Komt nog.
Synopsis:
Nina woont in op een afgelegen plek, een boerderij ver buiten de stad. Ze heeft een prima leven en heeft vergeven en is vergeten. Maar wat als haar verleden haar begint te achtervolgen? Alles lijkt perfect te gaan, maar niets is wat het lijkt…
Proloog:
Ik stapte stevig door. De stevige wind kreeg me niet omver. Ik hoorde het geritsel van de bladeren die op de grond dwarrelden. En het geluid van de brommende auto´s en het drukke verkeer in de verte. Het was rustig hier, op de boerderij. Er gebeurde haast nooit iets, er was nooit stres aan je hoofd. Levenloos dat het was, ja. Het was een eind fietsen naar school en buren had je niet echt. Maar toch genoot ik van de omgeving en de boerderij zelf. Het was de plek waar ik opgegroeid was, met dieren om me heen. De frisse lucht en het geluid van de zingende vogeltjes als je in de ochtend wakker werd.
Ik liep over een lange weg, langs woonboten en tuinhuisjes. Op weg naar de grote stad. De stad met de vieze benzine lucht, de hoge flatgebouwen en de verwaarloosde huizen. Het was een kille, koude ochtend. Ik liep helemaal alleen. Tot ik een schaduw zag. Geen schaduw van een koe, of een tuinhuisje. Geen schaduw van de weinige auto´s die aan de weg lagen. Een schaduw van een mens. Je liep altijd samen in deze omgeving, omdat er niks aan was om alleen te gaan. Maar ik wel, ik hield er van om een stukje te lopen. Dan kon ik nadenken. Ik keek achter me.
Een bleek gezicht, wilde zwarte haren en een ijzige blik. Ik kende de persoon niet. Een rilling ging door me heen. Hij stond daar maar, me aan te kijken. En ik deed niets. Ik draaide me weer om en liep verder. Niet bang zijn Nina, niet doen.
Ik voelde een koude hand op mijn schouder. Ik draaide me opnieuw om en keek nu recht in de ogen van de onbekende man. ‘Ken je me dan echt niet meer?’, de man lachte een beetje. ‘Ik weet niet wat je van me wilt, maar ik moet naar school.’ Mijn stem trilde.
‘Jij gaat helemaal nergens heen’, de man pakte mijn arm stevig beet. Een naar gevoel bekroop me. Toen pas wist ik het, dit was Dave. Mijn gevoel klopte altijd. Als ik wist dat iets fout was, was het ook zo. En nu hoopte ik dat ik het fout had, maar daar leek het niet op.
Verder/Stoppen?