Dit is een psychologisch verhaal over twee jonge vrouwen: een dichteres die niets liever wil dan normaal zijn en een grijze muis die zich het liefst de hele dag zou verstoppen voor haar eigen schuldgevoel. Ruim vier maanden voor hun eindexamen is het tijd om volwassen te worden.
Met een reactie en/of feedback maak je me heel blij. Ik heb niet heel erg veel schrijfervaring, maar ik doe mijn best en ik vind het heel leuk om met dit verhaal bezig te zijn - en ik wil heel graag beter worden.
Alvast bedankt voor je interesse en hopelijk veel leesplezier!
~
Laten we vertrouwen
elkaar, altijd
samen, bevrijd
laten we ontvouwen
onze schoonheid
Aimée maakte de n af met een zwierige krul, maar gumde hem daarna uit. Haar gedichten ontstegen nooit het niveau van die van een Sinterklaassurprise. Het maakte niet uit welk rijmschema ze toepaste, of ze wel een rijmschema toepaste en wanneer ze een rijmschema toepaste. De emoties lagen er te dik bovenop, had een dichter ooit tegen haar gezegd. Ze moest subtieler zijn, schrijven over alledaagse dingen.
‘De jassen aan de kapstok,’ had hij als voorbeeld genoemd.
Maar Aimée schreef niet graag over jassen, koffiezetapparaten of appels in de fruitschaal. Ze was als een schilder die stillevens niets vond, die iets toe wilde voegen aan het object. Die zichzelf in een schilderij wilde stoppen.
Laten we verdwalen
tussen bomen
tussen dromen
laten de verhalen
naar ons komen
Waarom schreef ze eigenlijk? Er was niemand die haar gedichten las en er was eerlijk gezegd ook niemand die ze zou mogen lezen. Dat was het nadeel van jezelf in de woorden stoppen, wist ze. Je was altijd bang dat lezers dat stukje ziel zouden vinden.
Natuurlijk had ze geprobeerd om over de jassen te schrijven. Die van haar moeder was rood, die van haar vader donkergrijs, die van Dylan zwart. Die emoties lagen er pas dik bovenop, dacht ze spottend. Bloedspatten in een zwartwitfilm, had ze het gedicht genoemd.
Ze had het naar de dichter gemaild, maar hij had er nooit op gereageerd.
Laten we verdwijnen
niet meer bestaan
in niets opgaan
laten we gordijnen
voorgoed dichtslaan
Het was klaar. Ze hield ervan om haar gedichten duidelijk af te sluiten, zodat ze niet in de verleiding kwam om er opnieuw aan te beginnen of er een regel aan toe te voegen.
Ze legde het potlood neer en keek naar het vel, las haar woorden over. Ze trokken aan haar, alsof het stukje ziel terug wilde naar de plaats waar het jarenlang had gewoond.
Toen ze het gedicht voor de derde keer had gelezen, besefte ze dat het meer was dan dat.
Niet alleen het gedicht was af. Ze had nog iets anders afgemaakt en, nog belangrijker, ze was aan iets nieuws begonnen.