Verhaal - Een huisje met herinneringen

Hallo allemaal!
Ik heb al eerder - lang geleden - verhalen geschreven en die hier gepost. Mochten jullie hier al langer zitten, dan kennen jullie me misschien van ‘Julia en de voetballers’ en/of ‘Isabelle’ - wat ik helaas nooit heb afgemaakt.

Dit verhaal, ‘Een huisje met herinneringen’, heb ik geschreven tijdens National Novel Writing Month (NaNoWriMo) en nu verbeterd.

Veel plezier met lezen. Alle tips, kritiek, op- en aanmerkingen hoor ik graag!

-----

Alle herinneringen, al die processen die me aan mijn schoolgaande tijd herinneren, ze maken me gelukkig. Ik glimlach en schuif de schoenendoos weer onder het bed. Herinneringen ophalen uit de herinneringendoos. Ik doe het graag. Het geeft me een blij gevoel.
Vanmiddag staat er een reünie op het programma. Ik ga al mijn studiegenootjes van het eerste jaar aan de hogeschool weer zien. Een gek idee, want zo lang zijn we nog niet afgestudeerd. Toch is het al heel lang geleden dat ik sommigen heb gezien. Studiestoppers, studieswitchers, ze zitten er allemaal bij.
Ik vraag me af of ze mij nog allemaal zullen herkennen. De laatste tijd heb ik toch wel een hele transformatie doorgemaakt.
Het intens bange meisje is weg. Ze heeft plaatsgemaakt voor een knappe, jonge vrouw. Zonder ring, en zonder kinderen. Dat dan weer wel.

De reünie houden we, hoe toepasselijk, in onze oude studentenstad, Vlissingen. Niet omdat dit qua locatie zo goed uitkomt, de meeste van ons zijn uitgevlogen. Maar we hebben juist voor Vlissingen gekozen omdat de stad centraal staat voor onze opleiding. We hebben er allemaal veel tijd doorgebracht, en er mooie en minder mooie herinneringen aan. Voor sommigen zal Vlissingen een stad zijn waar ze nooit meer komen, voor anderen is het nog steeds de plaats waar hun ouders wonen.
Het is begin juni, en dus ideaal om over de boulevard te lopen. Ik ben blij dat ik vroeg ben vertrokken, zodat ik nog even door Vlissingen kan dwalen. In mijn studententijd kwam ik hier amper. Op een enkele, mooie zonnige dag spijbelde ik met samen met een paar klasgenoten. Het middagcollege, na de lunch, lieten we voor wat het was en dan vertrokken we naar de terrassen, het strand of gewoon lekker naar huis.
De skyline van Vlissingen is in die vijf jaar dat ik er niet geweest ben weinig veranderd. De boulevard is eindelijk autovrij, het strand ziet er nog steeds hetzelfde uit. Grote binnenvaartschepen varen langs. Deze mooie dag heeft veel toeristen naar Vlissingen getrokken.
Mijmerend kijk ik uit over de zee. Het eerste wat je ruikt in Vlissingen is de zoute, zilte lucht. Het ruikt er echt naar zee, heerlijk. Kleine golfjes spoelen aan op het strand, en de meeuwen krijsen in de lucht.
Net als ik opsta van het bankje om naar het café te vertrekken waar de reünie gehouden wordt, kom ik Kim tegen. We hebben de eerste tijd na ons afstuderen contact gehouden, maar het is helaas verwaterd.
Ze heeft me in het oog gekregen. ‘Hé Isa, wat goed om je te zien!’
We geven elkaar drie zoenen. ‘Wat ontzettend lang geleden’, lach ik.
Lachend en kletsend lopen we de boulevard af, op naar het café in de binnenstad. We arriveren ruim op tijd, maar zijn zeker niet de eerste die aanwezig zijn. Marvin verwelkomt ons bij de ingang van het terras.
‘Dag Isa, dag Kim. Wat leuk dat jullie er zijn. Samen gekomen? Contact gehouden?’
Lachend schudden we van niet. ‘We kwamen elkaar tegen op de boulevard. Ik heb met vrijwel niemand lang contact gehouden, dus ik ben enorm benieuwd naar alle verhalen,’ zegt Kim.
‘Anders ik wel!’ zegt Marvin. ‘Hé, daar zal je Jasper hebben.’
Kim en ik zoeken een plekje op het terras. Ik ben benieuwd hoe het zal zijn om iedereen weer te zien. Vroeger waren er echt meerdere kampen in de klas. De verdeeldheid was groot, zeker als je onze klas in de pauzes bestudeerde. Verschillende groepen, de ene keer groot, de andere keer klein. Er waren er altijd een paar die elkaar totaal niet uit konden staan. Ik ben benieuwd of ze nu wel naast elkaar kunnen zitten.
‘Ik ben bij de Veiligheidsregio gaan werken’, vertelt Kim. ‘Weet je nog dat ik daar mijn afstudeerstage heb gedaan?’
Ik knik bevestigend, ik weet het nog heel goed. Kim was de uitblinker in crisiscommunicatie, en na twee lessen had ze al besloten dat dát haar toekomstige werkveld zou worden.
‘Ik heb drie jaar in Zeeland gewerkt, en ben daarna over gestapt naar Brabant. Dat is toch makkelijker moet ik zeggen, niet meer al dat heen en weer gereis. Ik was het op den duur helemaal zat, vooral als ik piketdienst had en midden in de nacht van naar Middelburg moest rijden. Geen pretje.’
Ik lach, ik kan me het goed voorstellen. Een korte blik op haar rechterhand verteld me dat ze getrouwd is. Toen ik haar leerde kennen in de eerste klas had ze al ruim tweeëneenhalf jaar een relatie met Yannick.
Kim ziet me kijken en lacht. ‘Yannick en ik zijn getrouwd ja, bijna twee jaar inmiddels.’
‘Ik had niet anders gedacht’, lach ik. Ik had Yannick een aantal maal gezien, voor het laatst tijdens onze diploma-uitreiking. Echt een lieve knul.
Als we snel zijn bijgepraat arriveren ook Irene en Rowan, twee meiden waar wij altijd veel mee optrokken.
Ik vind het leuker dan verwacht om iedereen weer eens te zien. Zelfs de mensen waar ik voorheen niet veel mee had. Het lijkt of we allemaal veranderd zijn en nu echt volwassen zijn geworden. Sommigen zijn in de hoek terecht gekomen waar ik ze had gedacht, anderen zijn totaal iets anders gaan doen.
De reünie duurde tot vijf uur, maar het was zo gezellig dat Kim, Irene, Rowan en ik besloten om ook nog ergens te gaan eten. Tijdens het diner doorspraken we de hele middag nog eens. Sommige dingen waren mij helemaal niet opgevallen. Sommige van onze voorspellingen waren uitgekomen, en anderen niet. Zo was Marvin inderdaad samen met een man en werkte hij bij de radio. Annet was te laat geweest, zoals altijd, en werkte voor de gemeente Sluis. Laura, die ons na het eerste jaar al had verlaten om aan de universiteit te gaan studeren, was inmiddels moeder van drie kinderen. Iedereen had er ook op en top verzorgt uitgezien. Kon je vroeger de ‘communicatiemiepjes’ er zo uitpikken, nu waren we allemaal veranderd in een brij van bloesjes en ambtenarentaal.
Aan het eind van de gezellige avond besloten we nu wel echt contact te blijven houden, en we wisselden allemaal telefoonnummers en e-mailadressen uit.

Leuk :slightly_smiling_face:

Moe maar voldaan kwam ik om elf uur ’s avonds thuis. Mijn appartement was leeg, donker en koud. Na alle verhalen van mijn oud-klasgenoten voelde mijn leven toch wel een beetje waardeloos. Ik knipte het licht aan en ging op mijn bank zitten. Ik keek de kamer rond en zuchtte.
Zat ik dan, in mijn kleine tweekamerappartement. Zonder vriend, zonder kind en zelfs zonder goudvis. Ik had altijd gedacht dat ik gelukkig was, en dat was ik ook ergens wel, maar het gemis begon nu pas echt duidelijk te worden. Ik bezat enorm veel spullen. Mooie schoenen, zachte truien en dure parfums. Maar die maakte me altijd maar voor heel even gelukkig. Het was tijd om de ware tegen het lijf te lopen, een huis te kopen en kinderen te krijgen. Hoe kon het dat Laura dat al wel voor elkaar had? Ik had haar nooit gemogen en destijds leek ze haar leven nooit zo op een rijtje te hebben. Toch had ze nu al drie kinderen en een universitaire studie afgerond. En Kim was met haar jeugdliefde getrouwd. Ik had nooit echt een jeugdliefde gehad. Rowan woonde het grootste deel van het jaar in het buitenland, en dat was aan haar te zien ook. Slank lijf met een heerlijk zomers tintje, en dat in begin juni. Als we vroeger niet zo goed bevriend waren geweest had ik het ronduit jaloersmakend gevonden.
Morgen zou mijn nieuwe leven beginnen, besloot ik. Dan zou ik op huizenjacht gaan. Ik zou gaan bezuinigen op kleren en make-up. En vooruit, ook op schoenen. Mijn volwassen leven zou nu echt van start gaan. Het feit dat ik al lang was afgestudeerd en een baan had, maakte voor het gemak niet uit. Een nieuwe uitdaging aangaan kan altijd toch?
Tevreden met mijn besluit reinig ik mijn gezicht met mijn favoriete producten van Lush. De verschillende geuren van mandarijn en lavendel maken mijn humeur altijd opperbest. Ik poets mijn tanden en kruip in mijn grote, zachte tweepersoonsbed. Vrijgezel zijn heeft ook wel zijn voordelen, besluit ik. Overdwars slapen bijvoorbeeld. Ik word wakker van het zonlicht wat door een kier van mijn luxaflex heen schijnt. De wekker vermeldt dat het pas acht uur ‘s morgens is. In de winter heb ik er nooit last van, maar nu de langste dag nadert en het weer met de dag beter werd, is de ligging van mijn slaapkamer ten opzichte van de rest van mijn appartement niet zo gunstig. Na een verkwikkende douche zet ik een kop koffie en ga met een cracker en een opschrijfboekje aan tafel zitten.

Zaterdag 9 juni
De eerste dag van mijn nieuwe leven.
Dit jaar nog doen:

  • de liefde van mijn leven vinden
  • een huisdier nemen
  • op huizenjacht gaan
  • een vakantie naar een zonnige bestemming boeken
    Ik neem een slok koffie en denk even na. Wat betreft mezelf hoef ik maar weinig te veranderen. Op dieet is niet echt nodig. Oké, er zit misschien één, misschien twee kilootjes te veel aan mijn lijf om het perfecte bikinifiguur te hebben. Maar het is bijzonder hopeloos om nu op dieet te gaan. Dat is absoluut niet nodig. Naar de kapper dan? Heb ik een nieuwe coupe nodig? Een ander kleurtje erin? Is een optie.
    Oké, volgend onderdeel, bezuinigen. Zodat ik straks mijn droomhuis gemakkelijker kan betalen. Wat heb ik wel en niet nodig? Ik eet mijn cracker op en neem mijn lijstje mee naar de uitpuilende kledingkast. De wintertruien heb ik gelukkig al weken eerder opgeborgen in de kisten onder mijn bed, dus het was puur de zomer en lente-garderobe die nu voor mij hangt en ligt.

Wat moet ik absoluut nog kopen?

  • een LBD
  • bikini
  • zonnebril
  • strandtas
    Ik bekijk mijn lijstje kritisch. Dit gaat niet werken. Ik streep alles weer door. Hoewel het altijd mijn regel was dat ik voor elke strandvakantie per jaar minimaal één nieuwe bikini mocht kopen, kan ik die regel dit jaar misschien aan mijn laars lappen. Laars! Dat herinnert me aan mijn favoriete cowboylaarzen waarvan ik de hak nog moet laten maken.
    Ik gooi het lijstje op mijn bed en zoek de laarzen op. Waar heb ik ze nu gelaten? Ik ben geen sloddervos, althans, meestal niet. Maar ik bezit gewoon veel te veel spullen. Waardoor het soms lastig wordt om iets terug te vinden, vooral als je het al een poosje niet hebt gebruikt. Ha! Hebbes. Aan de verkeerde kant van het bed. Ik bekijk de hak van mijn rechterschoen. Daar kan ik echt niet meer op lopen. Eerst maar wegbrengen dan. En op de terugweg gelijk even over de markt, om vers fruit te kopen.
    Daarna ga ik met frisse moed deze opgavelijst afmaken.

Het rondje over de markt en naar de schoenmaker wordt iets langer als ze me vertellen dat ze de hak in een uurtje kunnen repareren. Nog maar een rondje dus. Even in de etalage gluren bij het reisbureau om te zien of er nog leuke last-minutes hangen. Vanavond heb ik afgesproken met Bianca en Rosa om ons jaarlijkse waar-gaan-we-heen-uitje te vieren. Onder het genot van een fles wijn opties en last minutes bekijken.
Na anderhalf uur kom ik bepakt en bezakt terug. Toch ook nog maar zonnebrandcrème gekocht. Het was nu in de aanbieding, en zonder zou ik zelfs in het Nederlandse zonnetje op een goede dag veranderen in een kreeft. En even langs de bakker om een lekker broodje voor straks.

Nadat ik mijn aankopen op de keukentafel heb gedumpt – opruimen zou later wel komen – begin ik aan mijn missie. Missie kledingkast.
Ik zet de radio aan en sla de dekens van mijn bed dicht. Plank voor plank, rek voor rek komen er heel veel kleren tevoorschijn. Sommige met de labeltjes er nog aan, anderen uit de status van vergetelheid. Om de chaos iets kleiner te maken verdeel ik het in twee kampen: past en past waarschijnlijk niet/ op uit gekeken. Ik houd één hele grote stapel over met kleren die koste wat het kost terug in de kast moet. De laatste stapel dump ik in een lege kledingbak onder mijn bed. Die zou de volgende keer wel weer aan bod komen. Stel je voor dat ik de kleren nu weg zou doen, en toch gaan twijfelen over items. Bovendien, misschien kan ik Rosa of Bianca er nog blij mee maken.
De volgende die eraan moest geloven was mijn kaptafel. Zoveel make-up, zoveel luchtjes. En vooral ook zoveel testertjes en kortingsbonnen die overal tussen slingeren. Make-up had ik nog uit mijn middelbare schooltijd. Foundation in net de verkeerde kleur, die ik dan toch bewaarde om dat de kleur misschien tijdens de zomer of winter wel zou staan. Heel veel testers van verschillende merken gezicht crème, bodylotion, parfum monsters en noem het maar op, in de overtuiging dat het handig was voor op reis. Nu moet ik eerlijk zeggen dat ik de monsters van shampoo en conditioner wel altijd trouw meeneem op vakantie, maar de rest is gewoon onzin. Ik moet stoppen met die hobby waarmee ik van alles wat los en vast zat proefmonsters aanvraag, want negen van de tien keer gebruik ik het niet, ben ik er toch allergisch voor of lust ik het niet eens. Ja, ook voor verschillende voedingsmiddelen download ik kortingsbonnen en vraag ik proefmonsters aan. Gewoon, omdat het kan.

Niet meer doen:

  • spullen onnodig bewaren
  • monsters aanvragen, tenzij shampoo

Als het werkblad van de kaptafel op orde is, trek ik de lades open. Daar bewaar ik mijn parfum en nagellak. Vooral parfum stik ik in, omdat er gewoon te veel aanbod is in winkels. Elke keer brengen ze weer een lekker, nieuw luchtje uit. En daarbij moet je kunnen variëren; een luchtje voor overdag, en één voor ’s avonds. Voor de winter en voor de zomer. Voor naar het werk en voor als ik thuis ben. Ik moet eerlijk bekennen dat ik ook nooit de flesjes leegmaak, omdat ik dat zonde vind. Natuurlijk kun je ook nieuwe kopen, maar dan wordt mijn collectie nooit kleiner. Er staan zelfs bijna lege parfumflesjes tussen met luchtjes die mijn oma vroeger gebruikte. Ik heb ze in mijn bezit gekregen toen zij is overleden en mijn opa ging verhuizen. Het zijn helemaal niet mijn geurtjes, maar het is de emotionele lading die erachter zit, waardoor ik ze niet weg kan doen. Net als met zoveel dingen. Ik hecht me aan spullen omdat er vaak mooie herinneringen aan zitten. Herinneringen die ik niet kwijt wil. Wat ooit begon met de herinneringendoos, is nu niet meer ter grote van een schoenendoos, maar ter grote van een eenvoudig appartement. Er zijn al genoeg mensen die vallen over mijn vreemde manier van passie om dingen te bewaren. Op mijn werk stop ik alles weg in mijn bureaulades, of neem het mee naar huis als het niet relevant is voor het werk. Bianca en Rosa weigeren om bij mij thuis te komen borrelen. Ze zeggen dat de muren op hen afkomen als ze bij mij zijn, en dat is geen belediging omdat mijn appartement zo klein is, maar omdat het zo vol staat. Ooit heb ik pogingen gedaan om alle rotzooi te verplaatsen naar mijn slaapkamertje. Vandaar de enorme puinhoop in mijn kast en overvolle kaptafel. Ook de dozen met kleding onder mijn bed zijn daar een overblijfsel van. Maar als ik eenmaal lege ruimte creëerde, zag ik dat als een kans – vaak ongemerkt, dat wel – om het weer vol te zetten met nieuwe spullen.
Voor je verkeerde conclusies trekt, ik ben niet koopgek of koopziek. Ik koop niet om de kick van het kopen. Ik koop dingen omdat ik het nodig heb. Of ja, denk nodig te hebben. Het feit dat ik allemaal kortingsbonnen en monsters spaar – sorry, spaarde – is een overblijfsel van mijn Zeeuwse zuinigheid. Zo heb ik in mijn portemonnee ook diverse klantenkaarten. Spaaracties zijn gratis, en soms zitten er leuke acties aan verbonden. Ik lees ook elke week de reclamefolders die in de bus vallen. Je moet niet te trouw zijn aan een winkel, want voor je het weet zetten ze je af. De concurrent weet sommige producten soms veel aangenamer te prijzen.

Ik besluit de lades van mijn kaptafel nog even met rust te laten en eerst te gaan lunchen. De zon heeft inmiddels mijn piepkleine balkon bereikt, waar ik dus neerstrijk met mijn broodje, glas jus d’orange en uiteraard een grote zonnebril op mijn neus. Ik woon in een drukke wijk, maar er zijn toch vaak momentjes van rust. Vooral doordeweeks in de spitsuren, als iedereen naar zijn werk of school moet, is het er druk. Als het mooi weer is spelen er heel veel kinderen buiten, maar daar heb ik vrijwel nooit last van. Ik moet ook bekennen dat ik nooit op mijn balkon zit, omdat het zo teleurstellend klein is. Ik kan er net mijn opklapbare tuinstoeltje kwijt, en dan is het vol. Ik heb stad en land afgezocht om een opklapbaar wasrek te kunnen kopen wat daar past. En zodoende staat mijn wasrek daar meestal als het mooi weer is. En dan ga ik in het park van het mooie weer genieten, of op het terras met één van mijn vriendinnen. Eigenlijk ben ik meestal op mijn werk als het mooi weer is. Dat was vroeger al zo, met mijn bijbaantjes. Ik moest altijd werken als het mooi weer was. En ik kon de klok erop gelijk zetten dat als ik een keer vrij was, het weer altijd tegen viel. Had ik tentamenweek, dan was het weer om te genieten, dan wilde je naar het strand. Maar in vakanties regende het.

Na een half uurtje soezen in het warme zonnetje is het weer mooi geweest, werk aan de winkel! De radio speelt inmiddels zomerse deuntjes en ik weet dat het er nu echt van moet komen, ik moet dingen weg gaan gooien. Of weggeven, dat klinkt iets minder dramatisch. En ik moet de lades van mijn kaptafel gaan ordenen, zodat ik er geen puinhoop meer van kan maken als ik op zoek ben naar iets.
Een voor een haal ik alle flesjes nagellak uit de lades. Er zijn zoveel kleuren, maar geen enkele dubbele. Dat heb ik toch goed voor elkaar. Elk flesje wordt aan een test onderworpen. Is het erg geschift? Als het flesje open draai, hoe ziet de nagellak er dan uit? Welke kleuren gebruik ik nu wel, en welke niet? En welke van die laatste moet ik toch bewaren voor het geval het ooit weer in de mode komt? Afgrijselijke kleuren als metallic blauw, geel en felgroen. Ik snap niet hoe ik ze ooit comfortabel heb kunnen dragen, maar als iets in is, dan volg ik de maatschappij. Althans, als ik me er in kan vinden. En soms is een dergelijke kleur toepasselijk voor een feestje. Ik besluit het net als met mijn kleren te doen. Nagellak waarover ik twijfel, en waarvan ik denk dat hij misschien ooit nog in de mode komt, steek ik een oude schoenendoos die ik weer onder mijn bed kan opbergen. Het wordt daar ooit nog een ware schatplaats. Daarna is de berg make-up aan de beurt. Het merendeel van de verkeerde kleuren foundation gaat weg. Al die vieze potjes, daar durf ik zelfs niemand anders meer blij mee te maken. Ingedroogde mascara’s, oogpotloden die keihard zijn geworden, ze gaan zo de prullenbak in. Oogschaduws heb ik ook in alle kleuren van de regenboog, en dat is ook het enige wat straks weer onveranderd terug de la in mag. Sinds ik een hele goede oogschaduwbasis heb ontdekt zijn alle merken ineens veel draagbaarder geworden. Ze gaan niet creaseren, lopen niet uit. De kleuren zijn intenser, en nog belangrijker: ze laten mijn ogen zoveel mooier uitkomen. Al op jonge leeftijd ben ik begonnen met het dragen van oogschaduw. Al die kleurtjes, zoveel leuker dan mascara. Mijn eerste zelf gekochte potje oogschaduw heb ik ook nog. Een crème-trio van de Hema. Afgekeken van mijn moeder, die ook zo’n potje had. Ik gebruik die kleuren zelden, maar omdat ze ook eigenlijk niet bederven bewaar ik ze. Net als iedereen heb ik zo mijn favorieten, maar als je elke dag oogschaduw draagt kun je lekker veel variëren, van grote pallets tot kleine mono’s. Mijn favoriete pallet, één van de Bijenkorf heb ik ooit kapot laten vallen. Niet één keer, maar meerdere. En met elke val braken er meer kleuren. Eerst was het enkel de lichtroze, maar later ook de zwarte, de groene, de donkerblauwe. En dat gaf natuurlijk een grote troep. Uiteindelijk heb ik besloten om die brokstukken maar weg te gooien. Zonde, maar niets aan te doen. Een pallet is wel vervangbaar, nietwaar?
Wat ik heel weinig in mijn bezit heb, zijn blushers. En deze hoeven ook niet aan de tests onderworpen te worden. Ik heb twee hele fijne, in mooie, heldere kleuren. En twee iets minder fijne, puur omdat ze door de grote hoeveelheid glitters niet bepaald geschikt zijn voor dagelijks gebruik. Die mogen dus ook mee naar mijn nieuwe leven.
Nu ik alles zo uitstal schrik ik eigenlijk wel van de enorme hoeveelheid. En wat dat alles bij elkaar wel niet gekost moet hebben. Ik ben natuurlijk vroeg begonnen met het ‘verzamelen’, en veel dingen heb ik ook gekocht met korting (daar heb je hem weer) of leuke acties. Zoals de welbekende acties van mijn favoriete merk Sephora. Twee keer per jaar, drie producten voor €10 euro. Natuurlijk moest ik daar elke keer naartoe. En natuurlijk kocht ik elke keer meer. Vooral van het uiteindelijke bonnetje werd ik altijd heel blij. Het leverde me soms een korting op van €100 - of ja, korting. Anders had ik het merk waarschijnlijk nooit echt ontdekt, laat staan dat ik er iets had gekocht.
Met de jaren besefte ik me ook dat sommige, wat duurdere merken, wel degelijk beter waren dan de goedkope drogisterijmerken. Vooral Rosa wist dat altijd goed te benadrukken. Als we samen ergens in een grote stad gingen winkelen, wilde ze altijd naar de MAC-store. Nogal duur en overdreven vond ik dat in het begin, maar ze hebben prachtige producten. En als je eenmaal je juiste, fijne kleur foundation hebt gevonden, dan staak je uiteraard de zoektocht. Bij mij werd het een minerale poederfoundation van Sephora, voor Rosa was het een vloeibare foundation van MAC.

Het schiet niet bepaald op met make-up sorteren. Ondanks dat sommige producten niet aan de test onderworpen hoeven te worden omdat ik ze toch wel wil houden, wil ik toch alle doosjes openmaken. Even de kleuren bewonderen. Even herinneren waarom ik ook alweer zo blij was met die aankoop. Een tijdrovende hobby. Onderin de la kom ik ook een hele voorraad met oogschaduwkwastjes tegen. Ooit eens gekocht, vervolgens vergeten. Mijn gewone kwasten verdienen eigenlijk ook wel weer een wasbeurt. Het logische van kleren in de was gooien, zit er bij de kwasten nog niet erg in. Waar de één zweert bij elke dag reinigen met een kwastenreiniger, de ander het eens per week doet, doe ik het eigenlijk alleen als ik eraan denk. Met babyshampoo. Werkt prima, kost niks. Zo ben ik dan weer wel.

Na de make-up zijn de overige verzorgingsproducten uiteraard aan de beurt. Ik heb een oud blik tevoorschijn weten te halen uit de rest van de puinhoop en gooi daar alle testers en kortingsbonnen in, zodat ik die later gemakkelijk kan uitzoeken.
Verzorgingsproducten heb ik uiteraard ook veel te veel. Dat krijg je van aanbiedingen, één plus één gratis. En van al die mini’s die ik ooit heb aangevraagd. Pakketten met dingen die je bij abonnementen cadeau krijgt, met dingen erin die je zelf nooit zou kopen, maar die ook eigenlijk net niet je geur zijn. Hele dure bodylotion van Guess zit erbij, maar ik vind het luchtje niet zo lekker. Ik gebruik liever mijn Karma Kream van Lush. En de showergel ervan heb ik zelfs nog nooit gebruikt, het plasticje zit er nog om. Allebei weggeven dan maar.
Ik heb ook veel te veel merken shampoo. De duurde voor af en toe, die van Lush omdat ze zo lekker ruiken. Af en toe een bepaald merk om eens te proberen, en altijd een voorraadje van de shampoo die ik dagelijks gebruik. Dagelijks ja, ik weet dat er zoveel mensen zijn die beweren dat het slecht is voor je haar, maar ik zie er om te beginnen niet uit als ik mijn haren niet was, of ik moet ze vastzetten in een staart, maar dat vind ik niet zo leuk staan. Ten tweede, als je toch onder de douche staat, is het een kleine moeite en het voelt simpelweg veel schoner. Je moet alleen slim zijn en wel een geschikte shampoo voor je haren zoeken. Een te sterkte gebruiken als je het elke dag wast is natuurlijk ook niet goed.
Als ik al mijn tubes en flesjes bodylotion, handcrème, shampoo, conditioner, douchegel en deodorant op een rijtje heb gezet, gaan ze erin volgorde van inhoud weer terug in. De volle, onaangebroken achterin, en de bijna lege verpakkingen vooraan. Zodat ik het strategisch en snel een beetje op kan maken. Een paar oude spullen belandden in de prullenbak, en de producten van Guess op het stapeltje wat ik wellicht kan weggeven.

Ik moet alleen nog mijn sieradenbakjes door voor mijn hele kaptafel weer opgeruimd is, maar dat besluit ik maar tot een andere keer te bewaren. Ik ben vermoeid van deze actieve dag, maar het is wel precies wat ik me had voorgenomen. De eerste stap in mijn nieuwe, opruimde en frisse leven.
Als ik dan voor het eerst die middag weer op mijn telefoon kijk, zie ik dat ik tot mijn schrik drie nieuwe berichten heb.

Van: Rosa 13.23 uur: Isa, wil je me bellen?
Van: Rosa 14.01 uur: Ies?
Van: Rosa 15.48 uur: Je bent er duidelijk niet. Laat maar, vertel het vanavond. 8 uur, steenbok hé?

Het moet wel heel belangrijk zijn wil Rosa me zelf niet gebeld hebben. Dat doet ze normaal gesproken wel altijd als ze heel enthousiast over iets is en het kwijt moet. Als ik dan binnen een kwartier geen berichtje terugstuur, belt ze me zelf. Maar een laat maar van Rosa, is ook echt een laat maar. Ik voel me stiekem wel een beetje schuldig. Ben ik net lekker bezig met mijn nieuwe leven, verwaarloos ik mijn vriendin compleet.

Aan: Rosa 17.06 uur: Sorrysorrysorry. Zullen we er half 8 van maken?
Binnen no time heb ik een berichtje terug.
Van: Rosa 17.08 uur: Laten we dat maar doen! Ik licht Bianca wel in. Tot straks!

Ik besluit ter plekke dat ik in mijn nieuwe leven vaker gezond zal gaan koken, en om daarmee te beginnen maak ik vandaag penne met olijf- en tomatensaus. Een hele stap, al zeg ik het zelf. Ik ben eigenlijk niet zo van het koken, en als het dan toch moet, dan neem ik het liefst een pakje. Bianca en ik hebben in onze studententijd ook vaak genoeg pakjes appeltaart gekocht. Je moest er maar twee dingen aan toevoegen: water, voor het beslag, en appels, voor de vulling. Super simpel, en het mooiste van het hele pakje was altijd dat er nog een kartonnen bakvorm inzat ook. En lekker! Het was de uitvinding van de eeuw, zeker voor ons stelletje klunzen. De eerste keer was Rosa nog onder de indruk geweest als zij later aanschoof om te genieten. Maar na het onthullen van ons recept was het daarmee al gauw gedaan. Maar het was te lekker en te makkelijk om het niet meer te kopen.

Ik besluit dat ik Bianca en Rosa binnenkort maar eens te eten moet vragen. Nu mijn appartement opgeruimd begint te worden, en ik aan mijn nieuwe leven ben begonnen, moet dat er ook maar van komen. Een uur in de keuken staan voor alleen mezelf is ook niet leuk. Dan deel ik het eten en een fles wijn liever met mijn vriendinnen.
Na het eten zet ik alle vaat zo goed als het past in mijn kleine vaatwasser en ga voor mijn kast twijfelen. Het begint zomer te worden, maar het is nog steeds niet warm. Hoewel we bij de Steenbok vrijwel altijd binnen zitten, kan ik maar beter geen blote benen doen. Na lang twijfelen heb ik een strak zwart rokje, een dunne zwarte panty en suède enkellaarsjes bij elkaar. Het wordt uiteindelijk de crèmekleurige bloes die het wint van mijn shoulder-off shirt. Ik rol de mouwen op en draai mijn haar voor de verandering in een losse knot. Als ik nu zo’n grote bril op zou zetten, zou ik precies eens strenge, maar ietwat domme schooljuf zijn. Ik wil naar mijn favoriete parfum grijpen als ik me besef dat ik de indeling vandaag compleet anders heb gemaakt. Eerst de flesjes die bijna leeg zijn! De keuze valt dus op Calvin Klein for her, wat ik voor mijn achttiende verjaardag heb gekregen. Eeuwen geleden, besef ik me.
Nadat ik ook mijn make-up uitgebreid heb opgebracht is het tijd om te vertrekken. Ik kan uren tutten, maar als ik haast heb is het ook geen probleem. Niet dat de lippenstift dan tot achter mijn oren zit, maar de basisroutine van primer, concealer, foundation, mascara volstaat op sommige dagen ook. Vooral als er haast geboden is. Nu heb ik uitgebreid de tijd genomen om te beslissen dat ik vandaag de goudkleurige oogschaduw draag. Of ‘camel leon’ zoals het doosje vermeld.
Na tien minuutjes fietsen arriveer ik bij de Steenbok. Buiten zitten enthousiastelingen op het terras. Ik geef ze geen ongelijk, het is inderdaad nog heerlijk weer. Ik speur langs de tafels maar mijn vermoedens zijn bevestigd: de meiden zitten binnen. Tot mijn verrassing zijn ze er allebei al, en dat terwijl het pas vijf voor halfacht is. Op tijd, of beter gezegd, als eerste komen is meestal aan mij besteed.
Ik begroet mijn vriendinnen enthousiast en neem plaats in het gezellige hoekje. Ze hebben beide al een glas witte wijn voor zich, maar ze hebben er nog amper van gedronken.
‘We zijn er nog niet zo lang, hoor,’ lacht Bianca geruststellend.
‘Ik schrok al. Jeetje, jullie zijn nooit zo vroeg. Wat is er aan de hand?’ reageer ik.
Rosa lacht geheimzinnig. ‘Bestel maar gauw, Jochem keek net deze kant op,’ moedigt ze me aan.
Als ik ook een glas witte wijn voor me heb begint Rosa te vertellen.
‘Marc en ik zijn vandaag naar het strand gegaan…’ Ze heeft een bepaalde glinstering in haar ogen. Ik kijk Bianca aan, we hopen nu allebei te weten wat er komt, maar vallen Rosa niet in de rede. Rosa draait de eenvoudige gouden ring aan haar rechter ringvinger om, en er komt een prachtige steen tevoorschijn. Bianca en ik gillen en geven haar een dikke knuffel.
‘Ik wist het!’ zegt Bianca. Je hebt zo’n glinstering. Het moest wel iets speciaals zijn.
‘Het strand!’ roep ik enthousiast. ‘Meer details graag!’
Rosa vertelt het hele verhaal van het begin af aan.
‘We moeten uiteraard nog een heleboel gaan bedenken, en regelen. Maar dit wil ik alvast zeker weten. Willen jullie mijn bruidsmeisjes zijn?’ Rosa straalt als ze het vraagt.
Bianca en ik twijfelen geen seconde. ‘Natuurlijk!’ roepen we bijna tegelijkertijd.
‘Oh, ik ben zo blij!’ roept Rosa blij.
‘Hier moeten we iets passends bij drinken,’ vindt Bianca. Onze wijnglazen zijn inmiddels leeg, en voor de tweede ronde kunnen we nu net zo goed champagne bestellen.

De dagen en weken verstrijken in Isa’s nieuwe leven. Het bevalt haar eigenlijk wel, die opgeruimde make-up tafel en een kledingkast die vol lijkt te hangen met nieuwe kleding.
Tijdens het etentje wat ze voor Bianca en Rosa had georganiseerd had ze eens serieus met hen gesproken. Ze waren oprecht verbaasd geweest van Isa’s nieuwe levensstijl, en vooral dat ze het zo goed vol hield. Ze had geen absurd hoog loon, maar weinig kosten. En nu ze ook niet veel meer uitgaf, was ze er van verzekerd dat het haar moest lukken om een mooi huisje te vinden. Ze had het een eind gezien in haar kleine appartement. Rosa had al een grote stap in haar leven gezet, zij ging trouwen. Isa vond dat het nu voor haar ook tijd werd om aan de toekomst te denken. Die man kon wel wachten, die had echt geen haast. Maar ze leefde haast nog als een student in haar kleine appartementje, en dat moest maar eens klaar zijn.
Vooral Bianca bewonderde haar doorzettingsvermogen. Ook zij had al verwoede opruimpogingen gehad, maar na elk vriendje wat ze versleet was het weer raak. In relatieopzicht waren ze drie vreemde vogels bij elkaar in één nest. Rosa was degene die al sinds hun studententijd met Marc samen was. Bianca had vaak vriendjes, maar zodra het serieus was liet een van de twee het vaak afweten. En Isa was de eeuwige vrijgezel. Niet dat ze niet van aandacht hield, maar de meeste mannen van haar leeftijd waren het gewoon niet voor haar. Te kinderlijk, te zakelijk, te veel met zichzelf bezig. Een beetje kieskeurig was ze wel, maar daar was volgens haar vriendinnen niets mis mee. Hij, de grote liefde, zou ooit wel langskomen, als de tijd daar rijp voor was. En dat was hij kennelijk nog niet.
Rosa vond het heerlijk om haar vriendinnen te betrekken bij haar bruiloft, en zo vonden haar vriendinnen het ook. Hun band werd er alleen maar sterker door, en het was bijzonder om mee te mogen denken over de grote dag van Rosa. Rosa vond het vooral fijn dat haar vriendinnen haar moed in praatten als ze het even kwijt was. Vooral de details waren ontzettend moeilijk, en Marc vond alles snel best. ‘Ik wil absoluut geen paars,’ had hij gezegd toen de bloemen ter sprake kwamen, ‘maar verder heb ik er geen verstand van. Ik wil dat het onze dag word, en dat hij heel erg mooi is. Ik kan niet pietluttig zijn op zulke kleine details.’ En stiekem vond Rosa dat ook wel weer ergens fijn. Volgens haar was het geen teken van desinteresse, maar van gebrek aan kennis. En zij wist daar alles vanaf, samen met haar twee beste vriendinnen. Alle trouwtijdschriften, glossy’s en roddelbladen werden regelmatig uit de schappen getrokken om inspiratie op te doen. Voor de gein hadden Bianca en Isa een inspiratieboek voor Rosa gemaakt. Het was begonnen als grapje. Ze hadden haar favoriete actrice in verschillende outfits uitgeknipt en in een plakboek geplakt. Samen met een paar begeerlijke acteurs in pak. Uiteindelijk was een mix ontstaan van prachtige outfits, aankleding van ruimtes en gerechten die volgens hen bij hun vriendin paste. Het plakboek was inmiddels iets heiligs voor Rosa geworden als ze er even niet meer uitkwam. Ze hoefde maar een blik in het inmiddels overvolle plakboek te werpen om zich weer helemaal te kunnen herinneren wat nu eigenlijk wilde.
De jurk die Rosa had uitgekozen was adembenemend mooi. Isa en Bianca gingen maar wat graag mee als Rosa terug naar de winkel moest om hem te her passen, en elke keer leek hij beter te staan. Twee weken voor de grote dag keerden de drie vriendinnen opnieuw naar de bruidsmodezaak. Dit zou de laatste keer zijn, want ze gingen Rosa’s jurk en de jurken voor de bruidsmeisjes ophalen. Ook de moeders van Rosa en Marc waren mee. Een gedenkwaardig moment, zo vonden ze allen. En om van het ophalen van de jurken een klein feestje te maken, gingen ze eerst met zijn allen uitgebreid theedrinken.
Isa vond het mooi om te zien dat Rosa zo’n hechte band had met haar moeder, en met haar schoonmoeder. Ze zou waarschijnlijk een uitzondering zijn tussen alle schoondochters from hell en bijbehorende, bemoeizuchtige schoonmoeders. En ook Rosa’s moeder hoefde zich geen zorgen te maken, want zij had in Marc’s moeder een vriendin gevonden. Ze hadden hun kinderen niet eens nodig om af en toe af te spreken, want dat deden ze misschien nog wel liever zonder hen. En dan niet om te roddelen of hun leven door te nemen, maar gewoon om gezellig te kunnen kletsen en dingen te ondernemen.
Rosa zit als stralende engel binnen het gezelschap. Bianca en Isa werpen elkaar een glimlach toe. Ze zijn zo goed bevriend dat ze zichzelf helemaal niet als buitenstaander voelen. Sterker nog Jolanda en Nettie vonden dat de meiden deel uitmaakten van het geheel. Door de drie-eenheid was het perfect gelukt om over alle belangrijke bruiloftszaken te beslissen. En de twee vriendinnen van Rosa zouden er alles aan doen om te zorgen dat hun vriendin de onvergetelijke bruiloft te krijgen die ze voor ogen had. De twee hoofdbruidsmeisjes hadden natuurlijk een belangrijke rol in dit traditionele huwelijk. De twee kleine nichtjes van Marc hadden weliswaar een hoge aaibaarheidsfactor, maar konden Rosa niet assisteren bij het bijwerken van haar make-up, of haar helpen met haar jurk als ze naar het toilet moest. De nichtjes zorgen wel voor het schattige moment, maar dat deden Bianca en Isa net zo goed, volgens Nettie.

Met hun armen vol kledingzakken lopen de vrouwen naar de ruime gezinswagen van Nettie. Rosa’s moeder zou alle jurken netjes in de logeerkamer hangen, zodat de meiden zelf niet met hun jurken hoefde te slepen. Ze zouden op de grote dag allemaal bij haar komen aankleden en opmaken. Rosa zou zelfs weer een nachtje bij haar moeder in huis slapen zodat de trouwerij zo traditioneel mogelijk zou zijn. Haar moeder vond enerzijds dat ze teveel films had gezien, maar was het wel met haar dochter eens. De man moest de jurk niet vóór de gelegenheid zien. Dat zou niet alleen ongeluk brengen, maar het zou de hele trouwerij ook een stuk minder spannend maken.
Tot nu toe hadden ook alleen de moeders en Isa en Bianca de jurk gezien. Tot aan de ceremonie zou het dus voor velen een verrassing blijven hoe de bruid eruit zou zien.
Rosa gniffelt. ‘Wat zou tante Nela er wel niet voor over hebben mam, om even in huis te mogen snuffelen. Ze wil volgens mij dolgraag weten wie wat draagt.’
Nettie lacht. ‘Daar komt anders niets van in. Zelfs je vader heeft je jurk nog niet gezien. En nu gauw wegwezen, Isa en Bianca staan al beneden op je te wachten. Veel plezier vanavond, en doe geen dingen die té gek zijn.’
Rosa lacht. ‘Nee mam.’ Ze geeft haar een kus. ‘Ik bel je morgen wel om je te laten weten hoe het was.’

De drie vertrekken naar Isa’s appartement voor een lekkere meidenmiddag. Slechte romantische comedy’s, maskers, even heerlijk genieten. Isa heeft speciaal voor deze gelegenheid een paar maskers gekocht bij de Lush. Voor deze keer mocht het, want ze had in de eerste plaats geen maskers in huis, en daarbij waren ze bedoeld voor een heerlijke meidenmiddag. Nadat ze net als vroeger elkaars haren en make-up hadden gedaan – lang leve de uitgebreide collectie van Isa – was het tijd voor de kleding. Isa en Bianca hadden besloten dat ze hun vriendin niet voor gek wilde zetten, zoals bij een traditioneel vrijgezellenfeest. Ze vonden dat ze oud genoeg waren om er een serieus feestje van te maken, waarbij er niemand vernederd hoefde te worden. En daar was Rosa maar wat blij mee, al wist ze niet wat voor verrassingen de vriendinnen dan wel in petto hadden.
Lopend vertrokken de meiden naar Saloniki, het Griekse restaurant waar ze gereserveerd hadden. Na een ouzo vooraf was het tijd voor het eten, mezes. Normaal gesproken als lunch geserveerd, maar hier in Nederland was het niet gek om het ook voor avondeten te bestellen. De vele schoteltjes en schaaltjes met lekkernijen vulde de hele tafel. Vrolijk pratend over van alles en niets aten de vriendinnen van alles wat. Specialiteiten maar ook het gewone eten, zoals frietjes. Hoewel ze eigenlijk genoeg hadden, wilden ze wel een toetje. De mix van de verschillende, kleine gebakjes was heerlijk, zoet en plakkerig. Na nog een koffie vertrokken de meiden, op naar de volgende stop.
Het eten was inmiddels weer een beetje gezakt. Tijd voor een borrel bij de Steenbok. Rosa was verrukt toen ze ontdekte dat Isa en Bianca ervoor hadden gezorgd dat alle andere vriendinnen van haar er ook waren. De vaste barman van de Steenbok begroette Rosa enthousiast.
‘Hallo lieverd. Geniet ervan,’ lacht hij, en overhandigd haar een glas witte wijn.
Rosa lacht. ‘Dankjewel Matthias.’
Ze begroet al haar vriendinnen en ze toasten op een fijn feestje.
Isa en Bianca zorgen ervoor dat hun vriendin een onvergetelijke avond krijgt, en maken veel foto’s. Na de borrels in de Steenbok gaan ze met zijn allen naar Club Four, om daar flink los te gaan.

‘Weet je dat ik geen moment aan Marc en zijn avondje heb gedacht?’ verzucht Rosa als ze uiteindelijk om half vijf in bed liggen.
‘Vind je dat erg?’ vraagt Isa.
Rosa denkt na.
‘Joh, dat maakt helemaal niks uit,’ roept Bianca vanuit de badkamer, vermoedelijk met haar mond vol tandpasta. ‘Dit was jouw avondje. Ik zal niet zeggen je laatste avond als vrijgezel, want je trouwt pas over twee weken.’
‘Bianca heeft wel gelijk,’ beaamt Isa. ‘Dit was jouw avondje uit met je vriendinnen.’
‘Ik voel me ook niet schuldig,’ verzucht Rosa. ‘Maar toch vraag ik me af wat hij uitgespookt heeft. Al hebben we nadrukkelijk afgesproken om niet met elkaar over onze avondjes te praten.’
Bianca loopt de slaapkamer in en gaat op de rand van het bed zitten. Ze werpt Isa, die voor de spiegel haar nachtcrème opsmeert, een veelbetekenende blik toe. ‘Daar komen we wel achter,’ lijken ze tegen elkaar te zeggen.
‘Nou Roos, jij bent de gelukkige, dus jij mag in het midden!’ lacht Isa. Vanwege de enorme omvang van haar bed was er besloten dat ze na de vrijgezellenavond van Rosa bij haar zouden slapen. Dat haar appartementje klein is maakte op dat moment niets uit: in haar bed was plek voor drie.
‘Hé, wat knus,’ grijnst Bianca als ze in bed stapt.
‘Vanouds gezellig,’ lacht Isa.
Rosa geeuwt. ‘Ik ben anders best moe. Ik voel me geen zestien meer.’
De meiden lachen. Ze smoezen nog even, en doen het licht uit. Ze zijn inderdaad geen zestien meer, en het valt ze zwaar om de hele nacht, tot vier uur ’s morgens te dansen.

Isa is de volgende morgen als eerste wakker. Het is tien uur ’s morgens, dus haar vriendinnen kunnen nog wel wat slaap gebruiken. Zij was gisteren snel in slaap gevallen, maar ze weet dat Bianca en Rosa er altijd moeite mee hebben om in een vreemd bed te slapen. Om ze nog niet te wekken blijft zei in haar bed liggen denken.
Haar nieuwe leventje bevalt haar nog steeds prima. De afgelopen tijd heeft ze haar uitgaven aan beauty-gerelateerde onderwerpen en kleding flink kunnen inkrimpen. Doordat Rosa gaat trouwen, is het nog helemaal niet zeker of ze vanouds met zijn drieën op vakantie gaan, en dat zal ook veel geld schelen. De zoektocht naar een eigen huis kan dus in principe snel van start gaan. Net als de zoektocht naar een man. Isa merkt dat sinds ze haar leven zo drastisch veranderd heeft, ze wel veel beter in haar vel zit. Ze had altijd al een mooi lijf, maar doordat ze elke dag gezond kookt is haar huid er ook veel mooier uit gaan zien. Natuurlijk merkt ze nu dat ze vaker nagekeken wordt dan vroeger, maar het zijn nog steeds haar types niet. Bovendien houd ze er niet van om ordinair nagefloten te worden. Ze is een vrouw met klasse, zegt ze zelf wel eens, geen lustobject met borsten en billen.
Het feit dat Rosa en Marc besloten om op zo’n korte termijn te gaan trouwen en alles te regelen, heeft ze een enorm respect voor, al heeft ze aan veel dingen zelf meegeholpen. Ze bewondert haar beide vriendinnen om hun doorzettingsvermogen en beslistheid, hoewel Rosa ook steeds meer ging twijfelen als het om trouwerij-gerelateerde zaken ging.
En nu, over krap twee weken, zou hun vriendschap weer een beetje veranderen. Van tijd tot tijd, van opleiding tot opleiding en van levensfase tot levensfase, hun vriendschap bleef continue veranderen. Maar toch waren ze er altijd voor elkaar. Het was vreemd om te zien hoe ze elkaar toch door dik en dun bleven steunen, en nooit op elkaar uitgekeken raakten. Waar andere vriendschappen na een aantal jaren verwaterde of uitelkaar vielen, groeide zij naar elkaar toe. Ze hadden geen vaste basis of grondvestingen waarop hun vriendschap rustte. Het draaide nooit om één van de drie, maar om alle drie tegelijkertijd. En dat maakte hun vriendschap zo bijzonder. Dat, wist Isa, zou er ook voor zorgen dat zij op hun tachtigste nog steeds op vrijdagavond bij elkaar zouden komen. Misschien niet met een fles witte wijn, maar vast wel met een sherry of advocaatje erbij.
Isa denkt onbewust terug aan de reünie met haar oud-klasgenoten van de opleiding. Ondanks de beloftes en het uitwisselen van e-mailadressen en telefoonnummers was er nog steeds geen sprake geweest van een echte hereniging. Het was bij het ene, leuke etentje gebleven op die avond van de reünie. Was het dan echt weer aan haar om iedereen op te trommelen? Vroeger vond ze het nooit erg en nam ze graag zelf het heft in handen, maar naarmate de tijd verstreek vond ze het toch eigenlijk ook wel vervelend worden. Het leek altijd wel of zij de regeljuf was, en de anderen dat wel gemakkelijk vonden. Maar toch, om die vriendschappen niet opnieuw helemaal te laten verwateren, besloot ze om later dat weekend de meiden te mailen om weer eens iets af te spreken. En zouden ze daarna nooit meer iets horen omdat niemand het heft in handen zou nemen, dan zou het zo zijn. En anders, dan had ze er weer een gezellig clubje met ambitieuze meiden bij.