Verhaal: Klavertje

Hallo Dames!
Welkom bij m’n eerste verhaal:)
Ik heb niet écht veel schrijfervaring, ik vind het gewoon leuk om dingen neer te pennen enzo, maar ik dacht: Laat ik het eens delen!

Het verhaal gaat over een meisje met een vreemde naam: Haas. Haar moeder is een behoorlijk vrije vrouw en een vader heeft ze niet. Haas woont dus alleen samen met haar moeder, die als beroep kunstenares heeft. Ze is bezig aan een heel groot project waarmee ze heel veel geld wil gaan verdienen, maar Haas ziet het allemaal niet zo zitten.
Ondertussen heeft ze behalve haar moeder ook nog allemaal puberproblemen aan haar hoofd, en omdat ze niet zo handig is met dingen gaat er altijd van alles mis.

Ik ben benieuwd hoe jullie het vinden, en ik hoor graag hoe het beter kan enzovoorts :slightly_smiling_face:

x ZeitGeist (tot ik een nieuwe inval krijg en mezelf weer anders ga noemen op 't forum!)

Hoofdstuk 1.

Als ik de deur open doe waait er een vlaag wind die het kralengordijn laat bewegen met me mee.

‘Mam, ik ben thuis!’ Roep ik de woonkamer in.

‘Fijn Haas, was het leuk vandaag?’ Hoor ik mijn moeder roepen, en met een: ‘Ja hoor’ gemompel loop ik naar mijn kamer.

Haas, zo heet ik. Eigenlijk is het een afkorting van de vloek die op me neerkwam toen ik geboren werd. Eigenlijk heet ik H.A.A.S Ellener, en die letters, die staan helaas voor Hannelore Aurora Agatha Simon.
Waar die Simon vandaan komt weet ik niet precies, volgens mijn moeder is het de naam van mijn vader. Dat kan best zo zijn, ik denk dat mijn moeder zich alleen nog kan herinneren dat ze opeens zwanger van hem was.
Wat dan ook jammer is, is dat ze er niet gewoon Simone van heeft gemaakt, wat dan nog een beetje vrouwelijk zou zijn.

Mijn moeder is lief, daar niet van, maar behoorlijk verstrooid. Ze is officieel ballerina, maar na een ongelukje op het podium is dat nooit meer goed gekomen. Ze dood nu haar tijd door te schilderen en te beeldhouwen.
Ze zegt dat ik voor altijd haar muze zal blijven, en dat ik jaloersmakend mooi ben. Ze heeft ook wel gelijk, en daar zijn flink wat jongens het mee eens.

De meeste mensen noemen me trouwens Hann, en over het algemeen weet ook niemand dat ik zo’n rare naam heb.
In de formulieren staat het dan wel, maar ik zorg er altijd voor dat mijn roepnaam Hann is. En als er dan iemand vraagt of ik een Duitse naam heb, dan zeg ik altijd maar ja. Weten zij veel!

Mijn moeder heeft trouwens een hele normale naam, zij heet gewoon Sophia. En hoe mijn vader heet dus alleen omdat mijn moeder ooit in een dronken bui eruit heeft gefloept dat ze nog steeds van ene Simon hield. De link had ik snel gelegd, vooral toen ik een tijdje later haar dagboeken vond onderin een kast. Dit zal ik later wel vertellen, want op dit moment was ik eigenlijk bezig met een introductie.

Mijn moeder noemt me eigenlijk of Haas, of Klavertje. Zoals ik al zij, ze is verstrooid en behoorlijk zweverig. Soms heeft ze een melancholische bui, gaat ze aan de witte wijn en knuffelt me helemaal dood. Dan roept ze dat ze zoveel van me houd en dat ik haar maar nooit meer moet verlaten. En natuurlijk ook dat ze niet zonder me kan. Dat vind ik hartstikke leuk om te horen, maar ik ben ondertussen aangekomen bij de respectabele leeftijd van 17 en wel twee maanden, dus ik denk dat ze maar aan het idee moet gaan wennen dat ik er binnenkort gewoon niet meer ben.

Althans, dat zeg ik nu wel leuk, maar of ik ooit verder kom dan een half ontplofte woonwagen weet ik niet. Die woonwagen is trouwens geen grapje, die hebben we in de achtertuin staan, en ooit heb ik per ongeluk het fornuis laten ontploffen. Ik was die dag mijn moeder een beetje zat, en ben toen weggelopen. Heel ver was ik dus niet, en heel lang bleef ik niet verstopt want toen ik het koud had en het fornuis aanzette ontplofte die zo ongeveer.

De vlammen kwamen uit het dak en terwijl mijn moeder gillend naar buiten kwam was ik al ontsnapt en hysterisch naar een emmer aan het zoeken. Eind goed al goed, ik kreeg twee dagen huisarrest (mama is vrij soepel) en moest heilig beloven het nooit meer te doen.
En toen ik dat deed kreeg ik champignonsoep, mijn lievelingseten, dus dat was goed geregeld vond ik zelf.

Ik vind het een heel leuk verhaal maar je gebruikt heel erg veel “dat” en “dus”.
En ik ben niet zo goed in taalfouten te ontdekken, daar heb ik dan ook niet op gelet, haha.

Hé! Jou ken ik wel, leuk verhaal OEPPAA!

Ps: Weet jij of de schrijfster van zomer in angst nog doorgaat --’?

Heei, ja jou ken ik ook haha ^^
Ehm, die van Zomer in Angst zit op de universiteit (net als ik trouwens) en die heeft het erg druk geloof ik. Ze hebben wel een site (http://www.schrijversbloed.nl/) waar ze het bijhouden, maar heel veel schrijven ze niet meer geloof ik!

En ja, toen was alles weer koek en ei, waren mijn moeder en ik weer vriendjes en keerde ik terug naar mijn fraaie zolderkamer. Dat ik mijn kamer als fraai omschrijf is dus niet zomaar, maar echt gewoon omdat m’n kamer ook echt fraai is. Stiekem ben ik ook vrij artistiek, maar dan op een hele andere manier dan mijn moeder. Mama gooit namelijk een beetje met verf en kwasten, ik doe het op een wat meer gepunctureerde manier en zorg dat er zo af en toe nog van die landschappen uitkomen waar ‘OOH’ en ‘AAH’ naar geroepen kan worden. Mijn moeder zegt dan dat het zo niet de kunst is waar zij voor zou kiezen, en ik roep dan heel bijdehand dat het toevallig wel mijn kunst is.
Dan is ze even stil, kijkt ze me aan, grijpt me vast en knuffelt me en roept vervolgens dat ze zo blij met me is en dat ik ook zo kunstzinnig ben. Als ze me dan uiteindelijk weer loslaat weet ik dat het tijd is voor een fles witte wijn en gaat ze dus naar beneden. Ik denk dat ze blij is dat ik artistiek ben aangelegd omdat mijn vader dat helemaal niet was. Die gedachte speelt wel eens bij me, maar ik dwaal natuurlijk weer af, want het ging over mijn kamer.
Mijn kamer is de prachtige zolderkamer van het huis, waar ik op dit moment dus ook in sta. Vanaf mijn bed, die in het midden van de kamer ligt heb ik de keuze om te kijken uit maar liefst zes verschillende ramen. Ieder raam heeft jammer genoeg wel het zelfde uitzicht want we wonen op een soort van groot grasveld. Gelukkig is mijn lievelingskleur groen, en is dit dus geen groot probleem. Ik houd veel van hout, en dan het liefste van donkerbruin hout. En verder van schattige crème kleurige kussens enzo. Dus daar ligt mijn kamer bezaaid mee, de kussens althans. Ik heb een mooi houten bed, een bureau en ook een bureau stoel van het zelfde materiaal. Mijn kamer is perfect om in weg te dromen en van de mintkleurige verf op de muren word ik altijd rustig. Aan de muren hangen veel van mijn tekeningen, de meeste van houtskool of potlood. Zoals ik al zij, heel anders dan wat mijn moeder maakt!