2. Norah
Ik sta op vanachter de piano om mijn lege glas met water te vullen. Dan ga ik weer zitten, mijn vingers uitgespreid over de witte en zwarte toetsen. Al vijf dagen voel ik me alsof ik in een videoclip van Hurts speel, alleen schijnt daar nooit de zon. Zat ik maar in een videoclip. Dat zou betekenen dat deze hele nachtmerrie niet echt is. Maar dat is hij helaas wel, levensecht.
Al honderdzestien uur kan ik het beeld van mijn vriendje – ex-vriendje inmiddels – en die slet waar ik op de middelbare school drie jaar lang M&O mee heb gehad niet van mijn netvlies krijgen. Het is over het algemeen genomen ook niet erg slim om als je al een vriendin hebt midden in de McDonalds te gaan staan zoenen met een meisje dat overduidelijk niet die vriendin is. En als het daar nog bij gebleven was dan had ik er misschien mee kunnen leven, maar hij is gewoon met haar het bed in gedoken. Zijn bed, en dus technisch gezien ook mijn bed. Hoe kan hij in vredesnaam het ene moment zeggen dat hij van me houdt en het volgende moment met de grootste trut ter wereld naar bed gaan?
Als vanzelf razen mijn vingers over de toetsen van de piano heen. Voor iemand die aan het conservatorium studeert is muziek maken de beste afleiding die er bestaat.
“Nog één noot en ik sloop die piano tot er geen splinter meer van heel is.” Mijn zusje Zoey werpt me een dreigende blik toe, iets waarin ze door haar ruim zeventien levensjaren heen behoorlijk goed is geworden. Ze geeft me een sinaasappel. “Hier. Je zult al wel een levenslang overschot aan vitamine C hebben, maar van die stank krijg ik op dit moment minder hoofdpijn dan van die Roulette of hoe die gozer ook mag heten.”
“Marlon Roudette,” verbeter ik haar. Zuchtend trek ik een stuk schil van de oranje vrucht af. Hoeveel van deze dingen heb ik de afgelopen dagen al naar binnen gewerkt? Sinaasappels eten, water drinken en ‘New age’ spelen, dat zijn de enige twee dingen die ik sinds afgelopen zondag nog doe.
Ik word opgeschrikt door de bel. Wie kan dat zijn? Ons jongste zusje Rowan is niet thuis, maar die heeft een sleutel, en verder verwacht ik ook niemand. En mocht het Liam zijn met een van zijn goedmaakpogingen dan kan hij lekker op de stoep blijven staan tot hij een ons weegt.
Zoey springt op van de bank. “Dat is Julia.”
Terwijl zij naar de voordeur loopt, vraag ik me af hoe het verder moet. Hoe kan ik ooit mijn leven weer oppakken als het belangrijkste onderdeel eruit verdwenen is?
Op het moment dat Elin de woonkamer in komt, zeg ik in gedachten sorry tegen haar. Natuurlijk zijn mijn vier zusjes het belangrijkste onderdeel van mijn leven, ook al zijn ze niet allemaal even biologisch aan me verwant.
Elin komt naar me toe voor een knuffel. “Hoe is het? Voel je je alweer een beetje beter?”
“Nee,” antwoord ik. “De klootzak.”
“Wat je zegt.” Elin laat me los. “Hé, kom eens zitten. Juul en ik hebben een briljant plan en we willen jullie erbij hebben. Als jullie zin hebben tenminste, maar ik kan me niet voorstellen dat het niet zo is.”
Nu word ik nieuwsgierig. Ik ga mijn zusjes voor naar de tuin. Als de zon niet in mijn humeur komt dan komt mijn humeur wel in de zon. In een stoel die gemaakt is uit een combinatie van riet en gietijzer (hoe verzinnen ze het?) laat ik mezelf zakken. “Vertel op.”
“We willen een road trip naar Spanje maken,” verkondigt Elin. “Hebben jullie zin om mee te gaan?”
“Oké.” Zoey ziet het meteen zitten.
“Waarom naar Spanje?”
“Omdat dat leuk is,” antwoordt Elin. “We kunnen ook naar Groningen rijden, maar dat is nou eenmaal minder spannend. Ik wil gewoon lekker een eind weg. Ervaren hoe het is om in andere landen te rijden en ondertussen het zonnige zuiden opzoeken.” Dat ze momenteel in de brandende zon zit, lijkt ze even vergeten te zijn.
“Maar Rowan dan?” Zij is pas vijftien en mag van onze ouders gegarandeerd niet mee. Hoewel we haar natuurlijk ook niet alleen kunnen laten. Onze ouders zijn namelijk gisteren met onze oom en tante voor een lang weekend richting Antwerpen vertrokken om te vieren dat ze allemaal twintig jaar getrouwd zijn, dus die komen niet binnen twee dagen terug. Wachten is geen optie, want als we gaan dan wil ik ook zo snel mogelijk weg uit deze bron van ellende.
“Die nemen we gewoon mee.” In Zoey’s wereld kan alles. “Pap en mam zijn er toch niet. Tegen de tijd dat die überhaupt merken dat Rowan met ons mee is, zitten wij al lang en breed in Frankrijk.”
Het is uiteraard niet de bedoeling dat we ons eigen zusje gaan kidnappen. Hoe we het dan wel gaan doen weet ik nog niet, maar er is één ding dat ik wel weet. Ik sta te springen om weg te gaan. “Laten we morgen vertrekken dan.”
De stukjes zijn vrij kort. Op Wattpad plaatste ik er daarom steeds twee tegelijk. Zouden jullie dat ook fijn vinden of niet?