[verhaal] achter gesloten deuren.

Titel: achter gesloten deuren.
Genre: drama, thriller.
----------------------------------------------------------------------------------------------

17 december 2009.
Heb je ooit wel eens het gevoel gehad, dat de hele wereld je niet gelooft. Dat het niemand zou uitmaken als jij hier niet meer zou rond lopen. Dat niemand om je geeft, of dat niemand belangstelling toont voor jouw gevoelens. Gewoon, kortweg, dat niemand van je houd? Heb je ooit wel eens dat gevoel gehad?

Verder? Kritiek/tips zijn welkom. :slightly_smiling_face:
(reden waarom ik 2 verhalen heb gepost in korte tijd; dit zijn ietwat oudere verhalen die al klaar zijn, waar ik dus niet meer mee bezig ben. Het is namelijk niet zo dat ik van alles door elkaar schrijf tegelijkertijd).

Moie inleiding. Ben benieuwd naar de rest

Dankje!

Verder?

Verder!

6 mei 2009.
‘Aubrey, eten!’ hoort Aubrey haar vader roepen met een nèt iets te enthousiaste stem. ‘Ja ik kom.’ Aubrey wandelt de trap af. ‘Hey mop! Alles goed?’ vraagt haar moeder. ‘Ja prima.’ antwoord Aubrey kortaf. Hoor dat nou, “hey mop”, kan je niks normalers verzinnen voor je 15 jarige dochter. Aubrey oriënteert de kleding van haar moeder. ‘Je ziet er niet uit.’ Oeps, dat floepte eruit. Achja, ze mag het weten ook, met der lelijke panter legging. ‘Oké, fijn om te horen, moet ik me daar iets van aantrekken?’ antwoord ze met de meest arrogante stem die je maar kan bedenken. Aubrey zwijgt en gaat aan tafel zitten. ‘Ben je nog naar bijles geweest? Ik hoorde van Maci dat je niet ging vandaag?’ vraagt haar broer schijnheilig. ‘Waar slaat dat nou weer op, jij hebt Maci niet eens gesproken, lul.’ ‘Hé!’ haar vader pakt haar stevig vast bij haar bovenarm. ‘Doe even normaal tegen je broer, zijn rapport is beter dan het jouwe dus ik betwijfel inderdaad of jij wel bij bijles bent geweest.’ ‘Wat!? Ga het maar nabellen, ik heb vanmiddag twee uur zitten blokken bij bijles!’ antwoord Aubrey verontwaardigd. ‘Ja ja, dat zullen we nog wel eens zien.’ Ondertussen is Linda, Aubrey’s moeder, alweer aan het bellen. ‘Oh schat wat gaaf! Ik ga die tas denk ook halen ik vind hem zo ontzettend mooi!’ Walgelijk, die stem er ook bij, ga toch weg. ‘Ik heb geen honger meer,’ en Aubrey staat op het punt om weg te lopen. ‘Ja, je hebt je zeker vanmiddag de hele middag vol zitten vreten toen je eigenlijk bij bijles moest zijn.’ zegt Luke, Aubrey’s broer, lachend. Haar vader begint met hem mee te lachen en werpt een angstaanjagende blik naar Aubrey. Aubrey gooit de deur achter zich dicht en rent de trap op. Ze hoort stampende voetstappen achter haar aankomen. ‘Doe godverdomme even normaal met die deur, het hoeft niet stuk!’ haar vader rent achter haar aan de trap op…

Verder, kritiek/tips?

Sowieso verder, ben benieuwd wat je ervan gaat maken :slightly_smiling_face:
Opbouwende kritiek: het leest wat vlotter als een alinea niet volledig bestaat uit dialoog. En de -d/-t’s kunnen wat aandacht gebruiken.
Ik ga deze eens in de gaten houden. Je idee is goed (heel herkenbaar, iedereen voelt zich wel eens zo) dus het kan erg leuk worden!

Oke! Bedankt voor je kritiek :slightly_smiling_face:

echt goed!!