijn handen trilden terwijl ik de deur tot stilstand bracht. Een man en een vrouw in blauw uniform stonden voor mijn deur. Ze waren doorweekt van de regen die nog langs hun petten nog beneden stroomde. De vrouw had een zachte uitdrukking op haar gezicht en had een opvallend zandloperfiguur. Ze had een ruim rond haar heupen waar een revolver aan hing. Ze had haar zwarte haren in een staart onder haar pet. De man was groot, heel groot en leek nogal slungelig. Hij had een bruine stoppelbaard en kort haar.
“Bent u Paris Puret?” Ik knikte verstijfd. De man rijkte zijn lange arm naar mij uit met een envelop in zijn hand.
Mijn moeder schonk de politiemensen een tas koffie in. Voor mij zette ze thee. Ik streek mijn blonde lokken achter mijn oren. Daarna bedekte ik mijn gezicht weer met mijn handen. Mijn oudere broer Boo had mij op zijn schoot genomen. Ik had mijn knieën tegen mijn buik.
“Niet fouad. Dat kan niet!” Schreeuwde ik. Boo trok mij nog eens tegen mijn borstkas aan. Ik haalde mijn handen van mijn gezicht en keek naar het briefje in mijn handen. Het was kort maar enorm duidelijk.
‘Paris,
Als je dit leest zal ik er niet meer zijn. Ik kan het leven niet meer aan. Ondanks dat je mij altijd laat lachen doet het leven teveel pijn. Ik ben misschien geen goede moslim hierdoor maar het is beter voor iedereen. Ik zal sterven als Marokkaan maar ook als Belg.
Ik hou van je
Fouad’
Hoe had hij mij dit aan kunnen doen? Waarom had hij mij in de steek gelaten? Ik wou niet eens weten hoe hij het had gedaan. Ik had duizenden vragen voor hem die ik nooit beantwoord zou krijgen. Zou het te maken hebben gehad met het feit wat er was gebeurd tussen ons? Ik rilde, niemand wist er iets van. Ik wou dit ook zo houden. Boo probeerde recht te staan. Hij hield mij tegen hem aan en wandelde naar boven. Hij duwde de deur van kamer open en wandelde naar mijn bed. Ik nam mijn knuffel stevig vast en begon opnieuw hardop te huilen. Hoe moest mijn leven nu verder? Ik zou nooit meer een sms van hem krijgen, nooit meer zijn stem horen en hem zeker nooit meer zien. Hoe moest het verder met mij? Ondanks dat ik veel mensen kende had ik niet veel echte vrienden. Fouad was de laatste maanden het belangrijkste geweest voor mij. Ik was vrienden kwijt geraakt omdat ik hem voor de rest had gesteld. Dit was dom van mij maar dat was nu te laat. Ik nam mijn gsm en begon te typen. Mijn andere beste vriend die homo was had nog altijd geen antwoord gekregen.
‘Ik ben Fouad voor altijd kwijt :’( xx‘ Stuurde ik hem. Ik snikte luid. Boo had mijn nachtlamp aan gedaan en de deur gesloten.
Boo was het type grote broer waar je van hield. Eentje uit een sprookje. Hij was er altijd voor mij en begreep mijn problemen. Ondanks dat hij vier jaar ouder was als mij, wat hem 21 maakte, had hij nooit de vervelende puberende grote broer geweest. Alsof hij oud geboren was. Hij was ook heel anders van uiterlijk als mij, leek meer op mama. Mama was een Afrikaanse schoonheid met volle krullenbos. Boo was middeldonker met zwarte haren en blauwe ogen van papa. Ik was even bleek als papa, had zijn blauwe ogen en blonde haren gekregen. Ze hadden mij vernoemde naar de beroemde Paris Hilton. Ik leek niet eens op haar. Mijn gezicht was heel anders. Mijn ogen waren groter en mijn lippen voller. Ook mijn haar waren een bos wilde golven die hun eigen leven leidde.
Het was een vredige schemer in kamer die mij normaal rust bracht. Ik had hier zo vaak gezeten met mijn vriend. Nu ja vriend, we waren meer als vrienden maar waren geen koppel. Het was moeilijk uit te leggen. Ik strekte mijn arm uit, richting een fotokader die op mijn nachtkastje stond. Met mijn vingertoppen streelde ik over het gezicht van mijn Marokkaanse vriend.
“Oooh Fouad, als ik dit had geweten…” Fluisterde ik zachtjes terwijl er tranen over mijn wangen rolden. Ik had hem nooit alleen mogen laten na die ruzie met zijn ex. Vreselijk vond ik het dat ik hem in de steek had gelaten. Maar ik had niet verwacht dat het zo erg was gesteld met hem. Ik dacht dat het wel zou overwaaien maar dus niet. Het was hem teveel geworden de ruzies de laatste tijd. Eerst had ik het zijn eigen schuld gevonden maar daar had ik nu spijt van.
Mijn gsm trilde. Ik kreunde. Had ik geslapen? Ik keek op de klok. 3 uur ’s nachts. Toch een paar uurtjes zo te zien. Ik had de fotokader tegen mijn borstkas aangedrukt. Zo moest ik mijzelf vast in slaap gehuild hebben. Ik nam mijn gsm. Zeventien gemiste oproepen en een paar sms’en van Tom, mijn andere beste vriend.
‘Paris neem nu eindelijk eens op. Zeker dat je niet weet drama maakt? x’
Ik begon weer luid te snikken. Ik ging rechtop zitten en schreeuwde door het huis heen. Ik moest mijn eindeloze verdriet ergens kwijt.
“Paris ga slapen!” Hoorde ik papa roepen. Hoe papa’s naam was wist ik eigenlijk niet. Papa was papa voor mij en voor de rest was hij meneer Puret.
“Laat haar Roger, hoe zou jij zijn moest je mij verliezen?” Ooh ja, zo heette papa. Erg Belgisch. Mama’s laatste zin deed mij nog eens gillen in mijn kussen. Ze zat er helemaal naast. Was Fouad maar voor mij geweest als papa voor mama.
“Och Chinue! Ze overdrijft!” Hoorde ik papa roepen. Daarom praatte ik amper met hem. Hij begreep mij nooit. Ik hoorde een mep op hun deur. Voor even was het stil. Mijn deur ging zachtjes open een paar seconden later.
“Rustig maar.” Fluisterde Boo. Ik staarde hem aan met mijn door rood doorlopen ogen. Hij kwam bij mij op bed zitten en trok zijn benen tegen hem aan en sloeg zijn lange bruine armen er omheen. Ik kon hem alleen maar aan staren. Ik was tenminste rustig.
“Ooh Boo, het is allemaal mijn schuld.” Snikte ik. Ik zag de frons in zijn gezicht komen. Zijn handen balden zich als vuisten rond zijn benen. Ik keek naar de verse wonden op zijn knokels. Ik kromp spontaan ineen.
“Je weet niet wat er in hem om ging, heb je nooit geweten.” Beet hij mij toe. Ik slikte. Nee, dat was waar. Ik wist amper iets van Fouad maar ik hield wel van hem. Meer als gezond voor mij was. Hij was mijn god en ik had het niet eens door.
“Hij was ziek in zijn hoofd, dat weet je goed genoeg.” Ging Boo verder. Er ging een rilling over mijn rug heen. Nee! Dit mocht hij niet zeggen.
“Zwijg!” Gilde ik en sloeg mijn handen voor mijn ogen en liet mijn hoofd weer in mijn kussen zakken dat op mijn schoot lag. Ik wou het niet nog eens opnieuw aanhoren.
“Waarom dan dat briefje?! Hij hield wel van mij!” Schreeuwde ik onverstaanbaar in het kussen.
“Slaapwel Paris.” En toen was hij weg. Mijn steun en toeverlaat was gewoon bij me weg. Was ik dan zo onredelijk nu? Ik kon er niets aan doen dat ik en Fouad een onbegrijpelijke band hadden samen. Niemand begreep ons. Zelfs mijn eigen broer deed dat niet. Ik nam mijn gsm en belde Tom.
“Kom hier heen.” Fluisterde ik. Ik liet mijn gsm vallen en staarde voor mij uit. Kwam er geen einde aan deze enge droom? Kon ik niet gewoon zoals vorige keer wakker worden in Fouad’s armen en hem horen lachen om mijn dwaze gezicht dat ik trok wanneer ik sliep?
Nog geen half uur later ging de deurbel. Ik keek verschrokken op. Ik had een half uur lang wezenloos voor mij uit zitten staren. Ik wist niet hoe snel ik moest recht springen, viel bijna over mijn eigen benen. Vloog de houten trap af en opende de voordeur. Ik vloog zo recht in de armen van Tom. Hij keek mij verbaasd aan.
“Meisje toch…” Ik barstte opnieuw in tranen uit.