V scarlett letter

ik schrijf al best wel lang verhalen, maar ik heb er maar 1tje waar ik nu mee bezig ben hihi. hij heet scarlett letter.

Scarlett, 24 / 7 / ’10
Als ik m’n ogen dichtdoe zie ik nog altijd jouw gezicht voor me. Als ik door de gangen op school loop, kan ik het nooit laten je gezicht tussen de menigte zoeken. En als ik langs de begraafplaats fiets zoek ik altijd jouw witte steen. Ik vraag me af van wie de witte rozen zijn die altijd op je graf liggen. Mijne zijn altijd rood. Het is vandaag precies een halfjaar geleden gebeurd. Ik heb je nog niet los gelaten. Ik weet niet of ik dat ooit zal doen. Nog steeds hoop ik dat het niet echt is. Dat je opeens op de deur klopt en lachend voor me staat. Forget it. Je bent echt weg, en ik kan je niet meer terughalen. Terwijl ik dit schrijf vraag ik me af; waarom? Maar ik weet dat die vraag je heus niet terugbrengt. Hij zei dat ik je moest schrijven. Je weet wel wie ik bedoel. Maar wat moet ik je vertellen? Hoe het nu is? Kan jou het schelen. Hoe erg ik je mis? Ik voel het elke seconde. Maar je bent weg. Mensen om me heen zijn bezorgd om me. Denken dat ik in een depressie zit. Maar hé, ik doe echt mijn best. Mevrouw Verhoeven wil me naar een psycholoog sturen. Bekijk het even. Swiffer mist je ook. Je moeder heeft hem aan ons gegeven, maar hij is lang niet zo vrolijk als hij ooit was. En de klas? Ja, ze missen je. Ze hebben allemaal gehuild. Maar ze hadden elkaar. Ze zijn er weer boven op. Niemand durft ook maar je naam te zeggen. Misschien is het beter zo. Ik mis je, en ik hou van je, meer dan ik ooit kan zeggen.
Liefs,
Leigh.

Als ik de brief heb overgelezen frommel ik op tot een prop en smijt hem kwaad in een hoek. ‘Godver!’ gil ik door de kamer. Swiffer kijkt me verbaasd aan, maar ik negeer hem. Tranen stromen over mijn wangen en ik stomp tegen mijn kussen tot ik niet meer kan. Snikkend laat ik me op het bed vallen. Dan wordt er op de deur geklopt. ‘Rot op, rot op!’ roep ik. Ik druk mijn hoofd in het kussen en blijf huilen. Piepend gaat de deur open, en iemand loopt naar binnen. ‘Leigh…’ zegt hij, en gaat naast me op bed zitten. Hij raakt m’n arm aan. ‘Leigh…’ ‘Flikker op,’ roep ik tegen het kussen. Hij zucht en staat op. Hij heeft me vaker zo gezien. Ik hoor hem rondlopen het geritsel van papier. Dan is het een tijdje stil. Ik voel de woede wegebben, en het enige wat over blijft is het lege gevoel van verlies. Ik kijk op en zie dat hij de brief aan het lezen is. Ik zucht en blijf naar hem kijken. Zijn blauwe ogen worden steeds donkerder, en hij wrijft door zijn bruine haar. Als hij klaar is kijkt hij uit het raam, alleen met z’n gedachtes. Langzaam sta ik op en loop ik naar hem toe, tot ik achter hem sta. Zijn haar ruikt naar appels, en zijn nek heeft een perfect boogje. Hij lijkt zoveel op haar dat het pijn doet. Ik streek mijn armen uit en sla ze om hem heen. Ik voel hem verstrakken, en dan ontspannen. Ik duw mijn neus in z’n haar en adem diep in. Hij draait zich om. ‘Leigh… ik mis haar.’ Een traan rolt over zijn wangen, vindt zijn weg langs zijn jukbeen, tot hij boven zijn lip blijft hangen. Als vanzelf strek ik mijn hand uit en veeg hem weg. Hij kijkt me aan. ‘Ik mis haar ook, het doet zo’n pijn, meer dan ik ooit kan zeggen.’ Ik adem trillend uit. Zijn ogen schitteren van de tranen die er niet uit kunnen. Hij ademt diep in en laat het met een zucht gaan. Hij trekt me dichter tegen zich aan. ‘Vergeet haar niet, nooit. Ze was te mooi om vergeten te worden. Maar, Leigh, ga door met je leven. Je blijft te veel hangen, ik mis het vrolijke meisje dat je ooit was. Je gaf me altijd zoveel kracht, gewoon door er te zijn. Je weet hoe ongelukkig Scarlett zou zijn als ze je zo zou zien.’ Ik weet dat hij gelijk heeft. Maar ik ben er nog niet klaar voor om haar los te laten. ‘Ik kan het niet…’ fluister ik. ‘Bel een van je oude vriendinnen. Oké? Ga iets leuks met haar doen. Beloof het.’ ‘Oké.’ Hij maakt zich los en kijkt me glimlachend aan. ‘Mooi meisje,’ zegt hij, en hij aait m’n wang. ‘Ik moet ervan door, even boodschappen doen enzo. Kom je nog langs vanavond?’ Ik knik. Hij lacht, en loopt de kamer uit.

Zodra hij weg is pak ik m’n mobiel en scroll door m’n contacten. Eva. Oké. Ik open een bericht. Shit, hoe moet ik beginnen? ‘Hee, ik weet dat we elkaar een tijdje niet hebben gesproken, maar heb je zin om weer een keer iets af te spreken? X’ Wanhopig? Ja. Raar? Ja. Maar het moet er maar mee door. Snel verstuur ik hem, en ik leg m’n mobiel neer. Na 3 minuten heb ik een antwoord. ‘Hee, ja lijkt me gezellig, wanneer heb je tijd? Ik kom anders morgen wel even naar je toe in de pauze :wink:. Xxx’ Ik glimlach en blijf er een tijdje naar staren. Ik kijk nog een keer m’n contacten door. Scarlett. Het is zinloos dat ze in m’n contacten staat, want ik weet haar nummer uit m’n hoofd. Aarzelend selecteer ik haar nummer. Ik blijf ernaar staren. Herinneringen schieten door mijn hoofd, als messen. De eerste keer dat ik haar zag. Stralend liep ze door de gangen van de kleuterschool. Zo blij, want haar tandje was er uit en de tandenfee zou vannacht langskomen en haar 50 cent geven. Mijn tand was er ook net uit, en de hele dag hebben we gepraat over gaten en de 50 cent die ik had gekregen, en we spraken af samen naar het snoepwinkeltje te gaan. Samen liepen we naar de juf om alles te vertellen. Toen onze moeders ons kwamen ophalen bleken we vlakbij elkaar te wonen, maar Scarlett had een trampoline en een klimboom in haar tuin, dus daar speelden we het meest. In de hoge takken van de boom zag geen levend wezen ons, behalve misschien een paar merels. We speelden veel daar. Het was de plek waar Scarlett vertelde dat ze voor het eerst ongesteld was geworden. Waar ik vertelde dat ik verliefd was op haar broer. En nog steeds ben. Waar Scarlett vertelde dat ze werd misbruikt door haar vader. Dat was de laatste keer, een paar dagen voor ze overleed. Ik weet alles nog precies.

Haar gejaagde stem toen ze me opbelde, terwijl ik ruzie had met m’n moeder. ‘Ik ga naar Scarlett, ga iemand anders’ leven maar verkloten, de groeten!’ Het was ijskoud buiten, eind januari, en het had gesneeuwd. Ik rende naar de garage. Wolkjes stoom kwamen uit mijn mond terwijl ik mijn fiets pakte. Ik weet nog dat ik bijna uitgleed en door m’n enkel ging toen ik op wou stappen en hard vloekte. Toen ik naar boven keek schoof er net een wolk voor de maan. Ik rilde en stapte op. Binnen 5 minuten stond ik voor haar deur, en belde aan. Cameron deed open. Hij was een tijdje weggeweest en toen zijn blauwe ogen me opnamen was het alsof hij me voor het eerst zag. ‘Leigh,’ zei hij lief. ‘Hai Cameron,’ zei ik, terwijl ik hem aan keek. ‘Wat doe jij hier nog, het is 11 uur, moeten meisjes van jouw leeftijd niet allang in bed liggen?’ Ik rolde met m’n ogen, en hij stak z’n tong uit. ‘Ik miste jou zo erg dat ik je even wou zien, nou goed?’ Ik keek hem aan. Hij was veranderd. Zijn haar was langer, en hij leek veel volwassener. ‘Oh, dat kan ik me heel goed voorstellen,’ zei hij. ‘Ik mis jou ook elke seconde dat ik je niet zie.’ Ik voelde dat ik rood werd en bleef hem aan kijken. ‘Leigh…’ klonk het aarzelend vanaf de trap. Scarlett liep naar beneden. Ze zag er als altijd prachtig uit, ook als ze haar best er niet voor deed. Haar bruine haren lagen perfect over haar schouders, iets wat alleen zij kon zonder er moeite voor te doen. Maar haar grote blauwe ogen stonden verwilderd, en haar rode wangen waren bedekt met tranen. Ze leek opeens 10 in plaats van 15. Ik vergat meteen dat Cameron daar stond. ‘Scar… wat is er?’ Camerons’ gezicht vertrok en hij stampte de trap op, langs Scarlett. Ik hoorde hem iets schreeuwen. Scarlett sloot haar ogen en haalde diep adem. ‘Klimboom,’ zei ze alleen maar. Op dat moment sloeg het besef door me heen dat er iets goed mis was, iets dat ik allang had moeten zien. Zonder nog iets te zeggen liepen we naar de keuken. Ik pakte haar hand en gaf er een kneepje in. Ze pakte de sleutel van de achterdeur en draaide die om in het slot. De koude nachtlucht stroomde binnen en gaf me kippenvel. We liepen zwijgend naar de boom, die ergens achterin de tuin stond. We wisten precies hoe we moesten klimmen, en binnen een paar minuten zaten we helemaal bovenin. De bast van de boom was gladgepolijst op de plekken waar we altijd zaten. De wolk was weer weggeschoven en de maan verlichtte haar duidelijk. Scarlett keek een tijdje naar de sterren voor ze haar keel schraapte. ‘Leigh, je bent echt m’n beste vriendin, ik zou niet weten wat ik zonder jou moet. Ik hou van je, echt waar. Meer dan ik ooit met woorden kan zeggen.’ Mijn ogen vulden zich met tranen. ‘Scar, ik hou ook van jou, dat weet je toch?’ Ze glimlachte. ‘Ja.’ Ik pakte haar hand. Samen zaten we daar, verbonden voor het leven. Voor zolang dat duurde. Het maanlicht scheen op haar haar, en ik wist dat ik voor het vuur zou gaan voor dit meisje. Ze keek naar de lucht. ‘Wat vind je van m’n vader?’ vroeg ze opeens. Ik had het nooit zo gehad op haar vader. Hij was arrogant en liefdeloos, en ik heb me altijd afgevraagd waarom haar moeder nog niet bij hem was weggegaan. ‘Ik weet niet. Hij is altijd aardig tegen me geweest geloof ik. Maar… ik weet niet, hij straalt altijd iets kouds uit. Alsof hij het liefst ergens anders zou zijn, weet je wel? Alsof alles in zijn leven beter had kunnen lopen, snap je wat ik bedoel?’ Scarlett knikte. ‘Je hebt wel gelijk. Maar dat is het niet. Hij houdt van mama, en van Cameron, echt waar. Maar op een andere manier dan jij bedoelt.’ Tranen liepen weer over haar wangen. ‘Het is bij ons altijd anders geweest. Papa… als hij boos is… is hij bozer dan andere mensen. Of misschien wel even boos, maar hij kan zich niet beheersen… Snap je wat ik bedoel?’ Ze keek me angstig aan. Honderdduizend emoties flitsten door me heen. Woede, haat, angst, verdriet, bewondering. Ik slikte. ‘Maar… jij… en Cameron…?’ Ik sloeg voorzichtig mijn armen om haar heen. ‘Sorry liefje, sorry dat ik het nooit zag.’ Ze schudde haar hoofd. ‘Nee… nee, het zijn altijd Cameron en mama.’ Zachtjes veegde ik haar tranen weg. Ze beet op haar lip. ‘Ik kan het niet uitleggen. Jij zou allang weg zijn hé? Ik bedoel, dat heeft Cameron geprobeerd. Maar… het is z’n vader, snap je? We zijn familie.’ Ze keek naar beneden. Ik bleef met mijn armen om haar heen zitten. ‘We willen hem ook niet kwijt. Soms.’ Ze haalde haar schouders op. ‘Scar… je kunt het niet zo laten, dat weet je. Je moet er iets aan doen. Jullie. Wij. Snap je?’ Ze pakte m’n hand. ‘Ik durf niet,’ zei ze zachtjes. ‘Ik kan het niet.’ Ik kneep zachtjes in haar hand. ‘Nee, jij kan het niet. Maar wij wel,’ zei ik. Ze keek me bang aan. ‘Het hoeft niet nu…’ zei ik. ‘Nog niet.’ Ze schudde haar hoofd. ‘Hij verkracht me. Vindt hij leuk.’ Geschokt keek ik haar aan… Scarlett is het mooiste meisje dat er bestaat. Hoe kon hij haar ooit pijn doen? Koude woede golfde door me heen. ‘Hij is er geweest, Scar’ zei ik zachtjes. Ze schudde haar hoofd. ‘Nee, Leigh, nee. Laat maar. Ga naar huis. Vergeet het. Ik moest het aan iemand vertellen. Het is gewoon hoe het is.’ Ze maakte zich los en begon naar beneden te klimmen. ‘Scarlett… Scar, dit meen je toch niet? Jezus, je kunt het toch niet gewoon… Scarlett!’ Ik klom achter haar aan, en haalde haar in, vlak voor de deur. ‘Leigh, ik meen het. Ga naar huis. We praten er later over.’ Ze gooide m’n fietssleutel naar m’n hoofd. ‘Mijn fiets staat voor’ zei ik. Ze maakte een kwartslag om me er door te laten. Langzaam liep ik langs haar, naar de voordeur. Ze liep achter me aan. ‘Het spijt me…’ fluisterde ze, net voor ik de deur achter me dicht deed. Ik huilde de hele weg terug. De wereld is ziek.

Toen ik thuiskwam zag ik dat ik een sms’je van Cameron had. ‘Leigh, ze heeft het verteld he? Xxx’ Ik haalde diep adem. ‘Ja, bel ik je zo even? Kus’ smste ik terug. Kut. X Ik nam maar even aan dat dat ja betekende. Ik liep naar de huiskamer en pakte de vaste telefoon. Op automatische piloot toetste ik het nummer in. De telefoon ging over. Na 4 keer werd er opgenomen. ‘Hallo, met Verbruggen.’ Het was haar vader. Het liefst had ik hem toen aan de telefoon de huid vol gescholden. Ik haatte hem. Haat hem. Maar ik hield me in. ‘Met Leigh, mag ik Cameron even?’ ‘Cameron?’ vroeg hij verbaasd. ‘Moet je Scarlett niet hebben?’ Ik maakte een vuist van mijn hand om niet in schelden uit te barsten. ‘Nee meneer, Cameron vandaag.’ Ik hoorde hem op de achtergrond iets roepen. ‘Nou, ik zie je snel weer een keer Leigh, dag hoor.’ ‘Doei,’ zei ik kleintjes. ‘Leigh?’ hoorde ik Cameron opeens vragen. Ik werd weer rustig toen ik zijn stem hoorde. ‘Hoi,’ zei ik. Het was even stil aan de andere kant van de lijn. ‘Je weet het dus?’ vroeg hij. ‘Ja…’ zei ik. ‘Sorry.’ Zei hij. ‘Waarom zeg je sorry? Hij zit fout. Cameron, je doet niets verkeerd, echt niet.’ Ik hoorde hem rondlopen. ‘Ik wil er iets tegen kunnen doen. Ik wil het niet steeds laten gebeuren. Maar hij is te sterk.’ Ik haalde diep adem. ‘Cameron, je moet je realiseren dat je echt naar de politie moet stappen, of de Jeugdzorg, of een andere instantie. Je kunt het niet alleen.’ Hij zuchtte. ‘Ik wou dat je hier was.’ Ik kon horen dat hij spijt had dat hij het er uit heeft gefloept. Ik glimlachte. ‘Sorry, dat wou ik niet zeggen…’ fluisterde hij. ‘Geeft niet, ik kom morgen weer weer langs, oke? Hoelaat heeft Scar volleybal?’ ‘Ik kom wel naar jou. Hoe laat?’ ‘Maakt niet uit, na 2 uur in ieder geval.’ ‘Luie doos. Sta eens wat eerder op, het is slecht voor je. Maar is goed, dan zie ik je dan. Slaap lekker.’ ‘Jij ook.’ Hij hing op. Ik zuchtte.
Cameron was die volgende dag langsgekomen. We hebben uren gepraat. En zijn op niks uitgekomen. Er was niks wat we konden doen. We hebben gehuild. En toen hij terug naar huis ging was zijn zus dood. Niet vermoord door haar vader of zo. Verdronken in bad. Nadat ze te veel slaappillen had genomen. Elk detail weet ik nog. De ringtone die ik toen had, ik nam op. Het enige wat ik eerst hoorde was een verschrikkelijk gehuil, dat door merg en been ging. ‘Cameron? Hee, wat is er?’ Toen pas raakte ik in paniek, en gooide de telefoon op m’n bed en rende naar buiten. Naar de fiets. Ik kreeg het sleuteltje niet goed in het slot, maar ik was na 5 minuten bij het huis.

Haar vaders auto stond niet voor, en de deur stond op een kiertje. Ik kon het gehuil al horen. Volkomen in de stress spurtte ik naar binnen. Cameron stond in de gang, tegen de muur aangeleund, met zijn handen voor zijn ogen. Zijn schouders schokten, en ik had nog nooit zoveel puur verdriet in mijn hele leven gezien. Mijn hart werd koud. Ik sloeg mijn armen om hem heen, maar hij sloeg ze weg. ‘Cameron… waar is ze?’ fluisterde ik. Hij bleef huilen. Toen hoorde ik een hard hoog gegil, van boven. De ijskoude band van angst om mijn hart leek strakker aangetrokken te worden, en ik rende naar boven. ‘Scar? Scarlett?’ riep ik. Ik liep naar haar kamer. Leeg. ‘Shit. Scar? Waar ben je?’ Het gegil was afgenomen tot een zwak gesnik. Het kwam uit de badkamer. Het was alsof iemand de zwaartekracht wat had opgeschroefd toen ik naar de badkamer liep, mijn voeten werden steeds zwaarder. Ik beet op mijn lip en duwde de deur open. Het was een grote, lichte badkamer, met in het midden een groot bad, en daarnaast een douche. Op de grond lagen kleren verspreid, die duidelijk van Scarlett waren. Een skinny jeans, een BH, een snoopy onderbroek en een gebreid vestje. Door de stoom was alles vaag, en ik bleef haar naam prevelen, als een soort mantra. Bij het bad zat een ineengedoken gestalte, die aan het snikken was, en haar hand in het bad hield. ‘Nee… nee… niet dit…’ bleef ze herhalen. Het was haar moeder. Langzaam kwam ik dichterbij. Ik wilde deze waarheid absoluut niet onder ogen zien, maar het was alsof een onzichtbare kracht me vooruit dreef. De pijn vlamde als een mes door mijn borst toen ik haar zag. Vredig. Mooi. Dood. Ze lag in bad, bedekt met zacht schuim. Haar bruine haren, als een waaier rond haar hoofd. Haar gezicht, puur, alsof ze in slaap was gevallen. Hoe vaak had ik niet vertederd naar haar gekeken, terwijl ze sliep. Ze had altijd meer geslapen dan ik. Niks wees erop dat ze echt dood was. Behalve het lege potje slaappillen, naast het bad. Ik begon te gillen. En hield meteen weer op. Ik rende de badkamer uit. De trap af. Naar buiten. Frisse lucht. Ik begon hysterisch adem te halen. Hyperventileren. Ik had het gevoel dat ik stikte. Ik wou dat ik toen was gestikt. Ik liet me op de grond zakken, en begon te huilen. Echt te huilen, niet dat slappe gedoe van een paar traantjes, maar zo huilen dat je het gevoel hebt dat je nooit meer kan stoppen.

Ik weet niet zoveel meer van wat er toen gebeurde. Vaag dat ik de politie voorbij heb zien komen. Dat ze me hielpen opstaan. En me naar huis brachten. En m’n moeder, die me in bed legde. Dat ik meer dan een week voor me uit heb gestaard. Als een zombie. De politie, die me vragen kwam stellen. Ik heb ze alles verteld. Haar vader zit in de gevangenis. Haar moeder heeft een scheiding aangevraagd. En dat was het. Met haar moeder heb ik nooit meer gepraat. Misschien moet ik dat wel doen. Ik praat elke dag met Cameron. We zijn altijd samen. Hij gaat niet meer naar school, maar werkt bij de autowasstraat. Hij vindt het fijn werk. Hij zegt dat hij dan zijn gedachten kan verzetten. Ik ga nog gewoon naar school. Maar ik krijg niks mee van wat er gebeurt. Ik ben er wel, maar toch ook niet.

‘Leigh! Jezus, Leigh, ik sta hier verdomme al een kwartier te roepen! Waarom kom je niet gewoon als ik je roep dat het eten op tafel staat mens?’ Ik schud mijn hoofd. ‘Sorry.’ Boos stampt mijn moeder de trap af. Ik zucht en haal een hand door mijn haar. Ik schuif mijn mobiel in mijn broekzak en loop de trap af. Zoals elke avond staat mijn moeder boos door de pannen te roeren, zit mijn broertje met zijn autootjes over de tafel te crossen, en zit mijn vader verveeld op zijn Blackberry te mailen, of te sms’en of wat hij dan ook doet op dat ding. Ik ga aan tafel zitten, en bestudeer m’n nagels. Ik voel dat iedereen me aanstaart. ‘Leuke dag gehad op school?’ vraagt mijn vader. Ik knik. ‘Nog cijfers terug?’ vraagt mijn moeder. Ik haal mijn schouders op. Ik weet dat met haar ogen rolt en mijn vader geïrriteerd aan kijkt. Met een klap zet ze de schaal op tafel. Ik blijf naar mijn nagels kijken. ‘Ik neem aan dat je naar die jongen gaat vanavond?’ zegt mijn moeder, terwijl ze de borden volschept. Ik kijk op. ‘Hij heet Cameron mam, en ja.’ Ze schudt haar hoofd. ‘Oh, dus je luistert wel.’ Ik knik, en begin te eten. ‘Leigh! Als je niks wilt zeggen ga dan boven eten.’ Ik kijk haar aan. ‘Best.’ Ik sta op, en neem mijn bord mee. Ik ben de deur nog niet uit, of m’n moeder begint tegen mijn vader te schreeuwen, over hoe ze het niet meer uithoudt, dat er iets moet veranderen, dat dit niet normaal is, en ga zo maar door. Ik rol met mijn ogen en loop de trap op. Ik gooi mijn bord op mijn bureau en plof neer op het bed. Ik pak mijn mobiel uit mijn zak. 1 nieuw bericht: Cameron. Ik glimlach, en open het bericht. Hoelaat ben je hier? Liefs x Ik leg m’n mobiel naast me neer. Ik sms zo wel even terug. Ik leg mijn handen op mijn hoofd en adem diep in. Misschien heeft mama wel gelijk. Misschien is het niet normaal. Ik pak mijn kussen en smijt hem tegen de muur. Klotezooi. Ik sta op, en pak m’n mobiel. Over een halfuurtje, oke? X Ik eet snel mijn hutspot op. En leg mijn bord bij de trap. Ik neem hem zo wel even mee. Sure, zie je zo. Kus sms’t hij terug. Snel haal ik een borstel door mijn haar en ren de trap af. Ik haal mijn jas van de haak en trek hem aan. Eigenlijk heb ik geen jas nodig, het is nog ongeveer 18 graden buiten. Ik gooi hem weer op de kapstok. ‘Ik ben weg!’ roep ik. ‘Je bent er al een tijdje niet, Leigh.’ roept m’n moeder naar boven. Jezus.

Een kwartiertje later sta ik voor de deur. Ze wonen niet meer in hetzelfde huis. Ik denk niet dat een van ons het aan zou kunnen rond te lopen in het huis waar het is gebeurd. Ik wil aanbellen, maar Cameron doet al open. ‘Hee,’ zeg ik. ‘Hee, kom binnen’. Hij glimlacht en draait zodat ik er langs kan. Ik loop naar de keuken en schenk een glas water in, en Cameron komt achter me aan. ‘Heeft je moeder weer avonddienst?’ vraag ik, terwijl ik een slok neem. Cameron knikt. ‘Hoe gaat het met haar?’ vraag ik zachtjes. Hij fronst zijn wenkbrauwen. ‘Ehm… naar omstandigheden? Slecht. Ze slaapt nog steeds slecht, nog slechter dan ik, ze eet bijna niks en ze werkt teveel.’ Hij haalt z’n schouders op. ‘Ik neem haar ook niks kwalijk ofzo, ik bedoel, ik snap het helemaal, maar het is gewoon moeilijk. Voor haar.’ ‘En voor jou,’ zeg ik. Hij haalt zijn schouders op. “Ja. Maar ja. Wat doe je er aan?’ ‘Je zou vaker met haar moeten praten, Cam, dat is goed voor jullie allebei.’ Hij lacht bitter. ‘Als ze een keer tijd voor me zou hebben ja.’

hij is nog lang niet af btw hihi :blush: :blush:
mening?

Om eerlijk te zijn, ik heb nog geen regel gelezen.
O.a. omdat ik er geen tijd voor had, maar meer omdat je ongeloooofelijk weinig enters gebruikt!
Als je meer alinea’s maakt, ziet het er veel overzichtelijker uit en leest het veel prettiger.

Ook vind ik schelden met Jezus persoonlijk niet heel fijn, zeker omdat daar
heeeel veel vervangende woorden voor te bedenken zijn (:.

Dit is uiteraard alleen opbouwend bedoeld he!
Als je dat eerste veranderd, trek je meer lezers,
als je dat tweede veranderd, verlies je er minder of geen (:

Ik vind het een mooi verhaal! Maar inderdaad als je het wat beter in alinea’s zet is het wel makkelijker te lezen!

okee thanks, wacht ik wijzig het wel even in t bericht zelf. :slightly_smiling_face:

en dat jezus, ja dat is meer omdat ik dat zelf pas doe als ik echt heeeel gekwetst / boos / verdrietig ben, dus meer om het over te laten komen haha snap je ? :wink:

up? xd