Oke, het klinkt misschien een beetje stom,
maar ik verveel me dood en dacht:
Waarom begin je niet aan een nieuw verhaal,
die anderen zijn toch op niks uitgelopen.
Dus mijn plan was om dat te doen:
Waar moet je heen als je weg wilt van huis? Weg van je moeder die je slaat, weg van de klasgenoten die je alleen maar pesten. Gewoon weg van alles, maar niet dood. Niet dat er iemand om zou treuren als ze van de wereld verdween, maar ze wil het haarzelf niet aandoen. Wat ze wil is opnieuw beginnen, een schone lei. Een frisse start, zoals haar vader het altijd noemde. Helaas was hij er niet meer. Treinongeluk. Eigenlijk geloofde ze er niks van, en was ze bang dat hij gewoon vermoord was, maar niemand dat aan haar wilde vertellen. Aan haar vader wou ze op dit moment niet denken, maar de tranen stroomden al over haar gezicht. Die lieve papa, waar ze bij kon wonen, omdat haar moeder slecht was. Zonder dat iemand het wist, de politie wist ook van niks. Ze ging haar eigen moeder toch niet verraden? In haar ogen was dat laf. Ze liep nog liever weg met haar Björn Borg sporttas vol met spulletje, een nieuwe wereld tegemoet, dan dat ze haar moeder verried. Ze had geen top-moeder, dat wist ze zelf ook wel. Maar dankzij haar moeder stond ze hier toevallig wel als 17-jarige meid. Dat had ze aan haar moeder te danken, en lelijk was ze ook niet. Sterker nog, ze was mooi. Heel mooi. Maar niemand die haar moest hebben. “Wat moet ik nog meer meenemen?” vroeg ze zichzelf af terwijl ze midden in haar kamer stond met haar sporttas naast zich. Haar toilettas met spullen zat er nog in. “Dat ik dat kon vergeten, kleren natuurlijk!” waarom wist ze niet, maar altijd als ze alleen was, praatte ze inzichzelf. Heeft ze ook altijd al gedaan, ze had er geen moeite mee. Met wie moest je anders praten als er niemand anders was? Ze pakte een stapeltje kleren en begon met uitzoeken; -een paar T-shirts, -een paar broeken, -een rok, -twee korte broeken, -een dikke trui die ze gelijk aantrok, -een stel sokken, -een paar beha’s -en als laatste wat ondergoed. Dat moest genoeg zijn vond ze. Alles paste met gemak in de tas, het was dan ook een hele grote tas. Mooi en groot. Langzaam liep ze naar haar bureau toe waar haar laptop op lag. Even overwoog ze of ze hem niet gewoon meenam. Maar ze wist dat ze hem toch niet ging gebruiken en liet hem liggen. “Bijna vergeten.” mompelde ze, en ze pakte haar tekenboek en etui. Ze had van haar oma en mooi rood boek gekregen, ongeschreven en zonder lijnen erin. Er konden wel honderd tekeningen in. Die kreeg ze toen ze zestien werd, maar ze had niet eens vrienden gehad om het mee te vieren. Je zestiende verjaardag hoor je met je vrienden en familie te vieren. Niet met je oma, vader en moeder. Meer familie was er niet. Haar vader was 2 maanden na haar verjaardag gestorven en haar oma volgde al snel. Ze keek even in het boek en stopte dat vervolgens in de tas, net als haar etui. “Jezus, je vergeet wel alles he Tessa?” zei ze weer tegen zichzelf. En ze pakte haar portemonnee. Er zat een creditcard van haar moeder in, haar eigen pinpas en honderd euro aan briefgeld. De handtekening van haar moeder was gemakkelijk en ze leken veel op elkaar, dus dat zou geen probleem zijn. Ze tilde haar tas op en liep naar beneden, opende de deur en de herfsgeur waaide in haar gezicht. Het nieuwe leven kon beginnen!
→ Als er fouten zijn, graag melden, dan kan ik het veranderen.
Misschien is deze slechter dan mijn andere verhalen of juist beter,
ik weet het niet. Zeggen jullie het maar.
Zeg het ook maar als iemand een betere titel weet,
ik moest iets kiezen en wist niks.
Dus heb ik er maar van gemaakt: Haar nieuwe leven.