[Verhaal] Puzzle Pieces

Als het kan, wat tips achterlaten en/of je mening :slightly_smiling_face:. x

Epiloog:

Ik lig in haar armen. Haar donkere haren dansen voor haar diepblauwe ogen die angst uitstralen. Dan slaat ze haar vleugels uit en kleuren haar ogen bruin. Opeens gilt ze en rolt ze over de grond. Ze verliest grip over me en ik rol de duisternis in.

Hoofdstuk 1:

De ogen van Rossline Carter schieten open. Ze kijkt rond. Haar kamer wordt verlicht door een straaltje zonlicht dat tussen haar gordijnen doorschijnt. De kamer is lichtblauw en klein. Misschien lijkt het klein, omdat het volstaat met spullen. Rossline zucht en draait ze om. Al weken lang droomt ze die nare droom. Beneden hoort ze gekletter, dat gevolgd wordt door gevloek. Langzaam staat ze op en loopt ze naar de badkamer. Zorgvuldig inspecteert ze zichzelf. Haar donker bruine krullen omlijsten haar bleke gezicht. Het eerste wat je in haar gezicht ziet, zijn haar grote donkerblauwe ogen. Haar roze volle lippen lachen naar haar. Nadat ze in de badkamer zich heeft gewassen, kleedt ze zich om en neemt haar tas mee naar beneden. In de keuken staat haar moeder vrolijk te zingen. “Hoi mam.”; begroet Rossline haar moeder. “Hee lieverd. Heb je lekker geslapen? Het eten staat al klaar en vergeet het geld voor je lunch niet.”; zegt haar moeder snel. Het is een lange vrouw met stijle blonde lokken. Ze werkt in een snoepwinkel, waar ze bekent staat als “Zoete Emily”. Rossline glimlacht en gaat snel ontbijten. Ze staart naar hun familie foto. Rossline staat er leunend op. Naast haar staat haar moeder. Samen lachen ze. Haar vader staat er niet op, want hij is vlak voor haar geboorte doodgegaan door een ongeluk. Haar vader heette Ross, vandaar haar naam. Ze slikt de allerlaatste hapjes door en veegt haar mond af. “Dag mam, tot straks.”; zegt Rossline. Ze wacht niet op antwoord en gaat weg.

Rossline fietst het schoolplein op en stalt haar fiets in het rek. Aan de voorkant van de school staan een paar banken en tafels die op het grasveld. Achter de school staan nog sportvelden en gymzalen. Rustig liep ze de school in. Het is een oud gebouw. Op de voorkant staat er met gouden letters “Newton High School“. Rossline loopt naar haar kluisje. “ROSS!”; klonk een bekende stem. Rossline draaide zich om en zag een meisje aanrennen. Haar oranje haren dansten elke keer als ze een stap zette. Haar groene ogen begroette Rossline en haar roze lippen lachten naar de wereld. Het was Cate Brickfield, haar beste vriendin. Als je die twee meiden voor het eerst zag, kon je niet geloven dat ze vriendinnen waren. Rossline was erg slim en concentreerde zich goed op school tot tegenstelling van Cate die meer tijd in haar haar en kleding stak dan in haar huiswerk. Maar als je ze beter leerde kennen wist je dat ze bij elkaar hoorden. Zoals een twee puzzelstukjes, ze hoorden bij elkaar. “Hee.”; zei Rossline met een glimlach. “Dit moet je horen.”; kwebbelde Cate enthousiast;” weet je nog dat koppel project? Meneer Brunkins heeft de koppels gemaakt en jij en ik zijn gekozen!” “Wat? Welk project?”;stamelde Rossline. Cate zuchtte en legde het uit; “Er komen nieuwe leerlingen en ze worden gekoppeld aan iemand om zich thuis te voelen en al die andere dingen. Jij luistert ook nooit he?” Cate draaide met haar ogen. Ze ging verder met praten terwijl zij en Rossline naar de klas liepen. Ze ginge op hun plaatsen zitten en Rossline luisterde half. “Uhm.”; kuchte een zware stem. Het was meneer Brunkins, een dikke man met een geweldige grote zwarte snor en een kale bowlingbal hoofd. “Jullie weten van het zo gehete ‘koppel project’ en voor diegene die het niet weten wat het is, het staat allemaal op de schoolsite dus kunnen jullie het rustig doornemen.”; begon hij. Hij keek met zijn vriendelijke blik de klas rond en ging verder;” vijf van jullie zijn geselecteerd en worden dus gekoppeld. Die personen zijn Edward Willins gekoppeld aan Bart Rosedale. Katherine Lavendia gekoppeld aan Olivia Mitfield. Cate Brickfield gekoppeld aan Taylor Danvor. Scott Shivers gekoppeld aan William Handson en tot slot is Rossline Carter gekoppeld aan Dave Suicher. Jullie krijgen deze week nog een voorlichting en een nieuw rooster en volgende week gaat dit project van start. Nog een fijn dag.” Brunkins waggelde op zijn benen weg en deed de deur dicht. De lesuren verstreken en Rossline had al twintig kleine briefjes van Cate ontvangen over die Taylor. In de pauze gingen ze naar buiten. Toen zag Rossline hem. Een donkerharige jongen leunde tegen een boom. Hij keek naar haar. Rossline werd bijna gehypnotiseerd door zijn donkere ogen. Hij lachte naar haar en Rossline voelde een steek. Ze kende hem ergens van. Ze voelde dat ze hem echt kende. Maar ze wist niet waarvan. “Delione.” galmde door haar hoofd. Andere meisjes zaten ook naar deze mysterieuze jongen te staren. Een van de meisjes wou opstaan en naar hem toelopen, maar hij was al weg. “Ross, kom nou. Straks moeten we staand eten.”; zei Cate. Ze trok aan de arm van Rossline en sleurde haar weer de werkelijkheid in.

Je mag geen reclame maken voor je blog. Dus je moet of je hele verhaal hier plaatsen, óf niet plaatsen.

oeps , ;$ !

*Wauw, echt een leuk verhaal! Je schrijft goed ook.
Ik kan wel zeggen dat er een paar fouten inzitten,
maar ik heb er niet specifiek op gelet.

wauw geweldig stuk, kan niet wachten op het volgende!

Leuk stuk !
Verder (:

veel leesplezier!

Hoofdstuk 2:

Rossline loopt over de donkere straten van Newton. Het is een frisse zaterdagavond en ze is onderweg naar Cate. Haar voetstappen galmen door de rustige straten. Ze denkt terug aan vanochtend. Cate had haar heel enthousiast uit haar slaap opgebeld om te zeggen dat ze een slaapfeest had georganiseerd. Ze had een uur nodig om uit te leggen wat de plannen waren. Nu was Rossline op weg met haar weekendtas. Zachtjes begint ze te neuriën. Opeens hoort ze hard gelach. Ze kijkt om zich heen en ziet een paar jongens. Een naar gevoel kruipt omhoog en ze loopt snel door. dan hoort ze andere voetstappen. Langzaam kijkt ze over haar schouder en ziet dat een van die jongens haar volgt. Ze begint harder te rennen, maar die jongen zet een achtervolging in. Rossline durft niet achterom te kijken en rent steeds een straat in. Ze heeft een grote voorsprong, maar dan komt ze aan in een doodlopende weg.

Hijgend draait Rossline zich om en begint terug te rennen. Ze probeert nog de hoek om te gaan, maar hij heeft haar al te pakken. Hij duwt haar tegen de muur en kijkt haar aan. Rossline kan hem nu beter bekijken. Hij heeft doffe groene ogen en zijn bruine haren plakken aan zijn hoofd. Zijn adem stinkt naar bier, waardoor Rossline bijna moet overgeven. Hij begint te grijnzen; “Zo, zo. Jij kan er wel wat van hé? Je bent echt een schatje.” Hij begint te lachen; " Noem mij maar Jasper. Je Jaspertje." Rossline begint te trappen en probeert zich los te maken uit zijn greep. “Schatje, rustig maar. ik doe je geen pijn, heus niet. Juist het tegenovergestelde. ik zal je eens flink verwennen.” Jasper houdt haar zo vast, dat ze geen kant meer op kan. Hij heeft één hand vrij, waarmee hij haar rits wil losmaken. Voordat hij het kan aanraken, wordt hij ruw naar achteren getrokken. Rossline kijkt op en ziet een donkerharige jongen. Hij pakt haar hand en trekt haar mee. “Rennen, kom op!”; schreeuwt hij tegen haar. Rossline luistert en begint te rennen. Als ze omkijkt ziet ze ook Jasper. Hij heeft iets vast, wat glimt door de maan. “Links, links, links!”; zegt de jongen. Als ze de hoek om zijn, pakt hij iets uit zijn zak. Dan licht een auto op. Rossline loopt er bijna automatisch naar toe en trekt de deur open. De jongen wilt naar binnen gaan, maar Jasper krijgt hem te pakken. Dan ziet Rossline wat Jasper heeft. Een mes. Dan beginnen ze te stoeien. Het gaat te snel, waardoor Rossline het niet kan volgen. Jasper tilt zijn mes op, maar de jongen pakt snel Jaspers pols. Rossline kijkt snel om zich heen. Ze ziet op straat een dikke tak liggen en pakt hem. Ze loopt naar de jongens en slaat met de tak tegen de hand van Jasper. De mes vliegt uit zijn hand, en de jongen duwt hem snel op de grond. Rossline pakt de mes op. “Ga naar de auto!”; beveelt de jongen haar. Rossline aarzelt eerst, maar rent toch terug naar de auto. Ze ziet dat de jongen iets tegen Jasper zegt, maar ze kan het niet verstaan. Jasper blijft roerloos liggen en de jongen stapt de auto in. Dan rijden ze weg. Rossline zegt zachtjes; “Is hij…” “Nee, hij leeft nog.” Antwoord de jongen kalm. Rossline ziet dat hij een snee in zijn wang heeft. “Je wang.”; fluistert ze zacht. “O, dat geeft niet.” Hij veegt met zijn mouw wat bloed weg. “Gaat het wel?”; vraagt hij bezorgt. “Ja. Bedankt.” De jongen lacht. Rossline herinnert opeens wie hij is. Ze kijkt hem een tijdje aan en dan vallen haar ogen dicht.

mening/ tipssss?