(verhaal) Duistere kerst

sommige van jullie zullen mijn verhaal ‘Zomer in angst’ al wel kennen
samen met mijn co-writer hebben we nu een kerstverhaal geschreven
dit is pas het begin en er zullen vast nog heel wat hoofdstukken volgen
het lijkt nu nog niet op een kerst verhaal, maar dat zal nog komen

hopelijk genieten jullie ook van dit verhaal en commentaar is altijd welkom
grammatica is altijd lastig dus als jullie wat foutjes ontdekken zijn meldingen altijd welkom

[i]Hoofdstuk 1

‘Ciara je moet in de buurt blijven!’ Roept ze haar na terwijl het kind al lachend over het ijs naar haar vriendinnetjes toe schaatst. Bang dat er wat zal gebeuren is Tara niet. Het is druk op het ijs en overal zijn oplettende ogen die de tientallen kinderen in de gaten houden. Een beetje onwennig na jaren lang niet op het ijs gestaan te hebben zwalkt ze zelf naar haar vriendinnen toe. Die begroeten haar lachend en Tara merkt dat ze zonder problemen zelf terug lacht. Dat is de laatste paar jaar wel anders geweest. Ze was constant op de vlucht en angst beheerste haar leven, maar hier heeft ze eindelijk het idee dat ze een veilige plek gevonden heeft. Het dorp waar ze nu woont is klein en heel gezellig. Iedereen kent elkaar en ondanks dat ze een vreemde is, werd ze zonder problemen in de kleine gemeenschap opgenomen. De mensen hier wilden alles van haar weten en ze heeft vele leugens moeten verzinnen om haar duistere verleden verborgen te kunnen houden. Desondanks vindt ze de mensen aardig en had ze al snel een aantal vriendinnen weten te maken. De vrouwen met wie ze nu omgaat zijn iets ouder dan zijzelf. Het ligt in haar aard om iedereen grondig te bestuderen, dat heeft haar al deze jaren in leven gehouden. De vrouwen lijken allemaal een verschillende achtergrond te hebben, maar niemand ziet er verdacht uit. De enige verbinding tussen hen zijn de kinderen die nu lachend en spelend over het ijs glijden. In gedachten verzonken volgt Tara haar dochter terwijl het kind samen met twee vriendinnetjes speelt. Ze probeert Ciara niet uit het oog te verliezen, de angst van jaren lang vluchten zit daarvoor te diep in haar lijf. Toch merkt ze dat ze wat van de tergende spanning los kan laten, het afgelopen jaar is er niets gebeurd en ze begint zich hier in het kleine dorp eindelijk thuis te voelen. Naarmate de middag vordert let ze minder op haar dochter en meer op haar vriendinnen. Ze hebben het schaatsen al gauw voor gezien gehouden en zitten met bekers hete koffie in hun handen langs de kant. De sfeer die er hangt is goed en er wordt veel gelachen. Het is lang geleden dat ze zo gelukkig is geweest.

[/i]

[i]Het begint langzaam donker te worden en Tara besluit dat het genoeg is voor vandaag. Ze vindt het nog steeds niet prettig om in het donker buiten te zijn, zeker niet omdat ze weet wat zich daar allemaal kan verschuilen. In de verte ziet ze haar dochter schaatsen samen met een ander kind dat ze nog niet eerder heeft gezien. De kinderen schaatsen hand in hand en iets aan de houding van haar dochter maakt dat Tara haar maag samen knijpt van ongerustheid. Ze roept haar dochter, maar ze is te ver weg. Ongerust staat ze op en schaatst zo snel ze kan achter haar dochter aan. De twee kinderen verdwijnen om een bocht en schaatsen de rivier op. Zacht scheldend probeert ze harder te gaan, het ijs daar is nog helemaal niet veilig. Haar dochter moet dat weten, ze had Ciara daar meerdere keren voor gewaarschuwd. Wanneer ze de rivier bereikt is daar niemand te zien, ze kan kilometers ver kijken, maar haar dochter is nergens.

‘Ciara!’ Ze roept zo hard ze kan, alleen een antwoord krijgt ze niet. Van de twee kinderen is niets meer te zien en ongerust schaatst ze de bevroren rivier op. Het ijs kraakt vervaarlijk en grote barsten ontstaan voor haar voeten. Ze let er niet op en blijft roepen naar haar dochter terwijl ze steeds verder de rivier op schaatst. Achter haar hoort ze de stemmen van haar vriendinnen die roepen dat ze terug moet komen, maar ze negeert het. Haar dochter vinden is het enige belangrijke. Het ijs wordt steeds dunner en uiteindelijk kan het haar niet meer houden. Er klinkt luid gekraak en ze valt het ijskoude water in. Terwijl ze probeert haar hoofd boven water te houden kan ze de stroming aan haar voeten voelen trekken. Tevergeefs reikt ze naar de randen van het wak. Iedere keer dat ze een stuk ijs te pakken krijgt breekt het af voordat ze zichzelf eraan op kan trekken. Door de kou verkrampen haar spieren en het wordt steeds moeilijker om te blijven bewegen. Ze probeert het nog een keer en weer zakt ze terug in het ijskoude water. Aan de rand van haar blikveld verschijnen mensen die roepen dat ze vol moet houden. Ze wil antwoord geven, maar krijgt de woorden niet uit haar mond. Er wordt een ketting van aan elkaar geknoopte sjaals naar haar toe gegooid en haar verkrampte vingers klampen zich eraan vast. Het lukt haar niet om vast te blijven houden terwijl ze haar eruit trekken. Wanneer ze helemaal onder water belandt spert ze in paniek haar ogen wijd open. Een felle kleur trekt haar aandacht en ze strekt haar hand ernaar uit. Ze meent zich te herinneren dat haar dochter net zo’n kleur sjaal droeg. Zou Ciara ook door het ijs gezakt zijn? Ondanks dat haar longen schreeuwen om lucht probeert ze haar armen en benen te bewegen. Voordat ze bij de kleur kan komen sluiten sterke handen zich om haar jas en trekken haar omhoog. Ze stribbelt tegen en vecht om weer onder water te gaan. Haar dochter is daar, ze moet daar ook heen! Haar pogingen hebben geen succes en binnen een paar tellen wordt ze het wak uitgesleept en naar de kant getrokken. Haar redder wordt ook snel uit het water gehaald en komt op haar af. [/i]

[i]
‘Bent u in orde?’ Vraagt hij bezorgd. Tara schudt haar hoofd en dwingt haar half bevroren tong de juiste woorden te vormen.
‘Mijn dochter.’ Fluistert ze huiverend terwijl ze naar het wak wijst. Ongeruste stemmen klinken om haar heen en een plons vertelt haar dat er iemand in het wak is gesprongen om te zoeken. Ze kunnen niets vinden en moeten door de kou al snel hun zoektocht staken. Iemand probeert haar gerust te stellen door te zeggen dat de brandweer al met duikers onderweg is en dat het onwaarschijnlijk is dat haar dochter in het water ligt. Niemand heeft gezien dat het meisje deze kant opging en ze zal vast wel ergens anders veilig zijn. Tara weigert het te geloven en probeert op te staan om zelf te gaan zoeken. Sterke handen houden haar tegen.
‘Mevrouw, alstublieft blijf zitten. U moet eerst warm worden en droge kleren aantrekken. Wij blijven zoeken naar uw dochter, we zullen haar vinden dat beloof ik.’ Ze heeft geen andere keus dan op de mensen om haar heen te vertrouwen en de vermoeidheid die over haar heen spoelt maakt het moeilijk om geconcentreerd te blijven. Ze krijgt het maar half mee als ze omhoog wordt geholpen en naar een ambulance wordt gebracht. Geruststellende stemmen verzekeren haar dat het allemaal goed zal komen en dat ze het zoeken aan anderen over moet laten.

In de ambulance worden warme dekens om haar heen geslagen en even later komt één van haar vriendinnen met droge kleren. Dankbaar pakt ze die aan en kleed ze zich om. Ze heeft het nog steeds ijskoud, maar wil niet langer wachten. Er is iets verschrikkelijks met haar dochter gebeurt, daar is ze van overtuigd. Het ambulance personeel wil haar tegenhouden, maar ze geeft hen de kans niet. Ze heeft het idee dat alleen zij haar dochter kan vinden en met onzekere stappen strompelt ze naar de rivier toe. Om het wak is er een grote groep mensen verzameld en er wordt haastig ruimte voor haar gemaakt. Met de warme deken nog steeds stevig om haar heen geslagen tuurt ze het zwarte gat in. Het is ondertussen helemaal donker geworden en het enige licht komt van een paar grote bouwlampen die de omtrek van het wak spookachtig verlichten. Een stroom bubbels in het midden van het pikzwarte gat maakt duidelijk dat één van de duikers omhoog komt.

[/i]

Hij wordt door zijn collega’s snel uit het water geholpen en brengt met een serieuze blik op zijn gezicht verslag uit. Één van de brandweermannen maakt zich los uit de groep en komt op Tara af.
‘Mevrouw we kunnen niets vinden, weet u zeker dat uw dochter samen met u door het ijs is gezakt?’ Twijfels slaan toe en onzeker kijkt ze om zich heen.
‘Ik, ik … Ik heb haar daar gezien, het kan niet anders. Ze moet daar zijn.’ Zegt ze terwijl ze naar het wak wijst. Er verschijnt een sceptische uitdrukking op de man zijn gezicht.
‘Is het mogelijk dat ze ergens anders is? Misschien dat ze met een vriendje is mee gegaan?’ Tara schudt haar hoofd.
‘Ze ging hierheen, ze moet hier zijn.’ Mompelt ze koppig. Ze kijkt gejaagd om zich heen, door de duisternis kan ze niet veel zien, maar ze heeft het gevoel dat haar dochter vlakbij is. Ze werpt de deken van zich af en stapt het ijs op. Mensen proberen haar tegen te houden, maar ze rukt zich los en snelt over het ijs naar de overkant van de rivier. Met verwoedde bewegingen duwt ze de struiken opzij en let daarbij niet op de dorens en scherpe takken die haar huid open halen. Ze schreeuwt de naam van haar kind terwijl ze zoveel mogelijk probeert te doorzoeken voordat ze wordt tegen gehouden.
‘Toe mevrouw, hier bereikt u niets mee. We hebben al gezocht, er is hier niets.’ Weer probeert ze aan de grijpende handen te ontsnappen. Dit keer heeft ze minder succes. Een hand sluit zich om haar enkel en ze valt hard op de grond. In haar val ziet ze iets geels in de struiken. De sjaal is helemaal verstrengeld om de wortels van de struik en zo dichtbij dat ze hem aan kan raken.
‘Daar!’ Gilt ze terwijl ze haar uit de struiken trekken. Ze strekt wanhopig haar handen naar de sjaal en weet haar vingers er omheen te vlechten.
‘Zie je wel dat ze hier is!’ Roept ze terwijl ze de sjaal triomfantelijk omhoog houdt. Er gaat opgewonden gemompel door de groep mensen heen en een aantal rennen naar de struiken om verder te zoeken. Tara wil meehelpen, maar wordt opnieuw naar de ambulance geleid. Terwijl een verpleger de krassen op haar armen en gezicht schoonmaakt houdt ze de sjaal stevig tegen zich aan gedrukt. Dit is het enige bewijs dat haar dochter hier is en ze zal het aan niemand af staan.

ook deze ga ik binnenkort lezen.

eerst met de andere beginne

upje dan maar

onze site is online:D
vanaf nu staan al onze verhalen verzameld op www.schrijversbloed.nl

Omdat Laura maar niet online wil komen zet ik alvast het volgende deel van duistere kerst op het forum.

[i]Hoofdstuk 2

Zodra de krassen op haar armen verbonden zijn snelt ze de ambulance uit. Haar vriendinnen staan al op haar te wachten.
‘We moeten in de bossen gaan zoeken. Ik weet zeker dat ze daar is.’ Zegt ze terwijl ze in de richting van het ijs loopt. Één van haar vriendinnen legt een hand op haar schouder en houdt haar tegen.
‘Net zoals je zei dat ze onder het ijs lag? Tara ik weet dat je ongerust bent, maar in het wilde weg dingen roepen heeft geen zin. De politie en brandweer zijn al druk aan het zoeken. We kunnen nu beter gewoon afwachten.’ Tara knikt afwezig en kijkt ondertussen ongerust om zich heen. Ze wil het liefst zelf gaan zoeken, haar dochter moet zo snel mogelijk gevonden worden. Het is hier niet veilig, maar dat kan ze niemand vertellen. Ze zouden het niet begrijpen en ze weet niet eens waar ze moet beginnen met uitleggen. Verslagen zakt ze op de grond en slaat haar handen voor het gezicht. Al snel voelt ze een arm om haar schouders en ze laat zich tegen haar vriendin aanvallen.
‘Het komt wel goed Tara, we zullen haar vinden.’ Fluistert Naomi geruststellend. Tara kan het niet geloven, ze heeft het gevoel dat zojuist haar hele wereld is ingestort. Ze staart met een niets ziende blik op haar gezicht voor zich uit terwijl de uren langzaam maar zeker verstrijken. Af en toe komt er iemand langs om zijn steun te betuigen en te vragen of hij iets kan doen om te helpen. Ze hoort de mensen niet eens en blijft doodstil zitten. Door haar hoofd spoken honderden vragen en twijfels. Wat heeft dit te betekenen? Zou hij haar weer op het spoor zijn, of is dit een toevalligheid? Voor haar ogen spelen zich allerlei doemscenario’s af en met iedere minuut die verstrijkt worden haar angsten groter.
Zachtjes mompelt ze de naam van haar dochtertje keer op keer alsof het een spreuk is waarmee ze haar terug kan halen. Het begint te waaien en ze voelt hoe er langzaam een kilte over haar heen valt. De laatste keer dat ze zich zo voelde was toen ze nog in zijn macht was. Ze sluit huiverend haar ogen en probeert de gedachten aan die tijd te verbannen. Desondanks dringen de herinneringen om voorrang en ze meent zelfs zijn stem weer op de wind te kunnen horen. Ze luistert beter en ze hoopt dat het haar verbeelding is als ze ook daadwerkelijk woorden verstaat. Onzeker staat ze op en met haar ogen gesloten volgt ze de richting van het geluid. Ze heeft pas een paar passen gezet als er opgewonden stemmen klinken. Meteen opent ze haar ogen en kijkt ongerust om zich heen.[/i]

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~‘Wat is er? Hebben ze haar gevonden?’ Vingers wijzen naar het ijs en ze rent er zo snel ze kan naar toe. Dit keer houdt niemand haar tegen, want iedereen ziet hetzelfde. Daar ligt het meisje, aan de rand van het ijs. Wat niemand snapt is dat ze niet eerder gevonden is. Daar was toch al eerder gezocht? De enige verklaring die ze kunnen bedenken is dat het meisje daar zelf moet zijn gaan liggen nadat ze dat stuk al hadden doorzocht. Het kan Tara allemaal niks schelen, haar kind is terug. Ze glijdt op haar knieën over het ijs en blijft haar naam roepen.
‘Het komt goed meisje, mama is bij je.’ Fluistert ze wanneer ze haar dochter in haar armen neemt.
Achter zich hoort ze het gekraak van ijs als het ambulancepersoneel naar hen toesnelt.
‘Geef haar maar aan mij mevrouw.’
‘Nee, ik draag haar zelf wel.’ Zegt ze terwijl ze haar armen steviger om Ciara heen slaat. Zonder op antwoord te wachten staat ze op en loopt langs de rand terug. Het kost haar veel moeite, maar ze zal haar dochter niet meer loslaten. Zodra er voldoende licht is van de auto’s die overal geparkeerd staan bekijkt ze haar dochtertje goed. Haar lippen zien blauw van de kou en ze zit onder de schrammen en blauwe plekken. Wat is er toch met je gebeurd kleintje? Vraagt ze zich ongerust af.
Bij de ambulance wordt het kleine meisje onderzocht en na een paar minuten krijgt ze het verlossende woord dat Ciara niet mee hoeft naar het ziekenhuis.
‘Ze is wat onderkoeld en natuurlijk uitgeput, maar na alles wat ze heeft beleefd lijkt het ons het beste als ze in haar eigen vertrouwde bed slaapt.’ Tranen van opluchting lopen over Tara haar wangen en ze bedankt iedereen om haar heen voor de hulp. Een auto wordt vlak naast de ambulance gezet en zo voorzichtig mogelijk tilt ze haar dochtertje erin. Ze gaat zelf ook achterin zitten en trekt het kind op schoot.
Terwijl één van haar vriendinnen haar naar huis rijdt tuurt ze oplettend uit het raam. Bij iedere hobbel in de weg schrikt ze en dat blijft voor Naomi niet verborgen.
‘Is er iets?’ Tara schudt haar hoofd, ze zou nooit kunnen zeggen waar ze bang voor is. Ze zouden haar vast en zeker voor gek verklaren. Niemand gelooft immers nog in sagen en legenden, zelfs voor de meest vreemde dingen verzinnen mensen het liefst een simpele verklaring. Slechts een handvol personen op deze wereld weet wat er echt in het duister schuilt.
Zodra ze haar huis bereiken snelt ze naar binnen, vannacht wil ze geen moment langer meer buiten blijven. Naomi loopt met haar mee tot aan de deur.

]‘Moet ik vannacht bij je blijven? Dan kun jij ook even slapen.’ Vraagt ze bezorgd.
‘Dat is niet nodig, maar bedankt voor het aanbod. We redden het wel met zijn tweeën.’ Naomi kijkt bedenkelijk, maar bindt al snel in. Na een laatste stevige omhelzing gaat ze terug naar haar auto. Voordat ze instapt draait ze een laatste keer om
‘Als er vannacht iets is dan moet je me bellen ok? Ik heb mijn telefoon naast mijn bed liggen’ ‘Ja zal ik doen!’ Roept ze terug terwijl ze gehaast de voordeur opent en het huis in gaat. Ze knipt meteen alle lampen aan en wacht tot de hele gang baadt in het licht. Vlakbij haar voeten staan dozen vol kerstspullen en ze herinnert zich dat ze van plan was om daar vanavond mee bezig te gaan. Nou ja dat kan wachten, eerst ervoor zorgen dat Ciara in orde is. Ze schuift de dozen met haar voet opzij terwijl ze de trap op loopt naar de badkamer. Voorzichtig schudt ze Ciara wakker en zet haar op de grond. Het kind staat te tollen op haar benen en grijpt zich aan haar moeder vast. Tara zakt door haar knieën en strijkt zacht de haren uit haar dochters gezicht.
‘Eerst die kleren uit, dan lekker onder de warme douche en naar bed. Klinkt dat goed?’ Het meisje knikt langzaam en valt bijna weer in slaap.
‘Nee Ciara, je moet nu heel even wakker blijven. Straks mag je lekker gaan slapen.’
Zo snel mogelijk trekt ze de kleren van haar dochtertje uit. Het meisje stribbelt niet tegen en laat gelaten alles toe. Tara kan zien dat de schrammen en blauwe plekken over heel haar lichaam zitten. Wat is er toch met haar gebeurd? Met moeite weet ze haar dochter wakker te houden, zelfs het warme water lijkt niet te werken. Ze werkt zo snel als ze kan en binnen een half uur ligt Ciara in haar bed. Het meisje reikt naar haar knuffel en krult zich dan met een duim in haar mond helemaal op. Tara blijft een tijdlang naast haar zitten en streelt zacht door het springerige haar. Het meisje mompelt af en toe onrustig in haar slaap, maar iedere keer weet Tara door zacht te fluisteren de enge dromen op afstand te houden. Het duurt niet lang voordat het kind rustiger wordt en doodstil blijft liggen. De zachte regelmatige ademhaling van het kind stellen Tara gerust en ze voelt langzaam de spanning verminderen. Na een laatste kus op Ciara haar voorhoofd sluipt ze zachtjes de kamer uit.
In het huis is het koud en ze besluit zelf ook eerst een warme douche te nemen. De warme stralen doen haar goed en ze heeft eindelijk het idee dat de koude uit haar botten verdwijnt. De ongerustheid verdwijnt niet en ze weet zeker dat ze vannacht niet zal kunnen slapen. Ze vraagt zich af of haar zorgen terecht zijn. Er is geen enkel bewijs dat hij inderdaad terug is. Zelfs de blauwe plekken op Ciara haar lichaam bewijzen niet, misschien is het kind wel gewoon gevallen. Ze probeert zichzelf te overtuigen dat er niets aan de hand is. Ze wil hier niet meer weg, niet nu ze eindelijk een thuis heeft gevonden.
Na wat uren lijkt draait ze de kranen dicht en trekt dan haar warmste pyjama aan. Nadat ze heeft gecontroleerd of Ciara nog steeds rustig slaapt gaat ze naar beneden en pakt één van de kerstdozen op. Ondanks dat ze helemaal niet in een kerststemming is besluit ze toch maar te beginnen met het huis versieren, dat zal Ciara leuk vinden morgen denkt ze iets opgewekter. In de woonkamer staat al een mooie boom. Die zal ze nog niet versieren, dat kunnen ze mooi samen doen.

Leuk verhaal!

leuk, verder!

leuk!

bedankt voor de leuke reacties
mooi dat jullie dit verhaal ook leuk vinden

dit verhaal gaat even voor, dus Zomer in Angst staat op een laag pitje
maar dat komt omdat dit een kerstverhaal is, dan moet het natuurlijk wel rond kerst af zijn:)
hier alvast het laatste deel van hoofdstuk 2

[i]Tara schrikt wakker door het geluid van de klok die zacht tien uur slaat. Geeuwend rekt ze zich uit en vraagt zich af wanneer ze in slaap is gevallen. Het laatste wat ze zich weet te herinneren is dat ze de lampjes in de guirlande probeerde te repareren. Op de stoel naast de grond ligt de slinger zielig op een hoopje en ernaast liggen een paar half afgebroken lampjes. Ze twijfelt of ze er meteen mee verder zal gaan, maar besluit om eerst even bij Ciara te kijken. Ze vindt het niet vreemd dat het meisje nog slaapt, gister is er immers zoveel gebeurd. Als ze de kamer binnenkomt ziet ze dat haar dochtertje al wakker is. Het kind zit in een hoekje van haar kamer op de grond met een paar poppen in haar handen. Ze is helemaal verzonken in haar fantasiewereld en merkt het niet eens wanneer Tara binnenkomt.
‘Goedemorgen prinsesje. Heb je lekker geslapen?’ Vraagt ze aan haar dochter. Wanneer ze niet reageert loopt Tara naar haar toe en gaat op haar hurken naast het kind zitten. Nu kijkt ze wel op en op haar gezicht verschijnt een brede glimlach.

‘Mama!’ Roept ze terwijl ze haar kleine armen om Tara’s nek slaat. Tara tilt haar op en beantwoordt de knuffel vol liefde. Met het meisje op haar heup loopt ze de trap af. Zodra Ciara de kerstversieringen ziet beginnen haar ogen te glimmen en ze klapt opgetogen in haar handen.
‘Heeft de Kerstman dit gedaan?’ Tara schudt lachend haar hoofd.
‘Nee kleintje, dat heb ik gedaan. Alleen de kerstboom is nog niet versierd, ik dacht dat jij mij daar wel mee zou willen helpen.’ Het meisje knikt fanatiek en maakt zich los om naar de boom toe te lopen.
‘Mag ik de beertjes ophangen?’
‘Ja natuurlijk, ze liggen al op tafel. We gaan eerst wat eten en dan mag je ze ophangen.’ Ciara rent al naar de keuken en springt op haar stoel. Terwijl Tara het ontbijt klaarmaakt kijkt ze af en toe verwondert naar haar dochter die ongedurig heen en weer wiebelt op de stoel. Het lijkt alsof er niets is gebeurd, ze gedraagt zich net als altijd. Alleen de blauwe plekken en schrammen bewijzen dat het niet zo is. Ciara eet zo snel mogelijk het brood op en rent dan van tafel naar de kerstboom. Voordat Tara klaar is met eten hangen de meeste beertjes al op de onderste takken. [/i]

[i]‘Mooi hé?’ Roept het meisje opgetogen als Tara de huiskamer binnenkomt.
‘Ja heel mooi.’ Ciara gaat meteen verder en zonder dat het kind het in de gaten heeft verdeelt Tara de versieringen wat beter over de boom. Toch zit het Tara niet lekker, hoe kan haar dochter zo normaal doen, het is alsof ze zich er niks van herinnert.
‘Ciara, weet je nog wat we gisteren gedaan hebben?’
‘Ja, schaatsen.’ Mompelt ze afwezig. Ze staat op haar tenen en probeert zo hoog mogelijk een kerstbal op te hangen. Op haar gezicht ligt een geconcentreerde blik en het puntje van haar tong steekt uit haar mond.
‘Heb je alleen maar geschaatst of is er ook iets anders gebeurd?’
‘Alleen maar geschaatst totdat we naar huis gingen. Dat was pas heel laat, toch mama?’
‘Ja het was heel laat, maar dat was omdat ik jou niet kon vinden.’ Ciara laat haar armen zakken en staart naar de grond.
‘Ik was niet kwijt.’ Fluistert ze zacht.
‘Waar was je dan meisje?’
‘Nergens.’ Tara pakt de hand van haar dochtertje beet en trekt haar dichter naar zich toe.
‘Kan je me vertellen wat er is gebeurd?’ Het kind zegt niets, maar Tara blijft aandringen.

Op het gezicht van het meisje ligt een angstige blik en haar ogen vullen zich met tranen.
‘Toe Ciara, je kan alles tegen me zeggen.’
‘Nee.’ Zegt Ciara plotseling fel en ze trekt haar handen los. Als Tara probeert haar handen weer beet te pakken begint het meisje te gillen. De angst is volledig omgeslagen in woede en gillend en schreeuwend gooit het meisje met alles wat ze te pakken kan krijgen. Tara is stomverbaasd, dit heeft haar dochter nog nooit gedaan. Ze probeert het kind te kalmeren, maar het meisje is buiten zinnen van woede. Ciara wil niets meer en uiteindelijk moet Tara wel ingrijpen. Terwijl ze de kleine vuisten ontwijkt pakt ze haar stevig beet. Ciara worstelt om los te komen, maar heeft geen succes. [/i]

[i]Tara draagt het schreeuwende kind naar haar kamer en zet haar op het bed.
‘Je blijft hier totdat je normaal kunt doen.’ Zegt ze streng voordat ze de deur van de slaapkamer dicht doet. Bijna meteen wordt de deur weer opengeduwd en Tara moet ertegen aan gaan zitten om hem tegen te houden. Ze legt haar hoofd in haar handen om het gegil buiten te sluiten. Verscheidene dingen worden tegen de deur aangegooid en het lijkt alsof Ciara haar hele kamer aan het afbreken is. Tara heeft geen idee wat ze moet doen en als het geschreeuw na een half uur nog niet ophoudt pakt ze met trillende handen haar mobiel uit haar zak. Gelukkig neemt Naomi de telefoon al op voordat hij twee keer is over gegaan. Snikkend stamelt Tara wat er aan de hand is, ze komt niet uit haar woorden en Naomi breekt haar af.
‘Rustig maar, wat is er?’ Tara haalt diep adem en probeert haar zenuwen te kalmeren. Vlak bij haar hoofd knalt er iets zwaars tegen de deur op, het klinkt verdacht veel alsof het meisje nu zichzelf tegen de deur gooit en Tara krimpt ineen.
‘Ciara, ze … ze. Ik weet niet wat ik met haar aan moet, zo heb ik haar nog nooit gezien.’
‘Wat doet ze dan?’ Half stotterend legt Tara uit wat er aan de hand is. Naomi zegt dat ze er meteen aankomt en dat Tara vooral rustig moet blijven.

Binnen vijf minuten wordt er al aan de deur gebeld en Tara haast zich naar beneden. Zodra Naomi de ongeruste blik op haar gezicht ziet slaat ze haar armen om Tara heen.
‘Hey het komt goed. Die kleine van jou heeft gisteren gewoon teveel meegemaakt. Het is logisch dat ze zich moet afreageren. Kom, zullen we kijken hoe het nu met haar gaat?’ Tara knikt en loopt aarzelend voor Naomi uit de trap op. Boven is het angstvallig stil geworden en ze vreest het ergste. Voorzichtig opent ze de kamerdeur, bergen speelgoed liggen ervoor en plastic kraakt als ze de deur verder opent.
‘Ciara, gaat alles goed meisje?’ Het blijft stil, maar als Tara de kamer instapt ziet ze haar dochter meteen zitten. Haar dochter zit in dezelfde hoek als eerder die ochtend met een pop in haar handen. Haar gezichtje is spierwit en bezweet en als ze Tara ziet begint ze te huilen. Uit het niets staat Ciara op en rent naar haar moeder toe. Tara vangt het kind op en drukt haar stevig tegen zich aan. Het meisje snikt hartverscheurend terwijl Tara geruststellend over haar haren strijkt. Ook over Tara haar gezicht lopen stille tranen en ze fluistert zacht dat het allemaal goed komt. [/i]

[i]Wanneer ze opkijkt ziet ze dat Naomi verdwenen is, maar aan de geluiden uit de keuken kan ze horen dat haar vriendin daar bezig is. Na een kwartier wordt het gesnik van het meisje minder en vervangen door de rustige regelmatige ademhaling van een kind dat diep in slaap is. Zo voorzichtig mogelijk schuift Tara de rotzooi van het bed en stopt Ciara daarna lekker onder de dekens. Met moeite de rommel omzeilend sluipt ze zacht de kamer uit. Beneden zit Naomi al met een kop thee op haar te wachten.
‘Zie je wel dat het goed komt.’ Zegt ze geruststellend. Tara knikt maar gelooft het zelf niet. Ze heeft het idee dat dit het begin is van iets veel ergers.

Nog voordat ze haar thee opheeft hoort ze weer gegil. De inhoud van haar kopje valt over tafel terwijl ze zo snel als ze kan naar boven rent. Haar dochter schreeuwt en draait onrustig in haar slaap. Het is onmogelijk om te verstaan wat Ciara zegt, maar ze is zonder twijfel doodsbang. Zonder het kind wakker te maken strijkt ze zacht langs haar wang en fluistert dat ze veilig is. Ze wordt echter niet rustiger en vertwijfeld kijkt Tara naar Naomi.
‘Wat moet ik doen, zal ik haar wakker maken?’ Naomi knikt aarzelend en stapt onzeker naar achteren.
‘Ciara, Ciara, wordt eens wakker meisje.’ Tara schudt zacht aan haar schouders en gelukkig opent het kind na een paar tellen haar ogen. Ze kijkt verward om zich heen en gaat rechtop zitten.
‘Mama, laat me niet alleen.’ Zegt ze dan huilend terwijl ze in de armen van Tara wegkruipt. Iets in de blik van het meisje maakt dat er bij zowel Tara als Naomi een huivering over hun rug loopt.

Af en toe kijkt Tara ongerust naar haar dochter die zacht neuriënd onder de tafel ligt te kleuren. Nadat Naomi wat water op had gehaald en ze het meisje wat te drinken hadden gegeven leek ze weer helemaal de oude. Ze vroeg of ze mocht gaan tekenen en nu ligt ze al uren te krassen op het papier. Naomi heeft haar eigen kinderen opgehaald en in het kleine huis is het druk geworden. Ondanks dat haar vriendinnetjes er zijn houdt Ciara zich afzijdig en dat verontrust Tara, normaal gesproken zou ze al lang meespelen. Naomi zoekt er niets achter en zegt dat ze gewoon tijd nodig heeft om tot zichzelf te komen. Tara is daar niet zo zeker van. [/i]

we zijn nu in een noodvaart aan het schrijven om dit verhaal voor de kerst af te hebben dus waarschijnlijk komt vandaag hoofdstuk 3 er nog op te staan

[i]Hoofdstuk 3

Tegen de avond gaat Naomi pas weg en Tara bedankt haar hartelijk voor alle steun.
‘Ik weet niet wat ik anders had gedaan, zo ken ik haar niet.’ Naomi legt een hand op haar schouder en glimlacht bemoedigend.
‘Bel maar als je weer hulp nodig hebt, ik kom zo naar je toe.’ De twee vriendinnen omhelzen elkaar kort, maar al snel wordt Naomi’s aandacht al weer volledig naar haar kinderen getrokken. Ze trekken aan haar jas en zeggen dat ze honger hebben en naar huis willen. Met een vermoeide glimlach op haar gezicht doet Tara de voordeur dicht. De kalmte van Naomi heeft haar goed gedaan, misschien heeft ze ook wel gelijk. De gebeurtenis van gisteren was ook erg indrukwekkend voor zo’n klein meisje, ze zal vast alleen maar van slag zijn. Wanneer ze de woonkamer inloopt ziet ze Ciara voor de tv zitten. Haar ene arm is om haar knuffel geslagen en van de andere arm rust de duim in haar mond.

‘Ciara, zal ik wat lekkers maken? Waar heb je zin in?’ Als haar dochtertje verward opkijkt ziet Tara meteen de rode blossen op het bleke gezicht. Snel gaat ze naar het meisje toe en legt een hand tegen haar hoofd. Ze voelt bloedheet aan en heeft duidelijk koorts. Even blijft Tara twijfelen of ze Naomi zal bellen, maar ze besluit het niet te doen. Naomi kan nu ook niks beginnen, het enige wat Ciara nu nodig heeft is rust en warmte. Voorzichtig pakt ze haar dochter op en brengt haar naar bed. Met schorre stem vraagt Ciara of ze een verhaaltje voor wil lezen en zonder haar ogen van haar kind af te halen graait Tara in de rommel naar een boek. Voordat ze een paar pagina’s heeft gelezen is het meisje al diep in slaap. Ze draait onrustig heen en weer en mompelt onsamenhangende woorden. [/i]

[i]Tara maakt in de badkamer een washandje nat en legt het op Ciara’s voorhoofd. Het gemompel van het kind wordt iets minder, maar veel helpt het niet. Het lijkt Tara het beste om vannacht bij Ciara te blijven. Voor ze zich in een stoel naast haar dochter nestelt pakt ze een paar dekens en de telefoon.
Voor de tweede keer die dag schrikt ze wakker uit haar slaap, ditmaal door het schelle gerinkel van de telefoon. Half slapend reikt ze ernaar en brengt hem naar haar oor toe.
‘Hallo?’
‘Tara, hoi met Naomi. Sorry dat ik nog zo laat bel, maar ik wou graag weten hoe het gaat.’ Voordat Tara haar vraag beantwoord legt ze eerst even haar hand tegen haar dochters voorhoofd. Verbeeldt ze het zich, of is haar temperatuur nu hoger dan een paar uur geleden?
‘Het gaat niet zo goed eigenlijk, Ciara is ziek en ik denk dat ik zo een dokter bel. Na wat er gisteren is gebeurd wil ik echt geen risico nemen.’ Het blijft even stil aan de andere kant van de lijn.

‘Ja, ja dat is vast het beste, zal ik anders langskomen?’
‘Nee, dat hoeft niet. Je zult het zelf al wel druk genoeg hebben met alle kerstvoorbereidingen en natuurlijk je eigen druktemakers.’
‘Het is echt geen moeite hoor, ik doe het graag.’ Antwoordt Naomi meteen. Een moment lang vraagt Tara zich af waarom Naomi zo doorzet, maar ze schudt het dan van zich af. Ze is gewoon een goede vriendin en bezorgt. Wantrouw toch niet steeds iedereen spreekt ze zichzelf streng toe.
‘Dank je Naomi, maar het is echt niet nodig. Zal ik je anders bellen als we terug zijn?’ Weer blijft het langer stil dan gebruikelijk.
‘Ja, prima.’ Naomi’s stem klinkt koel en afstandelijk en voordat Tara afscheid kan nemen wordt er al opgehangen. Ze vraagt zich af of ze haar vriendin beledigt heeft, maar waarmee dan? Nou ja, dat zijn zorgen voor later, eerst met Ciara naar de dokter. [/i]