[verhaal] Much ado about nothing

Okeee, ik heb dit verhaal al eens eerder geplaatst, maar heb hem toen niet afgemaakt. Inmiddels heb ik er al veel meer van geschreven, dus ik probeer het gewoon nog een keer!

Much Ado About Nothing

Samenvatting: Op aandringen van haar beste vriendin doet Keira auditie voor een toneelstuk op school. Wanneer ze hoort dat ze één van de hoofdrollen heeft, is ze hartstikke blij. Tot zover klinkt het perfect, toch? Tot Keira er achter komt wie haar tegenspeler is. Nu moet Keira spelen alsof ze hopeloos verliefd is op Kyle, maar laten die twee nu net een hekel aan elkaar hebben. En tot overmaat van ramp lijkt haar vader ook nog een groot geheim te hebben… Misschien toch niet zo perfect.

Hoofdstuk 1

“Keira, wacht op mij! Ik moet nog even… oh shit!”
Verbaasd draai ik me om en zie dan op vijf meter afstand mijn beste vriendin languit op de grond liggen. “Donna! Alles oké?” vraag ik bezorgd terwijl ik naar haar toe loop. Kreunend hijst Donna zich op totdat ze zit en werpt een verwijtende blik naar haar schoenen. “Kijk dan!” roept ze, en pakt één van haar oranje pumps vast. De hak bungelt er een beetje treurig aan. “Net nieuw, en nu al kapot.” Zuchtend gooit ze de schoen op de grond. “Ik zweer het je, ik koop nooit meer pumps in de aanbieding.”
Al mopperend komt ze overeind en schopt ook haar andere schoen uit. “Echt, waarom laat ik me toch altijd verleiden? Ik weet dat die goedkope schoenen het nooit lang volhouden.”
Ik glimlach liefjes naar haar. “Misschien omdat je een schoenen verslaving hebt, Don.”
Donna werpt me een boze blik toe. “Pff, verslaving is zo’n naar woord. Liefde voor schoenen ja, een passie misschien, maar geen verslaving.” Ze slaat haar armen over elkaar. “En trouwens, dat moet jij nodig zeggen, mevrouw Ik-moet-een-tas-hebben-in-elke-kleur-voor-elke-outfit.”
Lachend geef ik me over. “Oké, je hebt absoluut gelijk.” Ik heb altijd al een zwak gehad voor tassen. Sterker nog, mijn kamer staat er vol mee. Ooit heeft mijn vader me verrast met een enorme kast, speciaal voor al mijn tassen, maar daar passen ze allang niet meer in. Elke keer als mijn moeder nu mijn kamer binnenkomt vraagt ze me wanhopig wanneer ik nu eens wat tassen wegdoe. Niet dat dat ooit gaat gebeuren. Ik houd van mijn tassen, stuk voor stuk.
“Oh, hoe kom ik nu de dag door?” roept Donna wanhopig uit. “Ik kan toch niet de hele dag op één been blijven hinkelen?” “Dramaqueen,” lach ik.
“Hé, pas op jij,” zegt Donna gespeeld boos, en geeft me een speelse duw in mijn zij.
Die zag ik niet aankomen. Ik voel hoe ik mijn evenwicht verlies en als in slow-motion opzij val. Ik slaak een korte gil, sluit mijn ogen en bereid me voor op de klap wanneer ik de grond raak…
Maar hij komt niet. Voorzichtig open ik één oog. Ik sta nog! Of beter gezegd, ik hang nog. Iemand houdt me vast. Ik open allebei mijn ogen kijk nu recht in een ander, diepblauw paar ogen. Chagrijnig kijken ze me aan van onder een donkere bos haar.
“Eh, dank je,” mompel ik wanneer mijn heldhaftige redder me omhoog helpt. Pas dan zie ik wie het is. Ik kreun inwendig. Voor me staat Kyle. En Kyle heeft een hekel aan me. Hij zou me nooit vrijwillig hebben opgevangen, dus het is waarschijnlijker dat hij toevallig net langsliep en ik tegen hem aan ben gevallen.
Met een koele blik bekijkt hij haar. “Kyle, sorry, het was niet mijn bedoeling om…” Mijn stem sterft weg wanneer Kyle zich midden in de zin omdraait en wegloopt.

Met een koele blik bekijkt hij haar. “Kyle, sorry, het was niet mijn bedoeling om…” Mijn stem sterft weg wanneer Kyle zich midden in de zin omdraait en wegloopt.
“Eh, oké…” stamel ik en draai me op naar Donna. Die staat met een verontwaardigde blik Kyle’s verdwijnende rug na te kijken. “Nou já zeg!” roept ze uit. “Wat een eikel, alsof je je expres liet vallen!”
Ik haal mijn schouders op. “Nou ja, het maakt niet uit Donna, echt,” zeg ik en gooi mijn tas over mijn schouder. Snel loop ik de andere kant op. Ik voel mijn wangen rood worden van schaamte en boosheid, en buig mijn hoofd in de hoop dat mijn dikke bos haar het zal verbergen. Ik heb altijd al een hekel gehad aan mijn onhandelbare krullen, maar in dit soort situaties komt het nog goed van pas.
“Hé, Keir, wacht even.” Al hinkelend komt Donna naast me lopen. “Gaat het wel? Je hebt je toch niet bezeerd? Sorry dat ik je duwde, ik wilde je niet laten vallen.”
“Het gaat prima, Donna,” antwoord ik kortaf. “Oké,” zegt ze aarzelend en werpt me een onderzoekende blik toe. “Hé, je moet je niets aantrekken van die Kyle hoor. Het is gewoon een achterbakse, egoïstische, arrogante, chagrijnige…” “Oké, oké!” Ik lach en houd mijn hand omhoog. “Ik snap het al.” “Mooi zo,” antwoord ze en glimlacht bemoedigend naar me.
We lopen even in stilte verder totdat Donna zachtjes begint te gniffelen.
“Wat is er?”
“Niets. Behalve dan dat wij echt een stelletje kneuzen zijn. Allebei gevallen, of bijna gevallen in jouw geval, binnen vijf minuten. Dat overkomt ook alleen ons.”

“Ik schaam me dood!” Donna werpt een boze blik op haar voeten. Die zijn nu gehuld in gezondheidssandalen uit het jaar nul, in ziekenhuisgroen (dat is de beste omschrijving van de vieze, bleke kleur) en schreeuwerig paars. “Zo kan ik me toch niet vertonen?”
“Ach joh, het valt best mee,” probeer ik haar gerust te stellen. “Waarschijnlijk valt het niemand op.”
We komen net terug van een bezoekje aan de gevonden voorwerpen, op zoek naar een paar vervangers voor Donna’s kapotte pumps. Helaas hadden ze weinig modieuze paren te bieden. Donna had de keuze gehad tussen de sandalen die ze nu aanheeft, een paar stinkende sportschoenen die twee maten te groot waren en teenslippers met verdachte bruine vlekken. Nog even hadden ze staan twijfelen over de sneakers, maar de geur die daar vanaf kwam was echt ondraaglijk, dus waren het de sandalen geworden.
“Ik meld me gewoon ziek hoor, Keir, echt waar,” kreunt Donna. Ik lach zachtjes. “Dat kan je doen,” begin ik op onheilspellende toon, “maar dan mis je wel Duitse les met niemand minder dan meneer Stronk…”
Met gemaakte angst houdt Donna haar hand voor haar mond en spert haar ogen wijd open. “Daar heb je gelijk in! Hoe kon ik dat nou vergeten? Ha, nee, natuurlijk meld ik me niet ziek. Dan zou ik alle spanning en sensatie missen!”
Lachend versnellen we onze pas en lopen naar het lokaal van meneer Stronk toe, de leraar die het praten op monotone toon tot een kunst heeft verheven en met zijn gebreide truien een waar mode-icoon is.

Up! Tips/commentaar/reactie’s anyone?

Leuk :slightly_smiling_face: Kan al raden waar dit heengaat, maar ik volg.

Haha, ik zal proberen het toch nog een beetje spannend/origineel te houden! :slightly_smiling_face:

Aan het einde van de dag ploffen we neer op één van de bankjes die voor de school staan. Met een walgende blik schopt Donna haar sandalen uit. “Eindelijk bevrijd!” roept ze opgelucht uit en legt haar blote voeten op de schooltas die voor haar staat.
“Wat een hel vandaag,” zucht ik. “Blokuren zouden verboden moeten worden.”
Mijn vriendin knikt instemmend. “Kindermishandeling, dat is het,” moppert ze. Plotseling klaart haar gezicht op en begint ze enthousiast te zwaaien. “Daan!” roept ze vrolijk uit.
Ik volg haar blik en zie een lachende blonde jongen onze kant opkomen.
“Hey," glimlach ik naar hem. Daan is op dit moment Donna’s object van verliefdheid. Nog wel. Donna is over het algemeen snel uitgekeken op een jongen, maar nu is ze nog helemaal in de wolken.
Daan knikt me vriendelijk toe, maar richt dan al zijn aandacht op mijn beste vriendin. Die werpt haar blonde krullen naar achter en begint schaamteloos te flirten met Daan, die er helemaal in meegaat.
Een beetje opgelaten zit ik er naast. Op dit soort momenten voel ik me altijd een beetje het derde wiel. Ik weet dat Donna het absoluut niet zo bedoeld, maar stiekem voel ik me toch een beetje buitengesloten.
Verveeld laat ik mijn ogen over het schoolplein dwalen tot ze blijven hangen bij een jongen met warrig haar. Hij staat met zijn rug naar ons toe, leunend tegen een lantaarnpaal. In zijn handen houdt hij een brandende sigaret. Alle leerlingen lopen met een boogje om hem heen, niemand spreekt hem aan. Zo te zien heeft hij niet veel vrienden.
Plotseling draait de jongen zich om en kijkt recht in mijn ogen. Snel kijk ik weg, maar het kwaad is al geschied. Kyle heeft me zien staren. Geweldig, net wat ik nodig heb.
Zuchtend zak ik onderuit en kijk van onder mijn wimpers nog een keer zijn kant op. Hij heeft zich losgemaakt van de lantaarnpaal en sloft nu richting de fietsenstalling. Ik heb geen idee waarom Kyle een hekel aan me heeft, maar sinds hij begin dit jaar op school is gekomen behandeld hij me alsof ik één of ander vies, slijmerig beest ben wat onder een steen is komen kruipen. Niet dat het veel uitmaakt. Kyle is nors en arrogant, en behalve dat hij er wel redelijk uitziet kan ik weinig positiefs over hem bedenken.
Ik zucht nog eens diep. Waar maak ik me eigenlijk ook druk over? Ik draai me om naar Donna en Daan, die elkaar net een uitgebreide knuffel geven. Wanneer ze elkaar eindelijk loslaten steekt Daan zijn hand op naar me, en loopt dan nonchalant weg.
“Ah, is ‘ie niet goddelijk?” zwijmelt Donna. Verliefd kijkt ze hem na en ik kan het niet helpen, ik moet wel lachen. “Ja hoor, Don. Goddelijk.”

Leuk verhaal! Ik volgg

Thanks! :slightly_smiling_face:

“Comment est organisé l’assurance-maladie?” zeg ik hardop. “Comment est organisé le… le…leee, eh…” Boos kijk ik naar mijn blaadje. “Logement!” maak ik mijn zin dan eindelijk af. Bah, wat heb ik toch een hekel aan Frans. Vermoeid wrijf ik in mijn ogen. Helaas heb ik morgen een overhoring waar ik nog niets voor heb geleerd. Niet erg slim, want ik moet een hoog cijfer halen om mijn gemiddelde nog een beetje op te krikken.
“Goed,” zeg ik hardop tegen niemand in het bijzonder. “Even doorbijten.” Ik pak mijn blaadje er weer bij. “Quel sera le salaire par mois?” lees ik voor.
“Ah, bonjour madame Keira!” Een heldere stem onderbreekt me. Ik kijk op en zie mijn zusje in de deuropening van mijn kamer staan. Ik glimlach. Meestal kan ik het wel goed vinden met Melissa. Met de nadruk op meestal. Natuurlijk hebben we wel eens ruzie, voornamelijk over kleren, maar daar zijn we uiteindelijk toch zusjes voor.
Met een zwierige pirouette komt Melissa de kamer binnen en laat zich dan op mijn bed vallen. Mijn kleine zusje en ik lijken in bijna niets op elkaar. In tegenstelling tot mij is Melissa bijvoorbeeld lenig en gracieus. Ik ben meer het lompe, motoriek gestoorde type. En Melissa heeft stijl, blond haar. En ze is dun. Ik ben wat voller. ‘Jij hebt mooie rondingen, ik heb niks!’ roept mijn zusje wel eens wanhopig uit. Maar ik zou dolgraag met haar ruilen, want alles staat haar perfect terwijl ik uren bezig ben om 's ochtends een acceptabele outfit uit te zoeken.
“Madame Melissa. Ca va?” Mijn Franse accent klinkt belachelijk en Melissa schiet in de lach. “Bon, merci. Lukt het een beetje?” Ze wijst op de stapel blaadjes die op mijn bureau liggen. “Nee,” antwoord ik gefrustreerd terwijl ik de eindeloze rijen Franse zinnen bekijk. “Het lukt helemaal niet. Ik haat Frans!”
“Geef eens hier.” Zonder op antwoord te wachten rukt Melissa de blaadjes uit mijn handen. “Oké. Hoe vraag je naar het dichtstbijzijnde postkantoor?”
“Ou est le… Eh, diekstbijzijnde postkantóór?” antwoord ik weer in dat vreselijke accent. “Perfect!” lacht Melissa. “Dat wordt een dikke tien, zeker weten.”
“Dank je,” glimlach ik liefjes en pak mijn blaadjes weer terug.
“Zeg, even een vraagje. Ga jij nog naar dat feest van Martin dit weekend?” vraagt Melissa terwijl ze haar lange haar in een staart doet. “Want ik wil wel, maar nu blijkt dat Romy en Evelien allebei niet kunnen, en ik heb niet zo’n zin om daar zo meteen in mijn eentje te staan. Dus ik dacht, als jij nou ook gaat…”
“Ja dag,” onderbreek ik haar. “Ik ga echt niet de hele avond met zijn kleine zusje op stap hoor. Kijk, als er nou een crèche was…”
“Ha-ha,” zegt Melissa quasi-beledigd. “Hilarisch. Je zou stand-up comedy moeten gaan doen.” Ik werp haar een boze blik toe.
“Maar kom op,” vervolgt ze dan. “Het is alleen aan het begin van de avond. Ibrahim komt ook, maar die had eerst nog een feest van zijn ouders. Dus die komt later. Maar dan zal ik hem zo snel mogelijk gaan lastig vallen, dan heb jij geen last meer van me, oké? En bovendien zullen er ook wel klasgenootjes van me zijn, dus al met al gaat het misschien om vijf minuten.”
“Oké, oké, het is al goed hoor, lief klein zusje.” “Oppassen jij!” Melissa grijpt naar een kussen en gooit het vol in mijn gezicht. “Hé!” roep ik, klaar om het kussen terug te gooien, maar Melissa is al giechelend mijn kamer uit verdwenen. “Wacht maar!” roep ik haar nog achterna. Wanneer er geen antwoord komt, besluit ik me maar weer op mijn Frans te storten. “Goed,” zucht ik. “Ou est le…”

“Dit is het. Het einde van mijn schoolcarrière. Ik word van school getrapt en niemand zal me willen hebben omdat ik zo dom ben. Voor de rest van mijn leven zal ik wc’s schoon maken, dat is het enige wat ik nog kan.” Dramatisch slof ik door de gangen van de school.
“Doe niet zo belachelijk. Je bent niet dom, je haalt altijd goede cijfers,” zegt Donna vermanend. Ik kijk mijn vriendin met opgetrokken wenkbrauwen aan, die haar schouders ophaalt. “Oké, je haalt altijd goede cijfers, behalve voor Frans,” verbetert ze zichzelf. “En trouwens, je zegt altijd dat je toetsen slecht maakt, maat uiteindelijk haal je weer achten en negens. Dat is nu vast ook zo.”
“Laten we het hopen,” mompel ik neerslachtig.
“Ik weet precies hoe ik jou kan opvrolijken,” glimlacht Donna. “Een grote, heerlijke, op-je-tong-smeltende reep witte chocolade!” Triomfantelijk trekt ze een groot stuk chocolade verpakt in een kleurige wikkel uit haar tas. Met grote ogen staar ik ernaar.
“Witte… chocolade…” stamel ik. “Is dat… Donna, is dat echt…” Ik klink als een volwaardig junkie en Donna kijkt me een beetje meewarig aan.
“Hij is helemaal van jou,” begint ze en houdt de reep voor mijn neus omhoog. “Op één voorwaarde.”
“En dat is?” vraag ik behoedzaam. Donna kennende moet ik nu één of andere belachelijke opdracht uitvoeren.
“Je moet me beloven dat je vanaf nu weer vrolijk gaat doen,” zegt ze streng.
Vrolijk doen? Dat valt best mee. “Ik beloof het, ik belooft het!” zeg ik snel, en werp een begerige blik op de chocolade.
“Mooi zo.” Eindelijk overhandigt ze me de reep en ik scheur meteen de wikkel er vanaf. Met een grote glimlach om mijn mond prop ik de chocola naar binnen.
“Brave meid,” lacht Donna. “Zullen we dan nu naar de kantine gaan?”
Ik knik en volg haar. “Oowk wah?” vraag ik met volle mond aan Donna, en houd het allerlaatste stukje van de goddelijke chocolade omhoog.
“Nee, dank je, eet maar lekker zelf op,” antwoordt ze met een lichtelijk walgende blik in haar ogen. “En kijk zo ook even in de spiegel. Je hebt chocolade over je hele gezicht.”
Ik haal mijn schouders op en stop het laatste stukje in mijn mond. “Mmmm,” verzucht ik, en lik de allerlaatste restjes van mijn vingers af. Even vergeet ik op te letten, en voordat ik het weet bots ik tegen iemand op.

Hahahah percies ik met melkchocolade. Leuke stukjes!

Thanks! :slightly_smiling_face:

:hammer: :hammer: :hammer: :hammer: :hammer: Verder

Up!

Uhm oke. Ik schaam me diep, maar ik was dit verhaal min of meer vergeten. Omdat ik nog steeds een heel groot deel op voorraad heb, wil ik eigenlijk toch wel verder. Ik weet dat het inmiddels ruim een half jaar later is, en dat niemand echt zin heeft om nog te volgen waarschijnlijk, maar goed… Ik ga gewoon verder, en ik zie wel wie er toch zin heeft om het te lezen! :wink:

“AU!” roep ik verontwaardigd uit. “Donna, wat doe je?!”
Donna draait zich om en zet haar handen in haar zij. “Hallo, chocolademonster, kijk dan!” Ze gebaart achter zich, en pas nu valt me de grote groep mensen die daar staat op. Een zacht geroezemoes klinkt op uit de menigte, en iedereen dringt om vooraan te komen.
“Oh,” reageer ik onnozel. “Oké. Waarom staan al die mensen daar?”
Donna haalt haar schouders op. “Geen idee, maar daar komen we snel genoeg achter. Kom mee.” Voor ik het weet heeft ze mijn hand vastgegrepen en trekt ze me mee door de massa mensen.
Om ons heen klinken kreetjes van verontwaardiging terwijl Donna iedereen wegduwt om vooraan te komen. “Sorry, sorry… Mogen we er langs, ja, dank je, sorry, spijt me,” mompel ik terwijl ik steeds verder wordt meegesleurd. Even zie ik niets anders dan boze gezichten om me heen maar uiteindelijk bereiken we de voorste rij.
“Wat? Dit is het? Is hier al die drukte voor?” roept Donna ongelovig uit. Ik duw de laatste mensen opzij en kijk nieuwsgierig om Donna heen.
Daar, op het prikbord, hangt een poster. Een simpel, rood vel met gele letters, en een uitgeprint fotootje. Ik trek mijn wenkbrauwen op en begin te lezen.

[i]‘Much ado about nothing

Maandag 15 juli wil het Steenhart College dit meesterwerk van Shakespeare opvoeren ter afsluiting van het schooljaar.
Leerlingen die geïnteresseerd zijn in een rol in het toneelstuk kunnen zich hier opgeven. Audities zijn maandag a.s om 16.30 in het audiotorium.

Voor meer informatie kun je terecht bij dhr. Verhorst (docent beeldende kunst)’[/i]

“Nou, lekker boeiend,” moppert Donna naast haar. “Waar maken al die mensen zich druk om.” Ze verheft haar stem iets, zodat de mensen om ons heen haar goed kunnen verstaan. “Al dat gedoe om een suf toneelstukje van school?”
Ik haal mijn schouders op. “Ik vind het wel een leuk idee,” mompel ik verlegen.
Donna staart me even vreemd aan, maar dan klaart haar gezicht op. “Dat is waar ook! Jij zat toch bij een toneelvereniging?” roept ze enthousiast uit. “Oh, dit is echt iets voor jou, je moet auditie doen!”
“En net vond je het nog een suf toneelstukje,” zeg ik op beschuldigende toon.
Ze wappert met haar handen. “Ja, maar toen dacht ik nog dat er alleen maar van die geitenwollen sokken-types mee zouden doen,” antwoordt ze luchtig en de mensen om ons heen beginnen steeds bozer te kijken.
Zonder acht te slaan op mijn zwakke protesten pakt ze een pen en schrijft mijn naam op het inschrijfformulier.
“Donna, ik heb al jaren niet meer geacteerd. Waarschijnlijk zet ik mezelf alleen maar voor paal!” roep ik uit, en probeer de pen uit haar handen te grissen.
“Doe niet zo belachelijk, ik weet zeker dat je iedereen versteld zal laten staan!”
Ik denk even na en krijg dan een idee. “Goed dan,” begin ik langzaam en rommel wat in mijn rugzak. “Ik doe auditie, maar op één voorwaarde.” Ik trek een pen uit mijn tas en ren naar het prikbord. Voordat Donna doorheeft wat ik aan het doen ben, prijkt haar naam al onder die van mij. Ik draai me om naar haar. “Ik doe auditie, als jij dat ook doet,” zeg ik triomfantelijk.

“Keira, kom op,” smeekt Donna. “We weten allebei dat ik niet kan acteren. Ik maak geen schijn van kans!”
“Ah joh, het is toch gezellig? Probeer het gewoon!” zeg ik vrolijk.
Even lijkt het erop dat mijn vriendin zich op maakt voor de strijd, maar uiteindelijk haalt ze haar schouders op. “Oké, prima. Ik probeer het, voor jou.”
“Goed zo! Ik weet zeker dat je…” Voor ik mijn zin kan afmaken, wordt ik ruw onderbroken door iemand die me een duw geeft.
“Au!” roep ik voor de tweede keer vandaag uit. “Kijk uit waar je… oh.” Koele blauwe ogen kijken me neerbuigend aan.
“Wist je dat er chocolade op je neus zit?” vraagt Kyle ongeïnteresseerd voordat hij om me heen loopt. Hij pakt een pen en schrijft in een sierlijk handschrift zijn naam onder die van Donna, die inmiddels woedend voor hem is gaan staan.

“Vind je dat normaal?” vraagt ze op hooghartige toon aan hem. Kyle zegt niets en kijkt haar verveeld aan. “Je duwt niet zomaar mensen opzij,” vervolgt Donna boos. “Dat is onbeleefd!”
“Nou, dat is anders precies wat jij net ook deed hoor,” zegt een slungelige jongen met rood piekhaar betweterig.
“Oh, stel je niet aan,” zegt Donna luchtig en wappert afwezig met haar handen naar hem. Haar aandacht blijft gericht op de donkerharige jongen die tegenover haar staat. “Nou? Ik vroeg je wat,” vervolgt ze tegen Kyle.
Onverschillig haalt hij zijn schouders op en voordat Donna kan reageren draait hij zich om en loopt weg. De menigte deinst opzij, alsof ze bang voor hem zijn.
“Hé!” roept Donna hem nog achterna, maar hij is al verdwenen. “Nou ja zeg!” roept Donna verontwaardigd tegen niemand in het bijzonder. “Wat is er toch met die jongen?”
“Maak je niet zo druk, joh,” probeer ik haar te kalmeren. “Het is Kyle maar.”
“Nou, iemand zou die jongen echt eens manieren moeten leren.” Ze stampt weg. “Opzij, brugpieper!” roept ze boos naar een jongen die niet snel genoeg weg stapt.
Ik glimlach verontschuldigend naar hem. “Sorry. Ze bedoelt het niet zo, echt niet.” De brugger kijkt me met grote ogen aan, en ik zucht. ‘Laat ook maar,’ denk ik bij mezelf voordat ik achter Donna aan ren.