Ik heb een hele tijd al geschreven, en nooit vond ik iets leuk, of goed genoeg om het op internet te zetten. Nu denk ik ‘fuck it.’ Ik doe 't gewoon. Ik heb al een idee wat ik met dit verhaal wil, maar hoe het gaat lopen weet ik echt nog totaal niet, dus ik hoop dat 't gaat lukken! (:
–
“Veel plezier he, liefje! Doe je voorzichtig?” Mijn moeder gaf me een zoen op m’n wang, en gaf me nog een knuffel. “Natuurlijk!” Grinnikte ik. “Ik breek echt geen been hoor! Ik ben toch niet van plan te gaan skieën, of te gaan snowboarden. Ik ga wel schaatsen, zoals altijd.” Ik deed al 8 jaar aan kunstschaatsen, en was er aardig goed in. Al twee keer ben ik landskampioen geworden, en één keer 3e op het wereldkampioenschap, dus dit weekje naar Canada kwam me mooi uit.
“Soph!? Sophia!” Mijn beste vriendin, Ava, kwam op me afgelopen. “Hallo Mevrouw Callaghan!” groette ze mijn moeder vrolijk. Mijn moeder knikte, en glimlachte eventjes. “Hey Ava. Heb je er ook zin in?” Ava schudde haar hoofd. “Hell No, ik haat sneeuw, en kou. Geeft mij maar de Aprés-Ski!” Ik schoot in de lach. Ik hield echt van haar, ondanks dat ze af en toe heel bot uit de hoek kan komen, en gigantisch domme opmerkingen kon hebben. Ik gaf mijn moeder nog een laatste knuffel, en liep toen achter Ava aan naar de bus die ons naar het vliegveld zou brengen. “Soph?” vroeg Ava, toen we een plekje, achterin de bus hadden gevonden. “Hmm?” ik keek even op van m’n iPod. “Het is uit tussen Brody en mij.” Ik schoot bijna uit m’n stoel. “Sorry?” Ik keek m’n beste vriendin aan. Ze zuchtte. “Hij heeft het gisteren uitgemaakt, en hij zij dat dit reisje wel goed uitkwam voor hem, zodat hij kan nadenken over wat hij voelt… of niet voelt, blijkbaar.” Ik sloeg een arm om mijn beste vriendin heen, en keek haar aan. “Like I said, jongens zijn nooit te vertrouwen.” Ava snoof. “Ja, jij hebt altijd gelijk!” Zij ze met een gemaakte glimlach op haar gezicht geplakt, en ik rolde met m’n ogen. “Anyways… "
begon Ava. 'Heb je je schaatsen meegenomen?” Ik knikte. "Natuurlijk. Waarschijnlijk is er natuurijs. dat schaatst het beste. "Ava staarde me weer aan met een onwijs droge blik. “IJs is ijs, Soph.” Ik schudde mijn hoofd, en stopte mijn oordopjes in mijn oren. Veel zin had het niet, want Ava trok de rechter er meteen weer uit, om hem in haar eigen oor te stoppen. “Doe die ene van John Mayer. Dat is zo’n lekker nummer. Your body is a wonderlaaaaaaaaaand…” Begon Ava, en ze stuiterde op en neer op in haar stoel. “Ava, doe eens rustig, je maakt Alex en Thomas zo nog wakker.” mompelde ik, en ik wees op de 2 stoelen voor ons, waarin 2 klasgenootjes van ons prinsheerlijk lagen te slapen. "En ik ben zelf ook onwijs moe. Ik heb moeten trainen tot tien uur gisteravond. "Ava keek me weer aan. “Waarom? je kan het toch al?” ik zuchtte even diep. Ava was niet het persoon waarmee je in discussie moest gaan. “Ja… maar!” ze keek me met opgetrokken wenkbrauwen aan. “Ava, shut up.” mompelde ik. “Oke.” zei ze snel, en ze keek naar buiten. Ik grinnikte, en zette het liedje op, wat Ava eerder nog zong. “Dankje!” fluisterde ze me toe, en ze glimlachte eventjes.
Op het vliegveld was het druk. Het was dan ook wel LAX, hét vliegveld van Los Angeles. Hier en daar liepen een aantal fotografen, waar een aantal meisjes met spandoeken achteraan renden. Waarschijnlijk kwam er weer een artiest hier aan. Mijn arm was in die van Ava gehaakt, en we keken beiden maar een beetje rond. We moesten om elf uur bij gate B12 zijn. Ik wierp even een blik op m’n zilveren Guess horloge. Die had ik vorige week voor mijn negentiende verjaardag gehad, en ik had hem sinds toen niet meer afgedaan. Het was kwart voor elf, en ik keek naar Ava, die druk bezig was op haar Blackberry. Ik trok hem uit haar handen, waardoor ze een ‘Hey!’ uitbracht. ‘‘T is kwart voor elf. Zullen we richting de gate lopen?’’ Vroeg ik mijn beste vriendin, die met een geïrriteerde blik haar telefoon uit m’n hand probeerde te trekken. 'Ava! ’ Bracht ik nogmaals uit, hopend dat ze dit keer wel zou reageren.
‘Ja?!’ Ze keek me aan me aan met, alweer, zo’n neppe poeslieve glimlach op haar gezicht. Ik schoot in de lach, en ik schudde mijn hoofd. Ik gaf haar haar telefoon terug, en ze begon weer druk te typen. “Ja, laten we gaan.” Zei ze toch, en ze pakte m’n hand. Ik struikelde bijna, en daardoor, viel m’n tas op de grond. Ik zuchtte diep, en boog voorover, om mijn tas op te rapen. Voordat ik hem kon oppakken, had een mannelijke hand hem al opgetild. Ik keek op, en staardde in donkerbruine ogen. Even werd ik duizelig, en ik keek opzij. Ava stond me weer met een vervelende grijns aan te kijken. Toen ik voor me keer, stond de jongen er nog steeds. Hij droeg een bril, en hij had een hele lieve glimlach. “Bedankt.” bracht ik stamelend uit. Ik nam de tas over, en de jongen gaf me nog even knipoog, voordat hij wegliep, met een rugzak over een van z’n schouders geslagen. Ava kwam weer naast me staan, terwijl ik naar zijn rug staarde, totdat hij niet meer te zien was. "Wauw… Hij was… " mompelde Ava.
“Prachtig.” stamelde ik, alweer. Ava keek me aan. “Ik geloof dat we moeten rennen.” Zei ze, terwijl ze op haar telefoon naar de tijd keek. Het was inmiddels vijf voor elf. “Fuck!” bracht ik luid uit, voordat ik haar hand greep, en we richting de gate snelden.