Hoofdstuk 1.8
[b]Ik moet je zeggen dat het gesprek in het begin best ongemakkelijk was, vooral na die omhelzing. We praatten eerst wat over het weer, wat te cliché was, waardoor de ongemakkelijkheid juist werd openbaard, en zo dus erger werd. Daarna werden de gespreksonderwerpen wat persoonlijker, alhoewel we beiden expres niet over Roger begonnen. Aan de ene kant was het fijn om er met iemand over te hebben die net zo close met hem was als jezelf, en aan de andere kant wilde je de confrontatie ontlopen. Nick kende Roger al sinds hun opleiding, en ze waren beste maten. Samen werden ze uitgezonden, ze hielpen elkaar wanneer nodig, deelden gemeenschappelijke eigenschappen en waren kortom onafscheidelijk. Ik ken Nick bijna net zo lang als Roger, en we zijn vrienden geworden door de tijd heen. Toch bleef er altijd een soort afstand tussen ons hangen, alsof we niet voorbestemd waren om vrienden te zijn. Wat eigenlijk best raar is als je er over nadenkt. Ik denk dat ligt aan het feit dat we allebei dicht bij Roger stonden. Dat we daarom bij elkaar gebracht waren, terwijl onze paden elkaar anders nooit hadden gekruist.
Als ons voorgerecht op tafel wordt gezet door een adolescente met lang bruin haar, begint ons gesprek eindelijk minder ongemakkelijk te worden. Ik prik een stukje mozzarella kaas aan mijn vork terwijl ik zeg: “Als we hier nu zitten moet ik denken aan een quote die ik ooit gelezen heb in een boek. ‘Voor vriendschap is de tijd een bondgenoot, voor de liefde een gevaar.’ Wat de context ervan is kun je zelf invullen.” Daar leek Nick even over na te moeten denken. “Vriendschap wordt sterker naarmate de tijd verstrekt en daarvoor is tijd de bondgenoot. Aan de andere kant is een vriendschap met een ander een gevaar voor de liefde die jij koestert.” Zegt Nick, en hij keek me met een afwezige lach aan. “Zo zou je het ook kunnen zien,” zeg ik, “als een vrouw die jaloers is als haar man een vriendschap heeft met een andere vrouw.” Even kijk ik hem mysterieus aan. “Maar je zou het ook kunnen zien op een andere manier. Het tweede gedeelte zou je van een totaal andere kant kunnen bekijken. Er wordt gezegd dat de tijd voor vriendschap een bondgenoot is, en als je goed nadenkt, wordt er niet gezegd dat vriendschap een gevaar is voor liefde, maar dat tijd dat is. ‘Voor vriendschap is de tijd een bondgenoot, voor de liefde een gevaar’. Goed luisteren is de truc. En als je het op de juiste manier begrijpt, zal je zien dat er wordt bedoelt dat naarmate de tijd verstrekt, de liefde vervaagd.”
[/b]