Hoofdstuk 1-1
Ik schonk cola in mijn glas, pakte het op en ging daarna op de bank zitten. Allebei mijn ouders waren nog niet thuis, daarom was het nu stilletjes in huis. Eigenlijk paste ik helemaal niet bij ze. Ik was een stille rustige meid, en hun, vooral mijn moeder, waren de zonnetjes in het huis. Met een vlotte beweging, zette ik de televisie aan en zapte wat rond. Op een willekeurig kanaal bleef ik staan en keek de aflevering van de serie die aan de gang was. Een beetje verveeld staarde ik er naar. Ik schrok op, bij het horen van de deur klink. Het was mijn moeder. Opgelucht zuchtte ik. “Hallo?” riep ze vragend. “Ik ben hier!” Ik wees met mijn vinger omhoog, niet dat ze dat zou zien, maar het was meer iets automatisch. “Hallo lieverd,” ze bekeek me even goed. “Hoe is het?” Ik knikte tevreden, het was vandaag goed gegaan. Meneer Visser had me niet uit zijn les gedumpt, Taylor en ik hadden geen ruzie gekregen en Justen had nog steeds niet met me gepraat. “Mooi… Ik ga even naar buiten, de tuin is een rommel, oja wat wou ik nog zeggen…” Mijn moeder trok een bedenkelijk gezicht op en staarde naar onze muur. “Ik heb het, Justen had me op mijn werk gebeld.” Ik zuchtte. Nee niet Justen, nadat ik hem die treffende slag op zijn wang had gegeven, keek hij me elke dag vuil aan en roddelde over me bij zijn vrienden. Het was een klootzak. “Rowen, is het waar wat Justen zegt?”
“Wat zegt die dan?” mompelde ik, het was bijna niet hoorbaar.
“Dat je hem hebt geslagen.”
“Ehm,” mijn wangen werden warm en waren waarschijnlijk rood.
“Zeg het maar gewoon Rowen.”
“Oké, ik heb hem geslagen, maar hij vroeg erom!”
“Wat deed hij dan?”
“Hij zei dat ik Taylor aan een lijntje hield enzo, dat ze van mij niks mocht…”
“Maar dat is toch geen reden om hem te slaan?”
“Nee.”
“Goed, als straf breng jij deze krant naar oma, en… We laten het hierbij… Oké?”
“Ja mam!” Ik knuffelde mijn moeder, wat had ik toch een geluk met haar. Ze was de liefste van de wereld. Niemand kwam tussen ons, we waren voor elkaar bestemd. Ik liet mijn moeder los en pakte de stapel kranten van het aanrecht. Met wat tijdschriften propte ik ze in mijn tasje, die ik daarna op mijn rug deed. “Tot straks mam!” Mijn moeder zei niks, maar gaf me wel een vriendelijke glimlach waar ik ook al tevreden mee was. Oma woonde een straat verderop, dus het zou zonde zijn om mijn fiets te pakken. Aangezien het mooi weer was, had ik daar geen problemen mee. Oma was als gewoonlijk in de keuken bezig. De heerlijke geur gaf me een warm welkom. “Rowen!” Mijn oma kwam op me afstormen. “Hoi Oma,” zei ik rustig. Meestal werd ik een beetje moe van dit kleffe gedoe. “Hoe gaat het met je Row?”
“Prima, ik kom tijdschriften en kranten brengen.”
“Fijn! Ik heb al lang geen nieuws gehoord, jammer genoeg doet de tv het nog niet en heb ik geen man meer die hem kan maken.” Ze moest bijna huilen, daarom wreef ik maar wat ongemakkelijk over haar arm. “Sorry Rowen… Wil je een plakje caké? Als het goed is, moet die nu klaar zijn.” Ik knikte hevig met mijn hoofd en liet merken dat ik enorme zin in caké had. Oma pakte met een speciale handschoen de caké uit de oven. Het rook verrukkelijk. Oma gebruikte beide handen om een plak caké af te snijden en reikte dat naar mij uit. Voorzichtig nam ik een hap. “Heerlijk oma…”
“Bedankt Row, ik neem zelf ook een stuk.” Even later zaten oma en ik samen in de tuin.
“Weet je oma, soms heb ik het gevoel dat mijn ouders, mijn ouders niet zijn.” Mijn oma keek geschrokken, nu ik het me terug herinner, misschien wist zij al van alles en hield zij mij ook voor de gek.
Tips, kritiek, alles is welkom!