http://i78.photobucket.com/albums/j98/Mizzzundahstood/droputdropdead.jpg
Dit verhaal gaat over het ik-personage Maybel Vonck, een doodnormale tiener die voor het eerste jaar aan een speciale kunstopleiding begint. Daar komt ze snel al te weten dat kunst en drugs nauw aan elkaar verbonden zijn en word opgeslokt door het hele wereldje, mede dankzij haar nieuwe vriendin Georgia ‘George’ van Duren. George denkt heel goed te weten waar ze mee bezig zijn: van ‘onschuldige’ winkeldiefstalletjes tot partypills. Het valt nog vies tegen, wanneer ze samen verstrict raken in het criminele netwerk van de charmante Thom en zijn vrienden.
Proloog (deel 1).
Zenuwachtig was ik. Bloedzenuwachtig. Met mijn armen koeltjes over elkaar geslagen en mijn brutale blik probeerde ik de man in pak het tegendeel te bewijzen, maar hij wist wel beter: hij had honderden gevallen gehad als deze. Zijn houding was streng, maar ik kon in zijn ogen ook enigszins iets van medelijden bespeuren.
Ze is nog zo jong, hoe kon zoiets nu gebeuren?
Dat soort gedoe, het stonk er van.
Ik zag dat mijn moeder aan de andere kant van het raam, met grote, opgezwollen en vooral rode ogen nieuwsgierig door de lamellen probeerde te kijken. Maar veel zou ze niet gezien kunnen hebben; het was stikdonker hier.
Net zoals in de film, spookte er door mijn hoofd.
“Dus mevrouw Vonck, bent u er klaar voor?” zei de man, die nog even aan zijn opname apparatuur prutste. Ik werd altijd chagrijnig van volwassenen die nog niet aan de hedendaagse machinerie gewend waren. Even voelde ik een lichte irritatie, totdat de man zijn blik weer op mij had gericht.
Ik knikte.
“Ja, meneer.”
“Bent u schuldig aan de moord van Dorethy Swan?”
“Ja, meneer.”
“Was u op dat moment onder invloed van drugs?”
“Ja, meneer.”
Hij moest eens weten.