Jeeeeej, nieuwe volgers! 
@ Fivenne: wat een superleuke reactie! Ik hoop dat mijn schrijfstijl je bevalt. 
Trouwens, om verwarring te voorkomen: schuingedrukt = een flashback. (ik zal het ook in de beginpost vermelden)
***
Hoofdstuk 1
Terwijl ik mijn spiegelbeeld bekeek, plukte ik wat afwezig aan mijn haar. Vanavond zou mijn leven voorgoed veranderen â maar niet zoals ik had verwacht.
Brendan Drew, goddelijkste jongen van heel de wereld als het aan mij lag, had mij uitgenodigd voor een bescheiden filmavondje bij hem thuis. Zijn ouders waren dit weekend weg en hij had het hele rijk voor zichzelf. Het leek wel alsof mijn lichaam in brand stond toen hij het aan me voorstelde. Mijn hart leek bijna uit mijn borst te springen â hoe ontzettend clichĂ© het ook klinkt.
Ik kende Bren al vanaf de eerste klas van de hogeschool. Hij was het type dat door iedereen werd gemogen en was dan ook altijd een van de populairste jongens van school, maar het ging hem niet om de populariteit. Hoe erg je hem ook wilde haten, je kon daar gewoon geen reden voor vinden. Hij was geen vervelende macho of arrogant, verwend nest.
Maar hij was niet gewoon populair, vriendelijk en aantrekkelijk. Brendan was zichzelf. Hij was nooit chagrijnig en hij kon iedereen altijd aan het lachen brengen.
Voordat ik Bren Ă©cht kende, interesseerde hij me niet erg. Natuurlijk was ik me bewust van zijn uiterlijk, ik was geen non, maar alleen al het feit dat hij âpopulairâ was zorgde ervoor dat hij nu eenmaal onbereikbaar was.
Ik was het tegenovergestelde van Brendan Drew. Ik was Effie Winters, dat stille, blonde meisje dat altijd met haar neus in de boeken zat. Niet dat ik me daarvoor schaamde, maar het zat me wel degelijk dwars dat je als persoon niet meetelde wanneer je niet populair was, of geen grote mond had. In ieder geval verschilde ik in vele opzichten van Bren. Ik was onopvallend op school, ik kleedde me onopvallend en ik gedroeg me onopvallend. Op zich had ik daar vrede mee, maar van binnen knaagde er toch iets. Stiekem was ik jaloers op al die knappe meisjes die rond die knappe jongens fladderden â niet dat ik dat ooit zou toegeven.
Brendan kende praktisch iedereen op school â mijn vrienden waren op één hand te tellen. Brendan droeg wat hij zelf mooi vond, maar leek toch overal mee weg te komen (wat ook kwam doordat werkelijk ĂĄlles hem geweldig stond). Wanneer ik iets droeg dat ik leuk vond, kreeg ik weer een gemene opmerking van tante Helen naar mijn hoofd geslingerd. Gelukkig was dat op school geen punt: ik werd niet raar nagekeken of aangestaard, daarvoor viel ik simpelweg niet genoeg op.
In het laatste jaar van school werd ik echter bij Brendan in de klas geplaatst. Het begon me op te vallen dat elke keer wanneer mijn blik toevallig (en soms niet toevallig) op Brendan viel, hij die opving. Ik betrapte hem zelfs op staren â naar mĂj!
Natuurlijk maakte ik mezelf wijs dat ik het me verbeeldde. Ik kon me gewoon niet voorstellen dat een jongen zoals Brendan in mij geĂŻnteresseerd kon zijn. Als ik het aan vriendinnen van school vertelde lachten ze me uit. Ze bevestigden enkel mijn gevoelens: âhet zit allemaal in je hoofd!â. En dus hield ik verder mijn mond tegen hen, want hoewel ze hetzelfde zeiden als mijn gedachten, voelde ik me toch gekwetst. Ik had toch gehoopt dat Ăemand misschien blij voor me zou zijn, en al had ik het misschien wel helemaal verkeerd wat Bren betrof, dat iemand me in ieder geval een goed gevoel zou geven door te zeggen dat Brendan inderdaad veel blikken op me wierp â en dat ik het waard was.
Geheel onverwacht kwam hij ooit eens naast me zitten in de lunchpauze. Ik wist nog precies hoe die dag eruit zag, wat ik aan had en hoe leuk hij eruitzag met zonnebril. Het was een zeldzame dag, want de zon scheen, en ik genoot buiten van de warmte terwijl ik een appel aan het eten was. Ik verslikte me van schrik in een stukje vruchtvlees en Bren was zo lief om voorzichtig op mijn rug te kloppen. Het was een gĂȘnant moment, maar het had er wel voor gezorgd dat zijn hand op mijn rug belandde.
Bren vroeg me of ik het huiswerk van biologie wist en hoewel de opgaven op mijn netvlies gebrand stonden, deed ik alsof ik het vergeten was en het moest opzoeken in mijn agenda. Daarna maakte hij een paar grapjes over de leraar, waardoor ik me compleet op mijn gemak voelde. Bren had een soort gave waarmee hij je je zo veilig kon laten voelen. We raakten aan de praat over onze interesses: we bleken allebei van dezelfde muziek te houden en ook had hij veel van mijn favoriete boeken gelezen. Op mijn beurt vertelde ik hem een korte anekdote over een van mijn favoriete schrijvers, waar hij bijzonder geĂŻnteresseerd naar luisterde. Het was alsof ik hem al jaren kende. Normaal gesproken wist ik niet zo goed wat ik moest zeggen tegen mensen, maar bij hem ging het allemaal zo gemakkelijk.
Ik vond het vreselijk toen de bel ging en ons gesprek ten einde kwam. Hij lachte zo lief toen hij zei dat we elkaar later wel weer zouden zien. Ik hoopte het. Ik hoopte het met elke cel in mijn lichaam.
***
Is het iets te lang of prima zo?