Ik ben een enorme fan van The Hunger Games, van zowel de boeken als de films, en ik heb het einde van het laatste deel, Mockingjay, altijd een beetje ‘afgeraffeld’ gevonden. Ik wilde het graag uitgebreider lezen, er meer over weten…
Daarom heb ik al een tijdje het idee om erover te gaan schrijven - en dan kan ik meteen mijn ik-vorm oefenen, want daar heb ik behoorlijk wat moeite mee. Zouden jullie het leuk vinden om mijn Hunger Games-fanfiction mee te lezen?
Spoilers voor het einde van Mockingjay/Spotgaai!
- Ik wil gaan schrijven vanuit het perspectief van de dochter van Katniss en Peeta op het moment dat zij een jaar of zestien, zeventien is.
- De taal zal Nederlands zijn en ik zal zoveel mogelijk de Nederlandse benamingen/namen gebruiken.
- Ondanks het feit dat Snow dood is, is het Capitool nog niet verslagen en zint District 13 op wraak na de dood van haar geliefde president.
- Net als in de serie zelf wil ik proberen om het spannend te maken.
- Ik heb heel veel respect voor Suzanne Collins en daarom wil ik proberen om haar personages eer aan te doen; ik zal zelf ook nieuwe personages verzinnen.
- De psychologische gevolgen van de opstand zullen nog altijd voelbaar zijn.
- Omdat ik ook een ander verhaal heb lopen, zal ik proberen om drie tot vier keer per week een nieuw stuk te plaatsen. Als het minder wordt, geef ik dat aan.
- De titel zal waarschijnlijk nog drieduizend keer veranderen, ik ben niet tevreden maar wilde het verhaal niet titelloos laten staan.
Als er interesse is, zal ik gaan schrijven en bedenk ik een titel. Het eerste stukje zal dan onder dit bericht komen te staan. Als er geen interesse is, verdwijnt dit topic vanzelf uit het zicht.
Eerste stuk:
~
Mijn vader kookt. Hij draagt een mouwloos shirt met daaroverheen een schort. Alle vier de pitten van het fornuis zijn bezet, maar hij lijkt zich er niet druk om te maken. Hij controleert de pannen één voor één, roert ze een keer door en proeft iets.
Mijn moeder, die tegenover me zit, houdt zijn bewegingen nauwlettend in de gaten. Haar handen trillen. Ze kan opstaan, maar niet lopen. Ze knippert niet met haar ogen. Ik weet dat ze zal eten als hij haar dat vraagt en ik weet dat ze zal drinken als hij een glas water voor haar neerzet. Als ik haar een vraag stel, zal ze antwoord geven. Het maakt haar alleen niet uit wat ze eet, wat ze drinkt of wat ze zegt. Ze kan toch niet dichter bij ons komen.
Mijn broertje is buiten. Hij dwaalt door de bossen en zal pas naar huis komen wanneer het begint te schemeren. Mijn vader en ik proberen hem vaak te volgen, maar we raken hem altijd kwijt.
Ik concentreer me op de geuren. Lamsvlees. Rijst. Een saus die waarschijnlijk zowel zoet als pittig zal zijn. Mooi. Dat vind ik lekker, in elk geval lekker genoeg om morgen ook als lunch mee naar school te nemen. Mijn vader maakt altijd veel te veel eten, zelfs als het recept hem precies vertelt hoeveel ingrediënten hij voor vier personen nodig heeft.
Op dat moment draait hij zich om.
Ik knik al voor hij zijn vraag kan stellen en ik sta op. Terwijl ik borden pak en bijpassende messen en vorken bij elkaar zoek, vang ik zijn blik op.
We zijn op elkaar ingespeeld.