When she was just a girl,
she expected the world.
But it flew away from her reach,
so she ran away in her sleep.
And dreamed of
paradise
Een witte baby wordt door een vrouw van de Masaï geadopteerd nadat haar ouders zijn overleden in een auto-ongeluk. Ze noemt het meisje Nalangu, wat ‘van ver gekomen’ betekent. Nalangu wordt opgevoed als een echte Masaï en weet niet beter dat ze daar thuishoort. Net als alle andere meisjes van haar leeftijd is ze uitgehuwelijkt aan een oudere man met meerdere vrouwen, maar ze raakt verliefd op een jonge krijger van haar leeftijd. Kurary en zij zien elkaar in het geheim, niemand mag van hun liefde weten. Op haar zeventiende verjaardag stopt er een jeep bij de stam en twee blanken mensen stappen uit. Nalangu’s leven zal voorgoed veranderen.
Proloog
‘’Het kind kan nergens anders heen,’’ galmde door de ruimte. De stem van de donkere man trilde en hij sloeg met zijn hand op tafel. Hij probeerde zichzelf te kalmeren door weer terug op de versleten bureaustoel te gaan zitten.
‘’Als we haar terugsturen heeft ze niemand meer,’’ zei een andere stem, dit keer de stem van een vrouw. Haar zwarte haren die tot op het midden van haar rug golfden omlijstten haar donkere gezicht, een typisch Keniaans gezicht. ‘’We kunnen zo niet verder, we moeten iets bedenken Bakari’’ kreunde ze zachtjes tegen de man.
‘’In Europa kan ze naar een weeshuis toe,’’ zei hij met een lichtelijk geïrriteerde stem.
‘’En haar hele leven geconfronteerd worden met het feit dat haar ouders niet meer leven? Dat kind verdient een beter leven Bakari, er moet een oplossing zijn,’’ zei ze tegen de man en ze pakte zijn hand. Een diepe zucht rolde over zijn lippen, hij had absoluut geen zin of tijd om hierover na te denken.
Het kantoor waar ze zich bevonden was bezaaid met brieven, rekeningen en allerlei ander soort papier en het verf was langzaam van de muur af gaan bladeren. Het kantoorgebouw was oud en versleten, maar prima om nog in te werken.
‘’Tess, je had die baby nooit mee moeten nemen,’’ zei Bakari en hij trok zich los van zijn vrouw. Nadat Tess ooggetuige was van een vreselijk auto-ongeluk waarbij twee toeristen waren overleden, had zij de zorg van de baby die het wel had overleeft op zich genomen tot iemand haar zou komen halen. In het paspoort van haar ouders stond dat het meisje Julia heette en slechts veertien maanden oud was. Al drie maanden woonde de baby in het oude kantoorgebouw, niemand was haar komen halen. ‘’Maar Bak-‘’ Verder kwam Tess niet, haar man sloeg boos met zijn vuist op de tafel. ‘’Verdomme Tess, ik wil die baby niet.’’ Zijn stem sloeg over en angstig deinsde Tess achteruit. Ze sloeg haar ogen neer en knikte. ‘’Ik snap het.’’
‘’Ik zal wel voor haar zorgen,’’ klonk het ineens achter de deur vandaan.
‘’Heb jij ons af zitten luisteren?’’ Vroeg Bakari, nog steeds met een boze toon in zijn stem. De schoonmaakster kwam achter de deur vandaan.
‘’Een blank meisje opvoeden in de Masaï, laat me niet lachen,’’ zei hij met een spottende grijns op zijn gezicht. Isina negeerde hem en richtte zich op Tess.
‘’Mevrouw Tess, ik zal een goede moeder voor haar zijn,’’ zei ze nog net niet smekend.
Een klein zuchtje verliet Tess’ mond, je zag haar wenkbrauwen fronsen en hoorde haar hersenen nog net niet kraken. ‘’Ik weet het niet Isina,’’ mompelde ze. Het liefst zou ze de baby zelf houden, ze was na drie maanden tot de ergernis van haar man van het kind gaan houden. ‘’Maar ik denk dat ze nergens anders terecht kan.’’
Een moederlijke glimlach verscheen op Isina’s gezicht. Bakari schudde zachtjes met zijn hoofd. ‘’Oké dan, maar als je haar eenmaal hebt geadopteerd kun je niet meer terug,’’ gaf hij toe.
Isina’s ogen straalden. ‘’Ik zal een goede moeder voor haar zijn.’’