Subatomic Particles [FF] 16+

You know how subatomic particles don’t obey physical laws. They act according to chance, chaos, coincidence. They run into each other in the middle of the universe somewhere and bang! Energy. We’re the same as that.


http://i44.tinypic.com/jueduf.jpg[/img]
[size=8pt]Cover gemaakt door xsusie93


Korte inhoud:
Nadat haar familie op beestachtige wijze vermoord is door de Volturi, zoekt grootvorstin Aglaja Solana Alesandrovna Gallenova naar wraak. Al meer dan drie eeuwen lang. In La Push, het kleine indianenreservaatje op de oostkust van Washington, krijgen haar wraakplannen eindelijk vorm. Maar dan gebeurt het onverwachte: ze wordt verliefd op één van haar pionnen.

Tijd:
Een paar jaar na Breaking Dawn

Hoofdpersonages:
Paul Raphaël Moreno en grootvorstin Aglaja Solana Alesandrovna Gallenova

Belangrijk om vooraf te weten:

  • Heeft al eerder op een forum gestaan, dat helaas is opgedoekt.
  • Paul heet niet Lahote, maar Moreno omdat het verhaal geschreven is voordat Stephanie Meyer op de proppen kwam met haar Twilight Gids.
  • Paul is nooit ingeprent geweest met Rachel Black.
  • Geschreven van uit het oogpunt van Aglaja
  • Aglaja is een 1/8 vampier (haar overgrootvader was een vampier, die een kind heeft gekregen met een mens, die daarna ook een vampier is geworden), maar moet bloed drinken om jong te blijven. Zodra ze stopt met bloed drinken, wordt ze ouder en gaat ze dood. Ze is ook sterfelijk, dus ze gaat ook dood als ze bijvoorbeeld wordt omver gereden of zichzelf neersteekt of wordt doodgeschoten of wat dan ook. Haar ogen zijn ook niet rood, maar lichtgrijs.
  • Alesandrovna betekent in het Russisch dochter van.
  • Bevat redelijk veel flashbacks
  • De vernoemde historische personages zijn personen die echt hebben geleefd.
  • Ook de vernoemde historische gebeurtenissen zijn zo mogelijk historisch correct overgenomen.
  • 16+ vanwege de vrijscènes, geweld en mogelijke woordenschat

Oh, natuurlijk volg ik weer Leo! <3

Jeej, al één volger *vreugdedansje*

[center]Rusland, St. Petersburg, 1718
[/i]

“Ga, kind, ga.”

“Nee, ik laat je niet in de steek, papa.”

Het meisje keek haar vader met woedende ogen aan. Haar vader zuchtte, hij kende die uitdrukking maar al te goed. Ze zou geen haarbreedte toegeven.

“Ze zijn sterk, Aglaja. Ze hebben onze vrienden in Roemenië vermoord, dat Italiaanse tuig. En nu willen ze Russische troon vernietigen.”

“Oom Peter zal ze bevechten,” werkte het meisje tegen. “Oom Peter zal ze vernietigen, net zoals hij deed met de Denen.”

“Nee, lieverd, hij kan ze niet bevechten. En ze willen hem ook niet. Ze willen ons uit de weg.”

“Waarom?”

Aleksandr keek zijn dochter pijnlijk aan. Hij kon er nog steeds niet aan wennen wat zijn vrouw was, of haar moeder, of haar grootmoeder. Hij rilde toen hij de grootmoeder van zijn vrouw had ontmoet. Haar koude aanraking had hem vele nachten achtervolgd, net zoals die vurige rode ogen.

“Ga. Vlucht naar Frankrijk. Ga naar Parijs, naar het Franse hof. Je tante zal je wel verder helpen.” Hij nam zijn dochter en kuste haar op het voorhoofd. 'Ga, Aglitsjka*, ga."

De dwingende toon in haar vaders stem dwong haar om haar rokken op te tillen en te rennen. Verschillende keukenbedienden keken haar vreemd aan toen ze de grootvorstin door de gangen van het paleis zagen lopen, maar ze negeerden het. De adel had wel meer rare kuren.

Zodra het meisje de veilige muren van het Peterhof achter zich had gelaten, rende ze zo snel als ze kon. Ze verdween in een waas, terwijl de tranen van haar gezicht liepen.

Buiten sneeuwde het. De dwarrelende vlokjes bleven in haar haren hangen, die waren opgestoken in een vlecht. Kippenvel verscheen op haar huid, maar ze stopte niet met rennen.

En ze zwoor een eed. Een eed, waarin ze zwoor dat ze het Italiaanse tuig, dat haar familie had vermoord, had gemarteld, het betaald zou zetten. Al was dat het laatste wat ze ooit zou doen.

[size=8pt]*Aglitsjka: de Russische verkleinvorm van Aglaja (een naam van Griekse oorsprong, betekent schittering.

Ik volg ook (:

Dit klinkt echt meesterlijk. En heb alleen nog maar de beginpost gelezen, hehe.

Een paar jaar naar Breaking Dawn → naar? :stuck_out_tongue:

:grinning: Dank je wel voor het compliment, ik hoop echt dat je blijft volgen (de beginpost is aangepast, naar moest na zijn :wink: )

^ Graag gedaan! Ik ga het zeker volgen. De proloog is heel goed geschreven, en ik ben echt benieuwd! Nog een vraagje, schrijf je dit samen met Susie, vanwege de covers? Of kon je niet kiezen? :stuck_out_tongue:

Nee, ik schrijf dit alleen - ik kon gewoon niet kiezen haha (ik suck daar echt in). Zodadelijk komt het eerste stukje

Ik volg ook weer (;

Chapter 1
In the emptiness of time and space

Titelsong

De geur van pasgeverfde muren kriebelde in mijn neus. Ik trok een gezicht en zette de laatste doos neer. Gelukkig dat ik vorige week al even was binnengesprongen, zodat het huis al gemeubileerd was, precies zoals ik het wou. Enkel de persoonlijke dingen moest ik vandaag uitpakken.

Naast de grote marmeren open haard stonden twee warme oranjerode fauteuils, maar allebei met een verschillend motief. Ze stonden schuin, naar elkaar toe. Tegenover de open haard stond een crèmekleurige driezit, met een hoop kussens in verschillende maten en tinten donkergeel.

Twee wanden werden in beslag genomen door één grote boekenkast, waar ook mijn bureau was. Het zonlicht kwam binnen door een grote erker, met gordijnen die bij het zachtgele behang paste.

Ik hield wel van verhuizen. Op elk huis probeerde ik mijn eigen stempel te drukken. Ik had een grondige hekel aan huizen die zo uit de boekjes leken te zijn gekopieerd. Alles in deze kamer had ik zelf verzameld, zonder de hulp van een binnenhuisarchitect met belachelijke regeltjes over kleuren die bij elkaar hoorden.

Glimlachend schopte ik mijn schoenen uit en liep op blote voeten naar het bureau, waar ik de doos leegmaakte. Het waren mijn in leer gebonden dagboeken en diverse oude romans. Ik borg ze zorgvuldig op, voordat ik op de bank neerplofte en naar de open haard staarde. Het was te warm om hem aan te doen, maar ik had er toch wat houtblokken ingelegd en dennenappels, voor de sier. Een kussen schoof ik onder mijn benen toen ik ze optrok en naast me in de zetel legde.

Mijn aandacht ging naar het schilderij boven de haard. Het was een niet al te groot schilderij, waarop een eenzaam huisje werd afgebeeld, aan het rand van het bos. Achter het huisje lag een groot, uitgestrekt dal vol groene weides. Ik hield van het schilderij, dat geschilderd was door mijn grootmoeder Milena.

En dat deed me er weer aan herinneren waarom ik hier was. Dit nietszeggende stadje had zoveel geheimen.

Toen ik drie maanden geleden in de bibliotheek van Washington University was gestoten op legendes uit de Indiaanse folklore, meer bepaald over de Quileute stam en hun beschermwolven, was ik uitgegaan op veldonderzoek. Het bewijs was zeer goed gedocumenteerd geweest met duidelijke verhalen, handgeschreven dagboeken, verslagen en zelfs politieonderzoeken over verdwenen mensen in de bossen en aanvallen van wilde dieren doorheen de jaren. En het feit dat het over weerwolven ging, had me nog het meest geïntrigeerd. Weerwolven hoorden uitgestorven te zijn. En ze konden enkel veranderen bij volle maan. Maar de verslagen hadden plaatsgevonden op uiteenlopende data en de meerderheid van de aanvallen waren niet gebeurd bij volle maan.

Ik had veel meer gekregen dan ik had verwacht. Diep verscholen in het bos, binnen de grenzen van het piepkleine reservaat La Push, had ik mijn bewijs gekregen. Twee enorme grote wolven, zo groot als een volwassen beer. Ik had enkel in shock kunnen blijven zitten in de boom waar ik me had verborgen. Een zwarte wolf en een roodbruine wolf, wat me nog verbaasde. Ik had weerwolven met mijn eigen ogen gezien. Weerwolven waren donkerbruin en konden nooit op klaarlichte dag veranderen. Nooit.

Het waren geen gewone wolven. Gewone wolven waren veel kleiner, en deze wolven waren te rustig, te kalm, te beheerst om dieren te zijn. En de geur van wolven liet mijn neus niet in brand staan.

Toen ik voldoende gekalmeerd was om uit de boom te kruipen, had ik een andere geur geroken. Een bekendere geur.

Vampiers. Één geur had ik herkend en ik kon hem plaatsen bij een persoon. Een persoon die ik haatte, een persoon die ons verraden had. Die mijn familie in rug had gestoken.

Carlisle Cullen.

Ik knarste met mijn tanden en trok het boek dat op het salontafeltje lag, naar me toe. Voorzichtig bladerde ik door het boek, zodat de bladeren niet zouden scheuren van ouderdom. Het was het dagboek van Ephraim Black, dat ik na heel lang zoeken had gevonden. Die zoektocht was ook de reden waarom ik drie maanden had moeten wachten voordat ik naar hier kon verhuizen.

Maar het was het waard geweest. Dit boek verklaarde waarom Carlisle Cullen hier was. Die Italiaanse rat had een verbond gemaakt met de wolven. Ze zouden hem niet aanvallen, in de ruil dat hij niet meer op mensen jaagde en niet meer op hun land kwam.

Ik grimaste met leedvermaak toen ik aan het verbond dacht. Op dierenbloed leven. Op het randje van de hongersnood balanceren. Net goed voor die verrader. Het was een bijna passende straf.

Carlisle Cullen was niet het belangrijkste. De wolven waren belangrijker. Ze hadden een verband met één van die Italiaanse moordenaars.

En dat was wat mij het meeste zorgen baarde. Ik wist nog kristalhelder hoe Caius verbeten op weerwolven had gejaagd, nadat ze hem bijna hadden gebeten. Hij zou nooit instemmen met een verbond met weerwolven.

Dus wat deed Carlisle Cullen hier? Waarom waren ze naar hier gekomen? Vanwege de weerwolven? Wat wou hij bereiken?

Wat, al vier lezers? Thank you so much guys!

Ik volg weer - natuurlijk - super leuk! :’)

Leuk! Mooi geschreven ook. Ben erg benieuwd.
O ja, en in de titel staat twee keer ‘of’. :slightly_smiling_face: Heb het liedje geluisterd tijdens het lezen. :grinning:

Mooi geschreven!

Dit klinkt echt als een heel leuk verhaal ^^
Snel verder!

Chapter 1
In the emptiness of time and space

Ik wist het niet. Met een zucht schoof ik het boek van me af. Het had geen zin je hoofd te breken om een vraagstuk waarvan je al op voorhand wist dat je het niet kon oplossen. Het was gekmakend. Ik rekte me uit zoals een kat en liep naar de keuken.

De keukenkastjes waren ooit eens donkerbruin geweest, maar ik had ze allemaal geschuurd zodat ze nu heel lichtbruin, bijna geelbruin waren. Op de grond lagen grote terracotta tegels, die nu bedekt waren met grote kartonnen dozen

Ik sleepte de dozen naar de woonkamer en begon ze uit te pakken. In de meeste dozen lagen andere romans en diverse plakboeken. Maar er zaten ook fotoalbums in, mijn vele cursussen en de familieboeken van de Gallenovs. Ik zette ze allemaal weg, in de boekenkast en dwong mezelf om er niet in te bladeren.

Als laatste draaide ik een kristallen vaas uit krantenpapier en zette hem op het donkerhouten tafeltje in de hal, waar ook al een schilderij stond van een klein meisje met een zwarte vlecht in een rozentuin. Even bleef ik naar de lege vaas kijken, vergetend wat ik miste.

[i]“Aglitsjka!”

“Prinses!” hoorde ik de schilder wanhopig in het Frans uitroepen. “Wilt u alstublieft blijven stilstaan? Alstublieft?” Zijn woorden negerend rende ik naar mijn moeder toe. Ze ving me op met haar warme handen en draaide me in het rond. “Mama!” riep ik het verrukt uit.

“Ben je aan het poseren voor een schilderij, Aglitsjka?” vroeg ze me toen ze me weer neerzette.

Ik trok een pruillip. “Grootmoeder wilt het, als verrassing voor de tsaar. Ik moet de hele tijd stilstaan,” klaagde ik. “Waar is papa?”

Moeder lachte. Het klonk als zilveren belletjes. “Je zal hem straks wel zien. Hij is aan het praten met een heel belangrijk iemand uit Italië.” Haar wenkbrauwen trokken zich samen in een bezorgde frons.

“Blijf jij maar hier, Aglaja.” Ze streek even over mijn hoofd en legde mijn vlecht goed. Ik keek haar vragend aan. Ze noemde me bijna nooit Aglaja - behalve als ik iets mispeuterd had. “Wees lief voor Pierre.” Ze keek even naar de schilder en verdween toen weer, nadat ze een roos had geplukt van de rozenstruik naast me en in mijn haren had gestoken[/i].

Dat was het! Rozen voor in de kristallen vaas! Ik rende terug naar de woonkamer, deed mijn schoenen aan en grabbelde de autosleutels. Het dagboek van Ephraim Black legde ik in de geheime lade van het bureau, voordat ik via de achterdeur in de keuken naar de auto holde.

@Manonisos: ik heb het aangepast (en ik voel me een suckerd, kan ik nou niet fatsoenlijk typen)

Oehh weer een stukje ^^ snel verder!

[b]Ik vermeld het maar even omdat ik niet zeker weet of iedereen het heeft gevonden in de proloog:

Aglaja is een 1/8 vampier (haar overgrootvader was een vampier, die een kind heeft gekregen met een mens, die daarna ook een vampier is geworden), maar ze moet bloed drinken om jong te blijven. Zodra Aglaja stopt met bloed drinken, wordt ze ouder en gaat ze dood. Agjlaja is ook sterfelijk, dus ze gaat ook dood als ze bijvoorbeeld wordt omver gereden of zichzelf neersteekt of wordt doodgeschoten of wat dan ook. Haar ogen zijn ook niet rood, maar lichtgrijs.[/b]

Ik vind het echt heel erg om te zeggen, omdat ik me nu een zeurtante voel, maar je hebt (weer) iets verkeerd getypt. Het is manonisos en geen manisos :grinning_face_with_smiling_eyes:, ik moest wel lachen eigenlijk! Maar noem me maar gewoon Manon :wink:

Ik vind dit echt een leuk verhaal! Snel verder :slightly_smiling_face:)