[Verhaal] Ralph

okay, what the frixing fuck am i doing.

Hai. :‘D
Ik heb sinds tijden weer eens een verhaal geschreven waar ik oprecht blij mee ben - hoera - en dus wilde ik het hier gaan posten. Ik wilde zeggen, ‘sommigen kennen mij misschien wel…’ maar aangezien ik echt anderhalf jaar geleden voor het laatst hier iets gepost heb, zullen er vast wel veel zijn die mij niet meer kennen van de verhalen hier. Als dat wel zo is, yay!
Ik ben in ieder geval bekend van Daniël en van De Perfecte Tien en ik heb ook Schijn bedriegt geschreven, maar die heb ik nooit afgemaakt. Oeps. :’)
Goed, over op dit verhaal. Ik ben ontzettend slecht met titels, dus dan maak ik er al snel wat simpels van, zoals de naam van één van de personen. Niet heel origineel, aangezien ik ook al een ‘Daniël’ heb, maar hé. Maakt niet uit. Maar zie hier: Ralph. Een idee wat ik al ontzettend lang in mijn hoofd had, maar pas recent mee ben begonnen om het uit te werken. Met NaNoWriMo (zie topic voor meer info) heb ik er sinds gisteren 50.000 worden uit gehaald en daarmee vond ik het wel genoeg gevorderd om het hier te posten. Het is bij lange na nog niet af (volgens mij ben ik nu nog maar op de helft) en dus zal ik al postend doorschrijven.
Nu over op the serious stuff:

Waar het over gaat:
[i]Ralph is nooit een goed persoon geweest.
Ja, dat is de slechte manier om een liefdesverhaal te starten, maar het is wel de bittere waarheid.

Veel drank, een grootse verjaardag en een verschrikkelijke bar heeft Emi en Ralph op een bijzondere manier samen gebracht. Ralph is afstandelijk, uit de hoogte en wil het liefst zo snel mogelijk weer Emi uit zijn leven werken en Emi kan hem niet uitstaan, maar een bepaalde verbintenis zorgt ervoor dat ze steeds weer op elkaars pad komen. Het lot moet hen wel samen willen brengen en ze geven zich over.
Alles lijkt beter te gaan dan verwacht en Ralph en Emi worden zowaar gelukkig met elkaar. Een jaar vol avonturen, beschamende momenten en puur geluk. Maar als Ralph op de ochtend na Emi’s eenentwintigste verjaardag ineens verdwenen is, vraagt Emi zich af hoeveel ze nou eigenlijk van hem weet. Ze kent zijn ouders niet, weet niet of hij broers of zussen heeft en bedenkt dat ze ook eigenlijk nooit heeft geweten wat voor werk hij precies doet. [/i]

En ik post ook maar gelijk het eerste deel.

Proloog:

20 september, 2014

Wanneer ik mijn ogen open doe, realiseer ik me voor het eerst dat ik eigenlijk niets van Ralph weet.
Ik weet niet wie zijn ouders zijn. Ik weet niet of hij nog broers of zussen heeft. Ik weet niet eens waar hij vandaan komt, wat hij het liefst ’s ochtends op zijn brood heeft en welke muziek zijn hart heeft gestolen.
Ik weet niets van hem terwijl ik al een half jaar van hem houd.
Mijn hoofd is nog zwaar van de avond ervoor. Beelden komen tot me die ik liever vergeten was. Het dansen op de bar, het illegaal betreden van het dakterras om vervolgens de hele buurt ’s nachts wakker te houden, de felgekleurde drankjes die ik maar naar binnen bleef gieten. Ik haat het dat mijn lichaam zo slecht tegen alcohol kan.
De plek naast me in het bed is leeg en koud, alsof er nooit iemand gelegen heeft. Ik kan me herinneren dat Ralph en ik hier om vier uur ’s nachts zonder ons om te kleden op bed waren gestort en binnen no time van de wereld waren.
Ik struikel over een lege fles champagne als ik me een weg baan door de vuilnisbelt die ik ooit mijn slaapkamer kon noemen. Die fles was bevatte de laatste druppels alcohol die ik naar binnen had geslurpt voor ik tien uur van de wereld zou zijn.
Mijn hart slaat een slag over als ik de woonkamer betreed en de ellende zie die we achter hebben gelaten. Ik weet helaas nog precies hoe ik in huilen uitbarstte toen Vivian de vaas van mijn overleden oma op de grond liet kletteren omdat haar striptease act nog niet extravagant genoeg was en ze aangemoedigd werd uitbundiger te doen. Het duurde tien minuten voor Ralph me weer stil gekregen had en ik begon te lachen omdat ik het ‘toch zo’n afzichtelijk ding vond’. Als ik langs de gruzelementen loop die op een hoopje op de grond liggen, heb ik spijt van die woorden. Ik mis mijn oma ineens weer met heel mijn hart.
Ik weet niet waar Ralph nu is. Ik weet eigenlijk nooit waar Ralph naar toe gaat, tenzij ik met hem meega. Ik durf ook ineens niet meer met zekerheid te zeggen of ik wel weet wat Ralph voor werk doet.
De eettafel staat volgebouwd met half lege flessen, maar het roze notitieblaadje valt maar al te goed op. De pen, roze met zo’n veer er aan, ligt nog naast het briefje. Ik weet niet waar Ralph die pen heeft gevonden, want ik ben er zeker van dat ik die al maanden kwijt was.
Ik ben niet helderziend, maar ik weet wel dat het roze blaadje niet veel goeds betekent. Als een luipaard besluip ik de tafel, mijn prooi nietsvermoedend. Dan lees ik de drie woorden die op het blaadje gekrabbeld staan.
Alsof iemand me in mijn maag stoot. Mijn hart langzaam met een flinterdun mesje wordt open gekerfd.
Want ik weet wat die woorden betekenen. Ik weet ineens precies hoe Ralph denkt. En ik weet precies dat onze tijd tot een abrupt einde is gekomen.

Het spijt me.

  • R

Jaaaa ik ben fan en je eerste officiële volger!

Ik volg ook :slightly_smiling_face:

Ik volg!

Ik volg!

Yay, super :grinning:
Ik post vanavond denk ik nog wel een stukje. Ik heb trouwens geen idee hoe vaak ik ga posten, maar aangezien ik een behoorlijke voorraad heb, zal dat wel vaak zijn. Denk ik. :’)

15 november, 2013

Ralph is nooit een goed persoon geweest.
Ja, dat is de slechte manier om een liefdesverhaal te starten, maar het is wel de bittere waarheid. Als ik hem niet op dat bepaalde moment in die verschrikkelijke bar had leren kennen en een gedwongen gesprek met hem had gevoerd, haatte ik hem waarschijnlijk net zoveel als andere mensen deden. Vivian heeft hem ook lang gehaat. Pas toen ze met hem opgesloten zat in de kelder, begon ze van hem te houden. Maar dat is een verhaal voor later.
Ik herinner de dag waarop ik Ralph leerde kennen nog maar al te goed. Het was namelijk een feestelijke dag. Althans, feestelijk in de ogen van Vivian, ik wilde zelf het liefst de hele dag in bed doorbrengen met kokoskoekjes, appelsap en mijn lievelingstv-series. Ik was jarig. Twintig jaar. Het volwassen worden kwam zo akelig dichtbij dat ik een paar dagen voor mijn verjaardag naar mijn ouderlijk huis was gegaan en de dozen die ik jaren geleden had opgeborgen van zolder had gehaald en mee had genomen om ze daar tot op de bodem uit te pluizen. Diddl-blaadjes, van die vieze rubberen ballen met stekels, poëziealbums, kaartjes voor mijn verjaardag waar mijn leeftijd nog maar uit één cijfer bestond, het was er allemaal nog. Ik herleefde mijn jeugd in één middag en voelde me daarna alleen nog maar slechter.
Toen ik vijf seizoenen van een tv- serie verder was en de dag aangebroken was dat ik twintig jaar geleden geboren was, vond Vivian het wel weer genoeg.
“Het verleden is het verleden, de toekomst is mooi en onvoorspelbaar en daarmee basta.” Aldus de woorden van Vivian om negen uur ’s ochtends, toen ik mijn serie-kater nog aan het uitslapen was.
Ze had grootse plannen, beloofde ze me plechtig, en wilde het de prachtigste verjaardag die ik ooit had meegemaakt maken. Ik vertelde haar gelijk dat dat niet mogelijk was, omdat mijn tiende verjaardag, die ik in het Dolfinarium had gevierd, de mooiste verjaardag uit mijn hele leven was. Mijn buurjongetje had in zijn broek gepist, mijn zusje was kwijt geraakt in de speeltuin en pas een uur later teruggevonden en ik had een hele patat met mayo over mijn shirt geflikkerd, maar ik mocht naar dolfijnen kijken en roggen aaien en dat maakte alles goed. Niets kon die verjaardag overtreffen.

Nadat ik alle sierkussens van mijn bed naar Vivians hoofd had gegooid, maar ze me helaas niet met rust liet, stond ik om kwart over negen naast mijn bed en kon ik wel janken. Op deze manier zou mijn verjaardag alleen nog maar akeliger worden. Het was een vrijdag en op vrijdagen sliep ik altijd minstens tot twaalf uur uit.
“Ik heb grootse plannen,” herhaalde Vivian nog maar eens nadrukkelijk. “En je zult het fantastisch vinden.”
“Het Dolfinarium was fantastisch.” Met een kop op stemming oorlog en mijn ogen nog half dichtgeknepen sleepte ik mezelf naar de woonkamer toe, waar het alleen nog maar erger leek te worden.
Vivian sprong naast mij opgewonden op en neer en klapte een paar keer in haar handen van enthousiasme. Die klappen kwamen als donderslagen mijn oren binnen en ik begon een slot op mijn kamer steeds meer te overwegen om haar buiten te houden. Ik wilde uitslapen. Zo, zo graag.
De kamer was versierd. Niet hier en daar een vlaggetjesslinger, een paar ballonnen en misschien nog wat linten, maar écht versierd. Als in: waar is het plafond gebleven? En: Ik kon me herinneren dat we ooit een vloer hadden.
Er knapte een ballon onder mijn voet toen ik een rechtsomkeer naar mijn slaapkamer wilde maken en ik was helaas gelijk wakker. Slapen had nu officieel geen zin meer.
“Mooi, hè?” zei Vivian grijnzend. Ze trapte de ballonnen opzij toen ze zich een weg naar de bank baande. “Ik kon vannacht niet slapen en ineens kwam ik op dit geniale idee… Wist je dat ballonnen nog niet eens een euro kosten? En ze zijn roze!”
“Ik dacht dat je vannacht lag te bevallen.” Het mysterie voor het gepuf dat ik ’s nachts constant hoorde toen ik net op het spannende stuk in mijn tv-serie was, was ook gelijk weer opgelost.
Met een blik op de klok – die nog maar net zichtbaar was tussen de slingers – kwam ik tot de conclusie dat ik nog veertien uur en veertig minuten had voor ik eindelijk van deze ellende af was. Zoveel ellendige seconden om door te komen.

Ik volg! :slightly_smiling_face:

Leuk, verder :slightly_smiling_face:

Haha, heel casual ‘toen ze samen opgesloten zaten in de kelder’. Ik volg!

Ah leuk, ik ga dit volgen!

yeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeey, ik heb Daniël een par maand geleden uitgelezen en het was echt een super verhaal!! ik volg!!

Welkom welkom nieuwe volgers :grinning:
Weer een nieuw stukje!

“Er is taart!” gilde Vivian toen ik richting de koelkast liep om een ontbijtje te gaan maken. Ze sprong op en kwam op me af gerend, zonder rekening te houden met de ballonnen, waardoor het leek alsof er een Kalasjnikov geweer af ging. De bovenburen zouden vanaf nu niet meer ons begroeten als we ze tegen zouden komen in de hal, dacht ik.
Vivian haalde dozen tevoorschijn uit plekken waarvan ik niet eens wist dat ze bestonden en stalde ze één voor één netjes voor me uit. Ze sloeg mijn hand weg toen ik de meest linkse doos wilde openen en keek me met toegeknepen oogjes aan terwijl ze op de meest langzame manier de dozen openmaakte.
“Chocolaaaaa…” zong ze bij het openen van de linker doos. Volgende. “Slagroom, voor de saaie taarten onder ons.” Ze lachte harder om het grapje dan ze zou moeten. Ik vertrok geen spier. “En mokka. Je weet wel, die ene die we ook bij Rogier hadden gegeten.”
Mijn dag was één cijfertje achter de komma beter geworden door het aanzien van de bruingekleurde taart met romige toefjes in een perfecte cirkel. Als ik voor de rest van mijn leven alleen nog maar mokkataart mocht eten, zou ik dat niet erg vinden. Behalve dat ik dan op mijn dertigste al de dood tegemoet zou zien omdat ik mijn bed niet meer uit kon komen, maar dat was een detail voor later.
“Thank God,” bracht ik uit terwijl ik de doos met mokkataart van het aanrecht pakte en dankbaar een vork aanpakte van Vivian, die snel had gereageerd bij het aanzien van mijn blik van genot.
Al prikkend in de taart en al trappend tegen de ballonnen ging ik naar mijn eindbestemming, de bank. Als het aan mij lag, kwam ik daar de rest van de dag niet meer van af, maar de woorden van Vivian galmden nog door mijn hoofd. Grootse plannen. Ik zou niet rusten tot het middernacht was.

Vivian wist van aanpakken. Toen ik een te beschamend groot stuk van de overheerlijke taart had opgegeten, vertelde ze me dat ik een om half elf klaar moest staan voor het vervolg van mijn verjaardag.
Ik werd geblinddoekt – Vivian hield van een dramatisch effect – en meegenomen achterop de fiets naar een onbekende bestemming. De hele weg lang klampte ik me vast aan Vivian, want compleet blind rondfietsen tussen het drukke verkeer van de stad was doodeng. Ik gilde zo vaak dat ik aan het eind van de rit compleet schor was.
Toen we uiteindelijk op plek van bestemming aankwamen en Vivian het geroffel van een trommel nadeed – nogmaals, het dramatische effect was belangrijk – werd de blinddoek met een woest gebaar van mijn hoofd getrokken en zag ik bomen. Kleine, grote, dunne en dikke bomen. Veel blaadjes ook. Ik geloof dat ik eerst een minuut lang naar de bomen stond te kijken voor ik Vivian verward aan keek en om een uitleg vroeg.
Vivian moest extreem hard zuchten, want zij vond het natuurlijk heel duidelijk wat we gingen doen, maar ik had geen flauw idee. Bleek dat ze een speurtocht voor me georganiseerd had en ‘één van haar mannetjes’ cadeautjes had laten verstoppen in het stukje bos dat ik voor me zag. En ik mocht ze allemaal gaan zoeken.
Vivian had echter niet helemaal over de details nagedacht en was de aanwijzingen op sommige plekken vergeten, waardoor ik langer dan het geplande half uurtje op zoek was naar de cadeautjes en ze uiteindelijk maar alle resterende pakjes zelf was gaan halen.
Ik werd bedolven onder cadeautjes, dat was in ieder geval zeker. Maar ik mocht ze nog niet uitpakken. Nee, het moest extra spannend blijven en dus moest ik alle duizend cadeautjes in mijn armen mee nemen naar een wederom mysterieuze locatie waar ik ze dan open mocht maken. Die geheime locatie bleek een groot meer te zijn aan de rand van het bos en het bootje al lag te wachten. En in dat bootje zat mijn grote mokka-vriend Rogier. Rogier, die altijd zo nonchalant gekleed mogelijk door het leven ging, was in pak, inclusief vlinderstrik. We werden verwelkomd met een cocktail – die ik niet aan kon nemen omdat ik bijna onder het gewicht van mijn cadeautjes bezweek – en mochten aan boord stappen van de ‘S.S. Emi’, de naam die met amateuristische verfkunsten op de zijkant van de boot geschilderd was.

hahaha

Subtiele up, sst. Vanavond post ik weer een stukje. (:

Haha geweldig geschreven, de humor in dit verhaal vind ik heel leuk :slightly_smiling_face:

Geweldig! Ik volg je, heb al je andere verhalen ook gevolgd en gelezen en altijd geweldig gevonden. Dus ik ben een trouwe fan!

Hoppaa

Toen was eindelijk het moment van uitpakken aangebroken. Onder het genot van vele cocktails, die Rogier maar tevoorschijn bleef toveren, dobberden we over het meer en liet ik een spoor van cadeaupapier achter tot ik al mijn cadeautjes uitgepakt had. En ik had alles wat mijn hartje begeerde. Van sloffen tot truien, van lipstick tot nagellak, ik kreeg alles.
Zie, Vivian hoefde eigenlijk niet met mij op kamers te wonen, want ze had genoeg geld om gemakkelijk een appartement voor zichzelf te huren. Maar aangezien ze dat niet deed, kwam ze zowat om in het geld en uitte ze dat door mij volledig te verwennen. Vivian leefde op het geluk van anderen en kon alleen maar glimlachen als ze andere mensen gelukkig zag. Vandaar dat ik minstens drie keer per week een klein pakketje op mijn bed vond, omdat Vivian weer eens iets voor me wilde kopen. En met verjaardagen ging ze volledig los. Het was bijna beschamend dat ik onder mijn bed moest kruipen om de laatste centjes tevoorschijn te toveren, waardoor ik eigenlijk nooit iets terug kon doen voor Vivian. Maar ze leek het niet erg te vinden. Totaal niet.
De gezelligheid op de boot groeide met de cocktail en zelfs Rogier, die eigenlijk de bob van de boot hoorde te zijn, sloeg de roze drankjes met genot achterover. Op het bootje keken we hoe de zon langzaam onder zakte tot we achterbleven in een lichte schemer.
Naar mijn mening was mijn verjaardag al geslaagd. Ik had ontzettend veel cadeautjes, ik voelde de zoete smaak van cocktails nog op mijn tong prikkelen en lag constant in een deuk om de grapjes die Rogier en Vivian maakten. Maar toen we eindelijk – na Rogier de weg naar de kant kwijt was geraakt, want dat is ook zó moeilijk – weer aan wal stonden, kondigde Vivian haar zoveelste verrassing aan. Het was nog niet afgelopen. Sterker nog, dit was alleen nog maar het begin.

“Moet die blinddoek nou echt weer?” vroeg ik ongeduldig en probeerde het stukje stof voor mijn ogen iets omhoog te schuiven zodat ik kon spieken.
“Emi!” gilde Vivian gelijk en trok de blinddoek met een ruk weer omlaag zodat ik niets anders dan duisternis zag. “Hoe kan het nou een verrassing zijn als je de hele tijd probeert te kijken?”
Ik bromde uit ongenoegen en sloeg mijn armen over elkaar. Ik zat op de achterbank van de auto van Rogier, een autootje met zo weinig beenruimte dat mijn knieën zowat in mijn nek zaten. Vivian was voorin gestapt naast Rogier, maar ik wist dat ze mij constant in de gaten hield. Vivians fiets was in de kofferbak gepropt en zorgde ervoor dat er steeds een koude bries in mijn nek blies omdat er in het kleine autootje eigenlijk helemaal geen plek voor een fiets was.
We waren alweer onderweg. Waar naar toe? Ik had werkelijk geen idee. In mijn hoofd probeerde ik elk denkbaar scenario te bedenken, maar er kwam niets naar boven. En ik vond het maar niets. Sinds vandaag was ik er achter gekomen dat ik niet van verrassingen hield. Ik moest ervoor zorgen dat ik met mijn volgende verjaardag in het buitenland zat waar Vivian mij niet zou kunnen bereiken. Misschien in de rimboe. Zonder telefonisch bereik, dat leek me wel wat.

Aaah leuk geschreven weer :slightly_smiling_face: ik vind Vivian wel een tof mens