[Verhaal] Dark Forest

hoihoii.
Ik schrijf al een paar jaartjes. Maar ben een tijdje gestopt. Misschien is het niet zo heel goed, maar ik wil het graag weer is proberen (:

Ik schrijf het vanuit de Ik-persoon. En deze heet: Marieke.

Dit verhaal gaat over 9 jongeren, die een uitnodiging hebben gekregen van een organisatie, om 12 dagen lang, te gaan kamperen in een bos.
Er gaan allemaal geruchten over het bos, dat er mensen verdwijnen, maar wie gelooft dat nou? Dat soort dingen gebeuren toch niet?

Beginnen of niet (: ?

Doe maar. (:

cool idee!
Als je goed schrijft dan kan dit een heel gaaf verhaal worden =)

lijkt me leuk :grinning:

Opnieuwschrijven. -

In 't begin vergeet je twee keer een hoofdletter en getallen onder twintig moeten voluit geschreven worden. (:

Het idee klinkt wel leuk, hoor!

Je vergeet soms hoofdletters. En ik vind dat je óf tegenwoordige tijd of verleden tijd moet schrijven, niet allebei.

Oké, nu moet je niet denken dat ik het niet leuk vind, want je idee is werkelijk geweldig alleen de uitwerking kan misschien iets verbeterd worden.

Op spelling, interpunctie, etc… zal ik het nu niet hebben, maar ik vind het nogal vreemd dat ze een brief krijgt dat ze uitgenodigd is om te overnachten in een bos en dan meteen van haar moeder mag gaan.
Mijn moeder zou echt wel op z’n minst de brief willen lezen en checken of het wel veilig is -en ik ben zeventien- voordat ze ook maar zou overwegen óf ik mag gaan. =’]

En ook dat ze een brief krijgt en dat het overmorgen al is. Het gaat een beetje snel. Misschien kun je wat meer details toevoegen. ^^

Nogmaals, ik vind je idee geweldig, daar heb ik niets op aan te merken en dit zijn gewoon tips =)

haha dankjewel.
En ik vind tips juist geweldig, gewoon om het beter te laten worden (:

That’s the spirit ;]

Uhm, zal ik dat stuk gewoon opnieuw schrijven met meer details enzo … ?

yep, denk dat, dat het beste is!

Zondag ochtend, de zon scheen vanuit de blauwe lucht. Gapend stond ik op en liep ik richting de spiegel. Om de spiegel hingen veertjes en kraaltjes. Mijn haar zat wild en mijn ogen leken nog moe te zijn. Sjokkend liep ik naar beneden om een bakje cornflakes te gaan eten.
Op de deurmat lag een stapeltje brieven. Ik liep er naartoe en pakte ze op. “Rekening, Reclame, Reclame, Brief voor mam, Reclame, Reclame, brief voor mij… brief voor… Hé wacht is een brief voor mij?” Nieuwschierig opende ik de brief. Een mooi versierd papiertje kwam tevoorschijn. “U Bent uitgenodigd voor een reisje. Twaalf dagen in het bos overnachten met 8 andere jongeren,” voordat ik verder las, ging ik eerst een kopje thee zetten en mijn bakje cornflakes klaarmaken. Een brief liep niet weg. Ik gooide de brief voor mij en de andere brieven op het tafeltje in de woonkamer.
Ik liep de keuken in waar mijn moeder met een boterham en een krantje aan de keukentafel zat. “Goedemorgen,” zei ik glimlachend. “Haai schat, lekker geslapen?” “Jawel.” Ik liep richting het aanrecht en pakte een kommetje, goot de cornflakes erin en pakte de melk om die erbij te gieten. “Hé mam, toen ik naar beneden kwam zag ik dat de post was geweest en heb het op het tafeltje gelegd. Er zat zelfs een brief voor mij tussen,” zei ik nadat ik een hap van mijn cornflakes had genomen. “Oh, toch niet van school hé?”
“Nee, het is een uitnodiging voor een overnachting in het bos voor twaalf dagen.”
“Wanneer?”
“Wat ik not, ik mo nok kijken,” antwoordde ik met volle mond.
“Hahaha, nou oké, als je het weet wil ik wel even weten waar het van is en of het wel veilig is of niet, ik wil niet dat je ontvoerd word ofzo.”
Nadat ik mijn kommetje cornflakes had leeg gegeten, liep ik nieuwschierig terug naar de brief over het bos. In het groen stond er op de brief geschreven:

[i]Geachte Mevrouw,

Bij deze, bent U uitgenodigd voor reisje. Twaalf dagen in het Amsterdamse Bos overnachten, met acht andere jongere(n?).
De bedoeling van dit reisje is dat U meer over de natuur leert en nieuwe mensen leert kennen.
Als U het niet leuk vindt, kunt U altijd weer terug naar huis gaan.

Als U komt, moet U, zondag 14 Augustus om negen uur ’s ochtends, bij de ingang van het bos staan.
Wilt U meer informatie, dan kunt u bellen naar het onderstaande nummer.

Met vriendelijke groet,
De Vreesmangroep
[/i]
Als het 14 augustus was, dan was het al over twee weken! Nu was het maar hopen dat het mocht van mijn moeder.

Prachtig! Stukken beter, echt =)

Nog één tip om het beter te maken:

“Haai schat, lekker geslapen?” [b]“Jawel,” Ik liep [/b]richting het aanrecht en pakte een kommetje, goot de cornflakes erin en pakte de melk om die erbij te gieten. “Hé mam, toen ik naar beneden kwam zag ik dat de post was geweest en heb het op het tafeltje gelegd. Er zat zelfs een brief voor mij tussen,” zei ik nadat ik een hap van mijn cornflakes had genomen. “Oh, toch niet van school hé?” “Nee, het is een uitnodiging voor een overnachting in het bos voor twaalf dagen.” “Wanneer?”

Je hebt nu alle gesproken achter elkaar staan. Als twee verschillende -of meer- mensen tegen elkaar praten moet je het onder elkaar zetten, dus zo:
“Haai schat, lekker geslapen?”
“Jawel.” Ik liep richting het aanrecht…

(btw, bij die ‘jawel’ -heb het dikgedrukt- moet je de komma door een punt vervangen)

Ik heb ook gesproken tekst niet onder elkaar staan als het door verschillende mensen gesproken wordt. =’]

Haha, nou het hoort wel -dat heb ik zo geleerd, dus als het tóch fout blijkt te zijn (wat het bijna niet kan zijn =’]) dan komt het door de mensen die het mij zo geleerd hebben.

Anders is het verwarrend, want je weet niet goed wie wat zegt. ;]

Ik zet d’r meestal bij een van de twee nog iets achter, zodat het wel duidelijk is. xD

haha oke bedankt (:

Ik zet het ook altijd onder elkaar. Het is helemaal wat je zelf fijn vind, maar ik vind het fijner om het onder elkaar te zetten.