Aah, wat een mooi lenteweer. Het is nog winter, maar ja. Ik kijk wat rond en zie eendjes die gezellig met elkaar spelen en vogels die fluiten. We zijn vrijdag verhuisd, omdat mijn ouder zijn gescheiden. Eindelijk weg uit de stad Den Haag met al die stomme mensen. Morgen is de eerste dag dat ik weer naar school ga. Hopelijk zijn de mensen daar wel aardig. ‘Lisa, heb je zin in picknicken? Het is zo’n mooi weer!’ Ik glimlach. Mam had me verwaarloosd, omdat ze alleen maar zelfmedelijden had. Nu voelt ze zich schuldig. Daarom probeert ze extra lief te zijn. Mijn moeder vroeg nog of ik het niet erg vond dat we gingen verhuizen. Maar nee, stiekem was ik heel blij. Ik loop naaar mijn moeder die al druk bezig is met hapjes maken. ‘Hm, dat ruikt al lekker, mam!’ Mam kijkt even om. ‘Ja hé, ik heb speciaal voor jou de gehaktballetjes die je zo lekker vind gehaald!’ Als mam klaar is gaan we lekker eten.
‘Lisa! Wakker worden!’ Ik schrik op. Oh ja, vandaag de eerste dag dat ik weer naar school ga. Ik trek mijn kleren aan en ga met mijn moeder ontbijten. ‘Heb je zin in de eerste schooldag?’ ‘Mjah,’ antwoord ik tussen mijn happen door. Mam wil natuurlijk weer zo lief zijn om me te brengen. ‘Nee mam, ik fiets wel. Ja, ik weet het zeker. Doei!’ Ik ga gauw weg. Mam zwaait me nog na. Ik kom op school aan, maar er is niemand. Op mijn vorige school was dat wel anders. Ineens hoor ik achter me een stem. ‘Wat doe jij nou hier?’ Ik draai me om. Er staat een meisje die ongeveer even oud is als ik. ‘Naar school gaan, wat anders?’ Ik klink een beetje geïrriteerd. ‘Er zijn geen lessen vandaag. En ik ben hier om te kijken of er geen onbenul wel komt, voordat je het vraagt.’ ‘Ja, zal wel.’ Ik pak mijn fiets en ga weer naar huis. Als ik thuis kom kijkt mam raar op.