[Verhaal] Bloemen in jouw haar [Trigger-warning]

Born with a void, hard to destroy with love or hope. Built with a heart, broken from the start. And now I die slow

WAARSCHUWING
Dit verhaal gaat deels over automutilatie en suïcidale gedachten, dit kan eventueel triggerend werken voor mensen die hier last van hebben (gehad). Als je bang bent dat dit je triggert, lees het dan niet. Ik wil namelijk niet dat mensen zich (mede)dankzij mijn verhaal verwonden.

Inhoudsopgave
4 maart, 2011: I, II,III, IV
Carmen Noir: I
5 maart, 2011: I, II, III

Proloog
Bloedspetters die op de witte badkamer vloer vielen. Haastig verband om mijn arm wikkelen. De angst dat iemand mij zou betrappen, ook al woonde ik alleen. Het gevoel dat ik mijn gedachten niet meer aankon en de pijn overbracht naar mijn lichaam. Het gevoel van het koude metaal op mijn bleke huid. De tranen die het bloed verdunde. De stekende pijn als ik ermee klaar was. De korstjes die na een dag of twee op de wonden verschenen en langzaam veranderen in littekens die nog bleker waren dan mijn huid. Mijn armen en benen waren er langzamerhand mee gevuld. Littekens waar ik bang voor was, bang voor de reden waarom ik ze veroorzaakte. Bang dat mensen mij aan zouden zien voor een attention seeker, want ja, dat ben je als je je onzekerheid uit op je lichaam.
Soms verlangde ik naar de tijd dat er geen littekens te vinden waren op mijn huid en in mijn hart. De tijd dat ik als klein kind buiten op straat speelde en lachtte om de grappen van mijn buurjongen. Of toen ik stuntelend aan een van de meisjes uit mijn klas vroeg of ze met mij naar het schoolfeest zou willen. Zorgeloos en vrij. Geen demonen die mijn gevoelens langzaam opaten. ’s Nachts kunnen slapen. Dagen door te brengen zonder te denken aan hoe het zou zijn als ik niet meer bestond. Ik wilde dat ik normaal was.

Ik volg :grinning: Je schrijft alles erg beeldend en het leest lekker weg.

4 maart, 2011
De geur van vergeeld papier en geknoeide thee kwam mijn neusgaten binnen. Mijn ogen gleden langs de versleten ruggen van de vele boeken. Het geluid van mijn voetstappen op de houten vloer klonk dof tussen alle boekenkasten. Ik had een stapel boeken tussen mijn armen en mijn borstkast geklemd. De krassen van de vorige nacht nog stekend. Langzaam liep ik naar de balie toe. Wetend dat de bibliothecaresse met een zure blik naar mij zou kijken, liet ik de stapel boeken op de toonbank vallen. Ze schudde haar hoofd en sloeg elk boek hardhandig open om te controleren of ik wel op tijd was. Op tijd was om afscheid te nemen van deze boeken die drie weken lang een beetje van mij waren. Een zucht volgde, terwijl zij die ene koffievlek op pagina 193 van het oudste boek aanwees met haar pink. Met een ruwe beweging deed ze het boek weer dicht en ze strekte haar rimpelige hand naar voren, haar kleine ogen die verstopt waren achter een ronde leesbril keken mij aan.
‘Waar is je pas?’ zei ze met een schelle stem. Aarzelend pakte ik mijn verfrommelde bibliotheekkaart uit mijn broekzak en gaf het aan haar.
‘Matthew Davidson, u heeft een van deze kostbare boeken onherstelbaar beschadigd en aangezien,’ ze pauzeerde even, nam diep adem en keek mij nog doordringender aan ‘dit een van de meest waardevolle boeken is die deze bibliotheek bezit, moet ik u vragen of u zestig euro heeft zodat er een nieuw exemplaar kan worden aangeschaft.’
'M-maar, dat heb ik niet, ik heb slechts vier euro en dertig cent bracht ik er stotterend uit, wetend dat ik mij na vandaag nooit meer in dit boekenparadijs kon vertonen. Nog een keer keek ze mij doordringend aan, smeet de andere boeken op haar bureau en schoof het oude boek naar mij toe.
‘Ik stuur u een rekening!’ zei ze met een krakende stem, voordat ze mij de rug toekeerde en duidelijk maakte dat ik dit pand zo spoedig mogelijk zou moeten verlaten. Toen ik mij omdraaide verscheen er een kleine glimlach om mijn gebarsten lippen, ik drukte mijn veel te dure boek tegen mijn lichaam en liep de kleine bibliotheek uit.
De zon verlichtte de nog natte straat. Ik keek om mij heen, jongeren waren verzonken in draagbaar computerspel, een jong paar duwde een kinderwagen vooruit en een oude man zat op een muurtje de krant van gisteren te lezen. De lucht was helder, er was geen wolkje aan de hemel. Zou ik naar het park gaan? Of weer terug naar huis om verder te gaan met het boek ik al jaren mee bezig ben? Om naar mijn appartement te gaan moest ik naar links, maar om naar het park te gaan naar rechts. Links of rechts? Stress of ontspanning? Ik wist dat die deadline steeds dichterbij kwam en dat ik zo langzamerhand wel bezig moest met de laatste hoofdstukken, alleen stond mijn hoofd niet naar het schrijven en ik had toch geen inspiratie. Uiteindelijk besloot ik om toch naar het park te gaan en te lezen uit mijn nieuwe boek.

Ik doe mijn best het niet cliché te maken, maar succes is niet gegerandeerd.

Super! Ik volg, maar dat weet je al

(geen idee of ik al had gezegd dat ik volg maar ik volg dit dus)

ik volg hem ook :slightly_smiling_face:

4 maart, 2011

 Het was erg rustig in het park op deze zonnige lenteochtend. Ik liep naar mijn favoriete plek, een bankje met afgebladderde groene verf onder een eikenboom, en ging zitten. Ik sloeg het boek voorzichtig open, bang om het nog verder te beschadigen. Mijn ogen gleden over de ooit-zwarte letters op het ooit-witte papier. Seconden werden minuten, minuten werden uren. Elk woord nam mij nog meer mee in het verhaal. Nadat ik bijna halverwege was, keek ik van mijn boek op en ik zag dat er ineens andere mensen in het park zaten. Een jonge jongen en een blond meisje zaten zo dicht bij elkaar dat ik het idee had dat ik ze stoorde als ik alleen al naar ze keek. Twee oude omaatjes wandelden zij aan zij, beide steunend op hun rollator, met boodschappen in hun tassen. Ik verplaatste mijn blik naar de hemel, die eerder die ochtend nog helderblauw was, maar nu een onheilspellende kleur grijs vertoonde. De kleur grijs die altijd de voorbode was van een regenbui, waarbij je wist dat je snel naar binnen moest, wilde je droog blijven. Ergens wilde ik buiten blijven, om nog te lezen, maar ik wist dat dat niet het slimste idee was. Met een zucht sloot ik het boek, stopte het in mijn tas en slenterde naar huis. Ik was nog niet het park uit of ik voelde ik een druppel water op mijn neus. Een tweede viel op mijn schouder. Daarna stopte ik met tellen, want al snel werden de eerste twee verkenners gevolgd door een heel leger van regendruppels. Al deze regendruppels deden mij denken aan van de vele vakanties in Schotland samen met mijn grootmoeder Eleanor

Hé je hebt de titel veranderd :’)
OT: wacht dat vorige bericht was toch ontopic Alweer een mooi stukje al las er een zin heel raar maar ik nu ik het overlees al wat minder :’)

Ik heb volgens mij wel een idee welke zin je bedoeld, maar ik kon niet echt een alternatief verzinnen.

Maakt niets uit. Je hoeft het maar een keer over te lezen om het even te begrijpen ^^

Je schrijft goed, ik volg ook!

4 maart, 2011

 Het was tijdens mijn tiende zomer. Mijn ouders hadden mij voor de vierde zomer op rij achtergelaten bij mijn grootmoeder. Ze wilde dat ik haar gewoon Eleanor noemde, maar dankzij alle etiketten die mijn ouders mij al op jonge leeftijd hadden aangeleerd kon ik dit gewoon niet. Eleanor nam mij zoals elk jaar mee naar Loch Ericht, waar zij dichtbij woonde. We hadden een tent opgezet en een kampvuur gemaakt, waar we ons aan warmden tijdens een van de vele Schotse regenbuien. Mijn grootmoeder en ik zaten bij het kampvuur en staarden naar de vlammen. Mijn handen warmend aan een kop met warme melk met honing, zij aan de thee. Ze vertelde mij allemaal verhalen over de reizen die ze gemaakt had. Over de galante handelaar in India. Over een Afrikaans vissersdorpje en nog veel meer. De manier waarop ze vertelde, deed mij denken dat ik er ook echt bij was. Dat ik die Aziatische meisjes met ringen om hun nekken echt had gezien en dat ik echt misselijk was geworden van de stank van de Ganges. Na een van haar vele verhalen vroeg ze met haar zachte stem: 

“Matty, wil jij misschien eens iets vertellen?”.
Op dat moment voelde ik dat mijn bloed naar mijn wangen steeg. Angstvallig schudde ik nee. Bang dat ze boos zou worden, zoals mijn ouders weleens deden, maar gelukkig werd ze dit niet. Ze glimlachte iets en zei:
“Dat maakt niet uit hoor”.
Daarna begon ze weer met een van haar vele verhalen:
“Toen je grootvader nog leefde, was hij niet zo dol op reizen als ik. Maar ik heb hem ooit eens over weten te halen om naar Peru te gaan, want daar had hij het altijd over. Op een dag hadden we een boottocht over de Amazone gepland. Alleen regende het die dag heel erg hard. De regen was een lekkerdere douche dan de douches in het kleine hutje. Eigenlijk was ik van plan om binnen te blijven, ik was al verkouden en ik had geen zin in een longontsteking. Maar Harry stond erop, hij tilde mij in de bamboeboot, omdat ik zei dat ik echt niet ziek wilde worden. Binnen een paar minuten plakte onze kleding aan onze lijven, maar eigenlijk maakte het ons niets meer uit. We hadden een visser uit het dorp, die een beetje Engels kon¸ gevraagd of hij ons rond wilde leiden over de Amazone. Hier had hij geen problemen mee, dus hij roeide ons bootje van bamboe vooruit.
Eigenlijk was het geen spraakzame tocht, Harry en ik keken onze ogen uit en konden niet geloven dat zoveel dieren hun leven te danken hadden aan deze rivier. Op een gegeven moment hadden wij het even op de regen toen de jonge visser ineens zei: “Het nostalgische gevoel dat de regendruppels voelen als ze met hun voormalige bron worden herenigd, is niet te overtreffen”. Hier waren wij allebei heel erg stil van. Zo stil. Dat we vergaten dat het regende en enkel konden denken aan alles waar deze uitspraak voor stond”.

doorr

Haha dankje, ik was het vergeten door te lezen, ik pas het wel even aan :’)

Het komt uit een oud gedicht wat ik ooit heb geschreven, dus ja.