[verhaal] Verdronken in een zee van tranen

Heey girls,
ik ben ooit begonnen met het schrijven van een verhaal, een tijd lang heb ik er niet meer aan gedacht, tot ik het vandaag weer tegen kwam. Ik zal even een samenvatting geven van het verhaal:
De zeventienjarige Kim heeft verkering met Casper. Maar door een onverwachte gebeurtenis loopt hun relatie op de klippen. Uiteindelijk weten ze het toch nog bij te leggen. Net als ze allebei denken hun leven weer een beetje op de rails te hebben, blijkt dat het leven toch niet zo zonnig is als het soms lijkt. Casper moet leren omgaan met de gedachte dat hij Kim binnenkort voorgoed kwijt zal zijn…
Wat vinden jullie? Zal ik het verhaal hier posten?

Dit is mijn eigen ontworpen cover.
Even voor de duidelijkheid: Ik ben Cestchouette, alleen wordt mijn naam nu nog weergegeven als Fashionista99.

Weet je wat? Ik begin gewoon. Ik zie vanzelf wel wat jullie ervan vinden. Het verhaal is in het begin trouwens best wel zoetsappig, maar later komt daar verandering in. Veel leesplezier!

Nerveus wierp ik een blik op de klok. Nog tien minuten. Dan begon mijn romantische avond met de jongen van wie ik het meest hield. We hadden elkaar leren kennen op de Cultuuracademie waar ik sinds kort zangles had en hij al sinds zijn achtste drie keer per week te vinden was om te oefenen voor streetdance. Op een mooie dag in november kregen we de kans om onze krachten te bundelen en voor een breed publiek te laten zien wat we in huis hadden. We waren zo verliefd dat we die kans natuurlijk gelijk grepen en vlak voor we op moesten vroeg hij me. In de coulissen. Het was zo romantisch! Het optreden verliep super goed. Na het optreden vertelde hij iedereen hoe goed zijn meisje gepresteerd had.
Mijn mobiel piepte. Het was een sms’je van m’n boy: Darling, ik kom er aan. Tot zo! Love you. x C
Hmm. Nog zes minuten, zag ik op m’n horloge. Om de tijd te doden zapte ik een beetje langs de tv-zenders. Er was op het moment reclame over zogenaamde antirimpelcrèmes of mascara’s voor extra volume. Waar ik een gruwelijke hekel aan had. Ze probeerden je altijd dingen aan te smeren. Maar dan kenden ze mij nog niet. Ik droomde weer weg. Nu hadden we al een dikke vier maanden verkering en sinds die tijd zweefde ik op een roze wolk en tekende mijn agenda en schriften vol met hartjes. Ik was echt verliefd, zo erg dat ik dacht dat verslaafd was. Verslaafd aan hem en zijn bruine ogen waar je zo heerlijk in kon verdwalen. Nu ik hem al meer dan een week niet gezien had, kon ik niet wachten om hem weer te zien. De reclame was afgelopen. Nu kwam er een of ander culinair programma waar ik, als liefhebber normaal gesproken graag naar keek. Maar vandaag was een uitzondering. Vandaag was namelijk de dag van mijn date.
Ik betrapte mezelf erop dat ik m’n nagels kapot zat te bijten. Dat deed ik altijd als ik zenuwachtig was. Shit, hij kon hier elk moment zijn. Snel wierp ik een blik in de spiegel. Mijn haar kon er mee door, al haalde ik er nog wel even snel een borstel doorheen (die ik eerst niet kon vinden, maar ja dat is logisch als je me een beetje kende, ik was nou eenmaal een sloddervos. Uiteindelijk vond ik hem in mijn kast tussen de schone sokken en vraag me niet waarom ze daar lagen, want ik heb werkelijk geen idee), maar ik had onwijze wallen onder mijn ogen. Het zag er niet uit. Op zijn zachts gezegd, horrible. Ik probeerde het een beetje weg te werken met make-up, maar daardoor maakte ik het alleen maar erger. Op dat moment ging de bel…

Shit, hij was er al. Ik denderde de trap af.
‘’Hey Kim.’’ Ik keek in zijn bruine ogen. Oh, als ik een sneeuwpop was geweest, was ik allang gesmolten.
‘’Hoi. Wat zie je er leuk uit, Casper.’’
‘’Danke. Du auch, schönes dame. Kommst du mitt?’’
Hij wist wel hoe hij een vrouwenhart kon veroveren. Bij mij was het in elk geval gelukt.
‘’Natürlich, ich komme gerne mitt.’’
‘’Stap in, jongedame.’’
We stapten in zijn blauwe Volvo met open dak, hij aan de bestuurderskant, ik aan de andere kant.
‘’Waar gaan we naar toe, jongeman?’’
Hij lachte geheimzinnig, en fluisterde toen in mijn oor: ‘’Dat zul je wel zien.’’
Het werd een heftig ritje. Dat wil zeggen, we hadden meer oog voor elkaar dan voor het verkeer dat ons voorbij raasde. We kregen dan ook meerdere malen boze blikken toegeworpen van de medeweggebruikers. Uiteindelijk bedacht Casper dat we maar beter de eerste afslag die we tegenkwamen konden nemen. Hij zette zijn Volvo op een parkeerplaats en in de geparkeerde auto gingen we verder. Hij kon heerlijk zoenen. Mmm. Die zoenen van hem, waren perfect en my reason to love and fancy him.
We zaten net in een innige omhelzing, toen het begon te regenen. Maar mijn dag kon niet meer stuk, want ik was bij mijn Casper. Het was zo’n fijn gevoel te weten dat hij gevoelens voor me had.
Ik stortte me in zijn armen en hij gaf me kusjes in mijn nek. Het kietelde wel een beetje, maar dat kon me niet schelen. Ik heb me nog nooit zo gelukkig gevoeld als toen.
Toen zagen we een lichtflits en daarop volgde een geweldige klap.
Ik keek op naar de grijsbewolkte lucht boven ons. Wow. Het kwam nu echt met bakken uit de hemel…

Je had ons moeten zien zitten, twee verzopen katjes in een auto. Ik fluisterde wat in zijn oor en hij knikte als teken dat hij luisterde. Maar hij antwoordde niet. Ik zweeg. Hij zweeg ook. Na een tijdje begon het me op te vallen dat Casper al een tijdje niets meer gezegd had.
‘’Wat is er met je? Je hebt me wat te vertellen, hé?’’
‘’Nee, het is gewoon…’’
‘’Ach, kom op.’’
‘’Kim, luister. Zie je, ik weet niet hoe ik dit moet vertellen maar…’’
Gaat hij me nou dumpen?, dacht ik al nagelbijtend.
‘’Ja?’’, vroeg ik dus maar.
‘’Ehh… mijn vader is overleden. Ik kreeg net een smsje van mijn moeder.’’
Hij gaf me zijn mobiel.
Schat, kom snel. Papa is net overleden. x ma., las ik.
‘’Wat erg. Misschien moeten we dan maar terug naar huis gaan. Ik bedoel, ik neem aan dat je dat nu het liefste wilt.’’
‘’Meen je dat? Vind je het niet erg dan dat de date nu niet meer doorgaat?’’
“Tuurlijk. Halloò, er is iemand overleden. Dan kan ik toch niet gaan daten?’’, zei ik.
‘’Kim, je bent super.’’
‘’Weet ik toch.’’, zei ik, bijna grinnikend en als ik erover nadacht klonk het ook best grappig. Maar ja, de persoon in kwestie vond het wat minder leuk.
De terugrit leek twee keer zo lang te duren als de heenweg, en dat terwijl de route die we nu namen, korter was dan die van de heenweg. Casper probeerde zich op de weg te concentreren, wat natuurlijk niet lukte, maar wat had je dan verwacht van een achttienjarige die net te horen heeft gekregen dat zijn beste vriend en vader dood is. Toen we eindelijk zijn straat binnenreden, stond zijn oma ons al op te wachten.
‘’Waar is mama?’’, was het eerste wat hij vroeg toen we uitgestapt waren.
‘’Binnen.’’, antwoordde ze.

Ik vind het echt een leuk verhaal! Ik zie het helemaal voor me, je moet verdergaan! :grinning:

Dankjewel!

We vonden haar in de slaapkamer van zijn ouders. Ze sliep en had duidelijk gehuild, want haar gezicht zat vol rode plekken en overal zaten vegen van uitgelopen make-up.
‘’Mam.’’
Ze reageerde niet, dus hij herhaalde het nog een keer: ‘’Mam?’’
Op dat moment kwam zijn oma naar boven samen met de een of andere dokter die zichzelf voorstelde als Meike Kramer van de afdeling cardiologie.
‘’O, dat was ik vergeten te zeggen. Ze hebben haar slaappillen gegeven. Wil je je vader zien?’’, zei dokter Kramer.
‘’Nee. Ik bedoel… ja.’’, zei Casper en ze ging hem voor naar de zolder. De zolder, die onder normale omstandigheden vol met troep en dozen stond, maar nu was leeggeruimd om plaats te maken voor zijn vader.
Dokter Kramer liep de krakende zoldertrap op. Direct achter haar kwam Casper, gevolgd door zijn oma en ik sloot de rij.
‘’Wat is er gebeurd met hem?’’, vroeg Casper, en ik hoorde de trilling in zijn stem. Hij klonk zo… kwetsbaar.
‘’Je vader…’’, begon zijn oma, maar dokter Kramer nam het van haar over: ‘’Je vader was op zijn werk toen hij een hartstilstand kreeg.’’
‘’Jullie waren te laat, he?’’, onderbrak hij haar.
‘’We konden niets meer voor hem doen. Het spijt me.’’
Casper zei niets meer, zijn ogen vulden zich met tranen. Daar stonden we dan, hand in hand als een verliefd stelletje, voor zijn vaders levenloze lichaam. Ik had echt medelijden met hem, een paar uur geleden had hij zijn vader nog gezien, en nu was hij dood. Onze date was uitgelopen op… ja wat eigenlijk? Erg vrolijk werden we er in elk geval niet van.
Hoe dan ook, ik wist dat hij op mijn steun rekende, maar wat ik niet wist was of ik wel de juiste persoon was om dat aan hem te kunnen geven…

Nu even een wat korter stukje:
Een tijd lang was hij niet aanspreekbaar. Arme Casper. Hij had het zwaar met de verwerking van de dood van zijn vader en zijn moeder was er niet voor hem. Ze werd steeds depressiever en was erg in zichzelf gekeerd. Daardoor verwaarloosde ze zichzelf en daarmee ook de enige zoon die ze had. De arme stakker.
Intussen was het twee dagen en vijf uur na zijn vaders dood en er was veel gebeurd. Zijn moeder was bijvoorbeeld tijdelijk opgenomen in een kliniek en Casper zocht eindelijk (die vier dagen leken namelijk eindeloos te duren) weer contact met me. Hij begon gelukkig in te zien dat hij vrienden had die voor hem klaarstonden en dat ik er ook was om hem te steunen. Ik was blij dat we weer normaal met elkaar konden omgaan. Maar voor hoelang? Joost mocht het weten. Ik wist het in ieder geval niet…

Wat een leuk verhaal!! Je schrijft ook heel erg fijn…

Dankjewel! Hier komt nog een stuk:
Het was zaterdag, nu vier dagen na zijn vaders dood en we hadden afgesproken bij hem thuis. Stipt om tien over half zes belde ik aan.
‘’Hey Kim. Kom binnen. Ik heb een pizza laten bezorgen. Je lust vast wel een stukje?’’
‘’Hey Casper. Ja, lekker.’’
We ploften op de goudkleurige tweezitsbank en aten onze pizza Hawaï, wat trouwens mijn lievelingspizza was.
‘‘Hoe is het nou met je moeder?’’, vroeg ik toen we aan onze pizza zaten. Casper slikte. Ik zag de angst in zijn ogen.
‘‘Eh… tja. Als je het niet erg vindt praat ik er nu liever even niet over, oke?’’
Dat kon ik best begrijpen en omdat ik niet wist hoe ik moest reageren zei ik: ‘‘Oke.’’
Er volgde een ongemakkelijke stilte waarin we zwijgend onze pizza naar binnen werkten. Het was op dat ene moment, dat Casper opeens zei: ‘‘Kim. Ik heb een vraagje. Zou je… eh? Zou je me kunnen helpen?’’
‘‘Tuurlijk. Zegt u het maar.’’
‘‘Ik eh… De begravenis is over drie dagen en ik wil graag wat vertellen over mijn vader, zeg maar eh… als herinnering aan hem.’’
‘‘Hè, tuurlijk ga ik je helpen. Heel graag zelfs.’’
‘‘Dank je. Maar ik ben bang om te falen.’’
‘‘Casper, ik weet zeker dat je vader het heel mooi zou vinden. Je kunt niet falen. Luister, je mag me altijd om hulp vragen.’’
‘‘Vind je het dan niet erg dat ik, dan eh… misschien moet huilen?’’
‘‘Zelfs jongens huilen wel eens. Echt, waar, erewoord.’’ , zei ik…

Ik ben de hele avond en nacht bij hem in zijn appartement gebleven. De volgende ochtend stond ik al om half zeven eieren te bakken. Casper kwam naar beneden en keek goedkeurend naar mijn ‘klunsigheid’, zoals ik het zelf noemde.
‘‘Hey, keukenprinses, dat ruikt lekker.’’
‘‘Nee, joh. Het gaat helemaal niet goed.’’ mompelde ik.
‘‘Beter dan ik, hoor. Ik gebruik nog steeds het kookboek voor dummies. Wel zo makkelijk.’’, zei hij glimlachend.
‘‘Het zal wel. Maar in ieder geval bedankt voor het compliment. Lust je ook een eitje?’’, antwoordde ik.
‘‘Ja.’’, zei hij terwijl hij naast me kwam zitten op de goudkleurige tweezitsbank. We zaten al een tijdje toen ik besloot nog een poging te wagen: ‘‘Casper?’’
‘‘Ja?’’
‘‘Eh… je moeder… hoe gaat het nu met haar?’’
Caspers nek kleurde langzaam rood en even leek het of mij een woede-uitbarsting te wachten stond. Maar hij wist zich te beheersen en met enige moeite vertelde hij: ‘‘Ze zit nu in een kliniek.’’
‘‘Ja, dat weet ik.’’, zei ik.
‘‘Nou, wat wil je dan van me?’’, zei hij geïrriteerd.
‘‘Sorry, maar…’’
‘‘Kim, ik weet niet of je het doorhebt, maar je hoeft me niet uit te horen, oke? Ik wil rust aan m’n kop, ja? Snap je dan echt niet dat ik daar nu geen zin in heb?’’
‘Kom op. Je hebt inmiddels al meer dan een week de tijd gehad.’’
‘‘Die week lost niets op. Ik bedoel wat zijn acht dagen nou, zeven keer vierentwintig uur, nou en? M’n vader krijg ik er niet mee terug. En als je denkt dat ik er na acht dagen wel weer overheen ben, heb je het mis. Ik heb tijd nodig om het te verwerken. Gun me die tijd dan ook. Ik hou van je, maar houd jij nog wel van mij?’’, riep hij.
‘‘Sorry Casper, ik weet niet of deze relatie echt wat wordt. Als het aan mij ligt, dan is het uit. We kunnen het beste vandaag nog een punt erachter zetten.’’
‘‘Je gaat me toch niet dumpen? Dat kun je niet maken!’’
‘‘Jawel, dat kan ik heel goed!’’
‘‘Maar waarom? Doe het niet.’’, smeekte hij.
‘‘Snap je dat dan echt niet?’’, schreeuwde ik.
‘‘Nee, dat snap ik inderdaad niet van je.’’
‘‘Nou, dat is dan pech voor jou.’’, zei ik. En daarmee was onze verkering beëindigd.
Onze relatie was totaal op de klippen gelopen…

Eigenlijk voelde het als een opluchting. Het was klaar, over en uit. Freedom! I’m a single lady! Maar ergens in mijn hoofd kwam een knagend gevoel opzetten. Het was een vervelend gevoel, eigenlijk net alsof je hoofdpijn hebt, maar dan net ietsjes anders. Ik had een schuldgevoel want ik was tenslotte degene die het uitgemaakt had. Ik was degene die hem niet wilde steunen toen hij het nodig had. Ik was degene die hem het leven zuur maakte. En waarom had hij überhaupt mij gekozen, als hij veel beter kon krijgen? Ik bedoel, wat zag hij in mij? Sinds ik gisteren onze relatie had verbroken, had hij me al zo’n zeventien sms’jes gestuurd (wat ik overigens pure geldverspilling vond) zoals:
Ik snap dat je kwaad bent, maar laat wat horen please. x C
Kimmm, luister nou. Geef me nog 1 kans. x C
Waar zit je? Laat ut ff weten. Mis je. x C
Skattie, we moeten praten. x C
Ook had hij tig miljoen keer geprobeerd me te bellen, wat hem uiteindelijk alleen maar mijn voicemail opleverde. Dat betekende dat ik vanochtend op mijn voicemail vier nieuwe berichten zag staan. De laatste die hij gestuurd had was gisteravond om 23.25 en het enige wat hij zei was: Waarom hoor ik niks van je? Bel me. Liefs Casper.
Waarom hoort hij niks van me? En ik zou hem zeker ook niet bellen. Dat wist hij toch zelf ook wel? Ik schreef hem een sms’je terug: Het is uit. Je kansen zijn verkeken. x K
Mijn vinger zweefde boven het verstuurknopje van mijn mobiel. Ik twijfelde. Las het nog een keer over en klikte tenslotte dan toch maar op verzenden. Het klonk misschien hard, maar het was gemeend.
Zolang hij me niet op zijn knieën smeekte om naar hem terug te gaan, bleef het zoals het er nu voor stond. Ik wilde wel eens uittesten hoeveel hij voor mij over had. Bar weinig waarschijnlijk. Maar ja, ik was een van de velen, he? Zo gaan dat soort dingen nou eenmaal…

ik vind het echt heel leuk om te lezen!! Goed bedacht!!

Dankjewel!

Maar het tegendeel was waar. Hij stuurde me rozen, witte, omdat hij wist dat ik die zo mooi vond. Er zat een kaartje bij waarop stond: Lieve Kim, Ik heb een verassing voor je. Zie je morgen 11.00 at my place. x C
Ik wist niet of ik wel zin had om mijn ex te ontmoeten. Wat maakte het eigenlijk uit. Ik was voorlopig nog wel ff single en dat beviel me prima. Ik besloot daarom om niet meteen toe te happen, straks dacht hij nog dat ik te gretig was en dat wilde ik liever niet.
Ik dreef hem tot het uiterste en dat scheen te werken, zowel bij hem als bij mij. Want nadat ik om elf uur niet was komen opdagen, kwam hij me ophalen met zijn blauwe Volvo. Dit keer ging ik wel mee.
Onderweg kreeg ik een sms’je binnen. Het was Martha. We zaten in hetzelfde jaar en waren kluismaatjes. Uiteindelijk werden we vriendinnen. Ik kende haar nu al ruim een jaar.
Zit in de New Yorker. Twijfel over een nieuwe bikini. Welke? Jij mag kiezen: blauw of rood? x M.
Doe maar rood. CU later. x K, sms’te ik terug.
Na een halfuur rijden stopten we bij een super groot meer. Het helder blauwe water schitterde in het zonlicht.
‘’Zin in een duik?’’, lachte Casper.
We doken erin met kleren en al.
Na het zwemmen zochten we een plekje om op adem te komen. Het warme zand kietelde onder mijn tenen. Verhip, we lopen zowaar hand in hand, dacht ik opeens. Het voelde zo vertrouwd. Maar dat duurde niet lang…

‘’Kim, ik vind dat we moeten praten.’’, zei hij nadat we allebei waren gaan zitten. O jee, daar zal je het hebben, dacht ik.
Nu komt het.
‘’Oke.’’, zei ik.
‘’Ik heb eens nagedacht en ik begrijp jouw standpunt in onze relatie niet. Ik bedoel maar, je moet niet denken dat… Nou ja, dat ik…’’
‘’Casper.’’, onderbrak ik hem. Hij luisterde niet.
‘’Ik heb ook nagedacht.’’. Nu had ik zijn aandacht.
‘’Wat wil je daarmee zeggen? Dat je me een saai persoon vind, te zielig voor woorden?’’
‘’Nee. Eigenlijk bedoelde ik dat ik je charmes en humor echt niet kan missen.’’
‘’Dus, je wilt het opnieuw proberen?’’, zei hij vol ongeloof.
‘’Zo zou je het inderdaad kunnen zeggen, ja.’’, zei ik droog.
Toen liet ik me in zijn armen vallen en we zoenden elkaar. Het was een echte vurige kus. Ik wist dat ik op dit moment nergens anders wilde zijn dan in het hier en nu, in de armen van de jongen van mijn dromen.

Wat lief ^^

Dankje :slightly_smiling_face:

Wat was ik blij dat we de ruzie bij gelegd hadden. Eigenlijk was ik wel verbaasd over mijn eigen impulsiviteit. Ik dumpte hem en een dag later had ik hem weer. Deze fout mocht ik niet nog een keer maken. Hoe kon ik zo stom zijn om hem de tijd die hij schijnbaar hard nodig scheen te hebben, niet te gunnen. Om hem niet te steunen tijdens de verwerking van zijn vaders overlijden? Casper had iemand nodig met wie hij zijn leven kon delen. Zijn keus was gevallen op mij. Waarom zou ik dan nog moeilijk doen? We hadden al veel meegemaakt samen. Het was tijd om verder te gaan met wat we ooit waren begonnen, en dat was ook wat we straks gingen doen. Straks, als dit hoofdstuk afgelopen is. Dan begint er een nieuwe. We gaven elkaar een tweede kans en die lieten we niet zomaar lopen. We zouden er voor moeten vechten, maar dat was het het allemaal waard. Dat wist ik gewoon. Ik voelde het aan m’n water…