Dankjewel!
Als ik na heel lang lopen eindelijk bij een Irish pub aankom besluit ik binnen de weg te vragen. Het is er binnen erg gezellig. De lichten zijn gedimd en door de kaarsen wordt er sfeer aan de ruimte gegeven. Achter de bar staan een aantal goedlachse mannen en de tafels zijn gevuld met allerlei soorten drank. Eromheen hangt van alles wat. Stelletjes, oude mannen, jongeren, toeristen. Noem het op en je kunt het hier vinden. Nadat ik even heb rondgekeken tik ik de barman aan.
‘‘Excuse me, do you know where the youth hostel is?’’. Ik wijs de locatie aan op de kaart om mijn boodschap te verduidelijken. De barman schenkt eerst even een drankje voor zichzelf in en richt zich vervolgens tot mij.
‘‘Oh, poor young lady! You are at the other side of the city. If you want to get there it is at least two hours of walking. Apart from that, you look exhausted and the check-inn must be already closed. It’s eleven o’clock.’’ Shit. Shit. Shit! Ik zit hier in een vreemde stad, waar ik niemand ken, ik kom mijn hostel niet meer in en ik ben uitgeput. Het was een stom idee om helemaal in mijn eentje hierheen te gaan.
‘‘Miss, why don’t you have a drink first’’ zegt de barman. Hij zet een glas water voor me neer. Ik neem hem nu pas goed in me op. Hij is vrij lang en heeft rood haar. In zijn groene ogen staat een bepaalde twinkeling en zijn groene werkkleding staat hem net iets te goed. ‘Pub the Tiger’, staat er in witte letters op gedrukt. Hij is het type jongen die meiden snel in vertrouwen nemen, ook al heeft hij ook iets spannends en mysterieus over zich. Ik vraag me af wat hij hier doet, want hij ziet er niet uit alsof hij uit Praag komt. Ik onderdruk mijn nieuwsgierigheid en neem een slok water.
‘‘Thank you very much’’ zeg ik dankbaar. Hij knikt en neemt de bestellingen op van een aantal andere klanten die naast mij aan de bar staan. Tevreden nemen ze hun drankje naar hun tafel waar ze verder praten en lachen. Iedereen heeft het naar zijn of haar zin en ik zit er als contrast bij.
‘‘So, what’s your name?’’ vraagt hij.
‘‘I am Ilana’’ lieg ik. Even voel ik me schuldig. Ik lieg tegen een compleet vreemde jongen die hartstikke goed overkomt. Alleen langzamerhand heb ik geleerd dat er veel vriendelijk ogende mensen zijn die uiteindelijk geen goede bedoelingen blijken te hebben. En ook al is het slecht een naam, een naam kan lijden naar meer informatie over mij. En dat wil ik absoluut niet. Het is prioriteit om mijn echte identiteit voorlopig goed verborgen te houden.
‘‘Hello Ilianah, my name is Jaron’’ hij geeft me een hand.