Ik ben bezig een verhaal te schrijven. over een Meisje dat gestalkt word door haar ex-vriend. en ze denkt dat het vanzelf ophoud maar dat doet het niet.
Ik wilde dit alleen maar even laten lezen
xxx
PS. het zijn soms nogal korte “hoofdstukken”
Hoofdstuk 1
ik lees de letters op de kaart ‘ik hou van je’ iedereen zou dit lief vinden, maar ik niet want ik weet van wie de ansichtkaart is. de letters rollen door mijn hoofd. Gregory heeft nu al heel de week elke dag een kaart gestuurd, terwijl ik hem toch duidelijk gemaakt heb dat ik geen contact meer met hem wel. en dan trilt mijn telefoon in mijn zak. ik zie dat het een smsje van Gregory is:
Hey schattt,
heb je mijn kaartje gekregen?
het spijt me echt.
zullen we het goed maken door
nu wat te gaan drinken?
xxx HVJ
Gregory
ik stop mijn mobiel weg en reageer er niet op, misschien dat die dan vanzelf ophoudt.
Ga je het verhaal op girlscene zetten?
Hoofdstuk 2
“Gregory, ik moet met je praten” zeg ik door de telefoon. “oke, waar wil je afspreken?” zegt hij. “ik kom wel naar jouw toe.” zeg ik. “dan zie ik je wel aankomen denk ik.” zegt hij en ik hang op. ik pak mijn fiets en fiets zo snel ik kan naar het huis van Gregory.
ik klop op de deur en na een paar tellen gaat de deur al open “kom binnen” zegt Gregory ik loop naar binnen en ik hoor Gregory’s voetstappen achter me. ik blijf in de woonkamer staan en ga meteen van wal. “Gregory, i-ik wil niet met je verder.” probeer ik zo vastberaden mogelijk te zeggen. Gregory’s ogen willen mijn ogen ontmoeten maar ik kijk expres ergens anders naar toe. “waarom?” vraagt hij. “omdat ik gewoon geen toekomst zie voor ons.” probeer ik uit te leggen. “wat kan ik doen om je van gedachten te laten veranderen?” “niks, ik wil het gewoon niet meer.” zeg ik en ik loop naar buiten pak mijn fiets en fiets weg.
Hoofdstuk 3
ik open mijn Facebook en Gregory begint meteen op de chat tegen me te praten.
Gregory: waarom reageer je niet op mijn smsjes?
ik reageer niet en ga gewoon verder.
Gregory: heb je soms een ander?
Gregory: is het soms die eikel Thomas?
nou word ik kwaad, hij hoeft niet zomaar boos te worden op mensen die hier niks mee te maken hebben. en ik reageer
Esther: en nou moet jij eens even goed luisteren, Thomas heeft hier helemaal niks mee te maken, en ik reageer niet omdat ik wilt dat je ermee ophoudt! ik wil je niet meer zien, ik wil je niet meer horen. ik wil gewoon niks meer met je te maken hebben!
en dan zie ik dat ik een melding heb. ik klik op het icoontje en ziet dat Gregory heeft gereageerd op een foto. ‘ik hou van je, waarom jij niet van mij?’ staat eronder een foto van Gregory en mij. ik druk op het kruisje om de reactie te verwijderen.
Ja dus, suc6
Hoofdstuk 4
ik loop naar de kantinetafel waar ik Carolien en Sofie aan zie zitten. ik ga zitten, maar ik zie dat er iets mis is. “wat is er?” vraag ik bezorgd. “nou eh we vinden het nogal gemeen van je hoe je tegen Gregory doet.” zegt Sofie twijfelend. ik kijk ze verbaasd aan. “sinds wanneer vinden jullie Gregory opeens zo aardig?” vraag ik me hardop af. “nou, Gregory kwam vanochtend naar ons toe om te vragen of er iets was wat hij kon doen om je terug te krijgen, en het was zo zielig. hij begon bijna te huilen.” zegt Carolien. “en volgens mij heeft heel de school het gezien.” zegt Sofie erachteraan. en dan valt het me ineens op dat ik bekeken word, en niet door een paar mensen maar door -bijna- iedereen. ik loop boos de kantine uit ook al heb ik nog niets gegeten. maar in de hal bots ik tegen iemand op. “sorry” zeg ik snel. en als ik kijk wie het is, zie ik dat het Thomas is. “he, gaat het wel met je?” vraagt hij als ik voel dat er tranen aankomen. “ja hoor.” en ik loop snel verlegen weg.
Dankje
xxx
Hoofdstuk 5
Als ik de school uitloop zie ik Gregory aan de overkant van de straat staan met zijn fiets. Ik fiets snel de andere kant op ook al rijd ik dan om. Maar als ik ben afgeslagen komt hij ineens naast me fietsen. “Waarom ontwijk je me?” vraagt hij. “Omdat je me lastig valt.” zeg ik. Ik rijd een straat in waar ik helemaal niet in moed. Maar Gregory heeft me door en fietst mee. “Ik zag je wel met Thomas in de hal hoor.” zegt hij. “Ik botste gewoon tegen hem op.” leg ik geïrriteerd uit. Ik rijd weer een straat in maar Gregory blijft me volgen. “Laat me alsjeblieft met rust.” zeg ik bang. Ik rem en wil omdraaien maar Gregory houd me tegen. “Waarom heb je nou niet door dat ik van je hou?” zegt hij met een hopeloze stem. “Waarom ben je zo sletterig dat je meteen weer met een ander bent.” gaat hij verder. “Ik ben niet met een ander!” schreeuw ik. Gregory pakt me vast en ik probeer me los te wringen maar hij is te sterk. “Laat me los!” schreeuw ik. “Pas als je toegeeft dat je nog van me houdt.” zegt hij boos. “Nee!” schreeuw ik. Gregory duwt zijn lippen op de mijne, ik duw hem weg. “Hoe durf je me weg te duwen.” schreeuwt hij. Gregory tilt zijn hand op, ik sluit mijn ogen en wacht op de klap. Maar ik voel niks en als ik mijn ogen open doe zie ik dat Thomas Gregory’s armen achter zijn lichaam vasthoudt. “Laat me los!” schreeuwt Gregory. Thomas laat Gregory los. “Maak dat je weg komt!” zegt Thomas tegen Gregory. Gregory pakt zijn fiets en rijd weg “Slet!” schreeuwt hij nog naar me. “Gaat het wel?” vraagt Thomas bezorgd. “Nou nee eigenlijk niet. Waar kwam jij ineens vandaan?” vraag ik. “Eh, ik woon hier.” zegt hij wijzend naar het huis achter ons. “Wil je anders even binnenkomen?” vraagt hij. “Ja, graag. Dan kan ik even mijn moeder bellen.” Thomas loopt naar de voordeur van de grote villa, ik wist niet dat zijn ouders zo rijk waren dacht ik.
“Wil je wat drinken en of eten?” vraagt hij. “Iets te drinken, alsjeblieft.” zeg ik. Ik ga op de bank zitten en pak mijn mobiel. Ik wil mijn moeders nummer intoetsen als ik een smsje krijg van Gregory.
Het spijt me ik had je niet
moeten proberen te slaan.
Maar dat jij meteen je
vriendje erbij roept, zegt
alleen maar meer dat je
een slet bent.
xxx IkHouNogSteedsVanJe
“Dat is toch geen smsje van Gregory?” hoor ik Thomas ineens zeggen die net de kamer in kwam lopen met 2 glazen drinken. “Ja het is van hem.” zeg ik treurig. “Mag ik?” vraagt hij wijzend naar mijn mobiel. Ik knik, en Thomas pakt mijn mobiel. Ik zie dat hij zijn gezicht steeds bozer wordt. “Lees ze allemaal maar hoor, als je wilt.” zeg ik. Na een kwartier heeft hij ze allemaal gelezen “Hij is echt gek! Je moet hem aangeven, hij stalkt je.” zegt hij. “Nee, dat kan ik niet.” zeg ik. “Waarom niet?” vraagt hij. “Omdat ik nog steeds om hem geef en mensen vinden me al gemeen tegen hem.” “Je bent niet gemeen, hij is de gemene. En als je hier niks aan doet word het alleen maar erger.” zegt Thomas bezorgd. “Ik red me wel.” Ik zie een frons op Thomas gezicht. “écht” zeg ik. “maar ik moet gaan want ik heb straks nog tennisles.” zeg ik erachteraan. “Zal ik met je meefietsen naar huis, misschien wacht hij je ergens op.” “Je hoeft echt geen moeite te doen hoor, ik red me wel.” zeg ik nog eens. “Het maakt me niets uit, ik wil gewoon niet dat je in gevaar bent.” zegt hij.
Ik w8 op het vervolg
Hoofdstuk 6
“Oe wie is dat lekkerding?” vraagt Carolien. “Dat is Thomas, volgens mij. Hij is twee jaar ouder als ons.” zegt Sofie. “Hij is inderdaad knap.” zeg ik. Gregory komt aanlopen. “Pas maar op hoor Gregory.” zegt Carolien lachend. Ik geef Gregory een kus. “Waarvoor moet ik oppassen?” vraagt hij. “Voor dat lekkere ding daar.” zegt Sofie lachend. “Oh, dat zou ik nooit doen.” zeg ik grijnzend. “Ook niet voor zo’n lekker ding?” vraagt Carolien. “uhm…” ik doe net alsof ik erover na moet denken. “Niet als ik Gregory heb.” zeg ik. Ik geef Gregory een zoen, waar hij gulzig op in gaat.
Hoofdstuk 7
“Hey mam” roep ik. Ik loop naar de keuken en ga op zoek naar iets te eten. Op tafel staat een vaas met bloemen. Er hangt een kaartje aan. Ik kijk van wie het is:
Esther,
Het spijt me.
Gregory
Ik gooi het kaartje in de prullenbak en wil de bloemen naar de kliko brengen. “Wat ga je daar mee doen?” hoor ik mijn moeders stem ineens achter me zeggen. “Weggooien” geef ik antwoord op haar vraag. “Waarom? Ze zijn zo mooi.” zegt ze. “Ik wil ze gewoon niet oke, maar als je ze wilt houden dan moet je ze maar ergens zetten waar ik ze niet hoef te zien.” zeg ik bits. Mijn moeder weet niets van de smsjes en kaartjes van Gregory, ze vond hem altijd erg aardig en ze vind het al verschrikkelijk dat ik het met hem heb uitgemaakt. “Waarom doe je zo gemeen tegen hem, hij wil het alleen maar goed maken. Waarom geef je hem niet nog een kans?” zegt mijn moeder. “Nee mam. Ik wil dat gewoon niet.” zeg ik en ik loop naar mijn kamer.
Hier het laatste deel van mijn verhaal. En wat ik met dit verhaal wil zeggen is dat je altijd -Altijd- hulp moet zoeken, want het leven is geen sprookje en het kan ook wel eens slecht aflopen. Veel lees plezier, Ik hoop dat jullie het een “leuk” verhaal vinden. xx PS. Ik hoor graag commentaar want ik vind schrijven leuk en dus wil ik altijd weten wat ik kan verbeteren. PPS. Let niet op mijn spellingsfouten
8
Ik steek de sleutel in mijn kluisje en pak mijn boeken eruit. “Gaat het weet een beetje?” vraagt Thomas ineens. Ik doe mijn kluisje weer op slot en daar staat Thomas tegen de kluisjes naast de mijne aangeleund. “Een beetje.” beantwoord ik zijn vraag. “Nog iets van hem gehoord?” vraagt hij. “Hij heeft me bloemen gestuurd met een kaartje waarop stond dat hij spijt had.” zeg ik. Dan zie ik ineens Gregory voorbij lopen. Hij kijkt Thomas aan alsof hij hem wel kan vermoorden. Ik kijk hem aan en hij kijkt mij aan. Ik hoop dat hij de haat in mijn ogen ziet. “Slet” zegt hij geluidloos, zodat niemand het hoort en alleen ik erdoor geraakt word. Maar Thomas zag het ook. Ik zie de woede in zijn ogen, en voordat hij iets gaat doen sleur ik hem mee. “niet doen, dit is mijn probleem en ik wil je er niet mee lastig vallen.” zeg ik tegen hem. Thomas kijkt gefrustreerd en kan zijn hoofd niet stil houden. “Hij mag je niet op zo’n manier pijn doen.” zegt hij boos. “Ik kan het wel aan.” zeg ik geruststellend “Nee dat kan je niet, dat zie ik toch.” hij zet zijn handen op mijn schouders en schud me heen en weer terwijl hij dat zegt. “Ga nou naar de politie!” schreeuwt hij bijna. Mensen beginnen om te kijken als ze dat toch al niet deden. “Thomas, ontspan. Het komt allemaal wel goed.” probeer ik hem wat gerust te stellen, maar het werkt averechts en hij begint nog harder te praten “Dit is geen sprookje Esther, waar alles altijd goed komt. Dit is de échte wereld!” hij schud me nog harder op en neer. Mijn wiskunde leraar loopt voorbij “Esther, hij valt je toch niet lastig?” vraagt hij. “Nee, nee. Niks aan de hand.” zeg ik en hij loopt verder. “Thomas, kun je er nu alsjeblieft over ophouden. Ik wil er gewoon even niet meer aan denken, oké?” zeg ik zo rustig mogelijk tegen hem en ik loop naar mijn les.
9
Als ik naar de fietsenstalling loop na een té lange schooldag komt Thomas naast me lopen. “Het spijt me van vanochtend.” zegt hij. “Het maakt niet uit, ik vind het ook wel lief van je.” zeg ik met een kleine blos op mijn wangen. “Zullen we wat gaan drinken?” vraagt Thomas een beetje verlegen. “Ja is goed hoor.” zeg ik.
We fietsen naar een klein cafeetje aan de andere kant van de stad “als afleiding” had Thomas gezegd. De rit naar het café was erg stil, we wisten allebei niet waar we het over moesten hebben, wat het erg ongemakkelijk maken.
“Biertje? of iets anders?” vroeg Thomas aan me. “Bestel maar iets voor me, het maakt me niks uit.” zeg ik met een glimlach. “Je bent al 16 toch?” vraagt hij ter controle. “Yep” zeg ik. Thomas loopt naar de bar en besteld ons drinken.
Thomas zet de twee glazen met bier op tafel en gaat tegenover me zitten. “Zo…” zegt hij. “Ik ga even naar de wc, ben zo terug.” zeg ik en ik loop naar de wc. Ik kijk even in de spiegel naar mezelf “Je ziet er goed uit, net zoals altijd.” hoor ik een té bekende stem achter me zeggen. Ik draai naar de deuropening toe en zie daar Gregory tegen de deurpost leunen. “Ga weg!” schreeuw ik. Hij doet de deur achter zich dicht en draait hem op slot “Esther, rustig.” hij loopt naar me toe en elke stap die hij dichter naar mij toe komt zet ik er een naar achter tot ik tegen de muur aan sta. Maar hij loopt nog steeds naar me toe tot hij nog geen halve meter van me vandaan staat. “Ga weg!” zeg ik nog eens. Mijn blik bang en dat ziet hij. “Ben je bang voor je eigen vriendje?” vraagt hij met een grijns. “Je bent mijn ex.” zeg ik. “Nee! Je meent het niet, je houd nog van me.” zegt hij. Hij buigt zijn hoofd naar me toe zijn lippen hangen, ik probeer hem weg te duwen maar hij pakt me bij mijn polsen en duwt ze tegen de muur. Hij zoent me, ik stribbel tegen maar hij is te sterk. Dan word er ineens op de deur geramd “Hé!” hoor ik een onbekende stem roepen. Gregory laat me verschrikt los en ik maak er gebruik van ik ga een hokje in zitten en draai hem op slot. “Bitch!” schreeuwt hij. Hij beukt op de deur van het wc-hokje. “Kom eruit!” schreeuwt hij. Maar er word ook nog steeds op de wc-deur gebonkt. Gregory Schreeuwt en ramt op de deur. Maar dan hoor ik een deur opengaan. “Man waar ben je allemaal mee bezig?” zegt een onbekende stem. En daarna hoor ik Thomas “Esther! Waar ben je?” roept hij. “Die slet van je zit hier.” zegt Gregory en ik hoor een bons op de deur. En dan hoor ik een klap. “Noem haar nooit meer zo.” hoorde ik Thomas boos zeggen. Ik draai de wc-deur van slot en open hem op een kier. Door dat kleine kiertje zie ik van alles; Gregory zittend op de grond met zijn handen op zijn gezicht, Thomas die met een verwarde blik staat te kijken en geen idee heeft wat hij moet doen. Ik open de deur en loop op Thomas af, ik geef hem een knuffel. Ik voel tranen opkomen en houd ze niet tegen. “Gaat het?” vraagt Thomas. “Wat heeft hij je gedaan?” “kunnen we alsjeblieft gaan, ik wil hier zo snel mogelijk weg.” zeg ik. “Tuurlijk” zegt hij.
10
Ik neem een slok van mijn warme chocomelk. Thomas loopt ijsberend door zijn slaapkamer. Ik volg hem gespannen vanaf zijn bed. “Ik word zenuwachtig van je, Thomas.” zeg ik. “Ik probeer je gewoon te begrijpen, waarom je niet naar de politie wilt enzo.” zegt hij. “I-ik kan dat gewoon niet, na alles wat hij me heeft aangedaan geef ik nog om hem. En ik wil niet dat er iemand door mij word aangehouden.” en ik begin te snikken. Thomas stopt met ijsberen en gaat naast me op het bed zitten. Hij slaat zijn armen om me heen. “Ik wil je niet verdrietig maken.” zegt hij. “Ik probeer je alleen te begrijpen.” “Ik ben bang voor hem. Als ik hem aangeef ben ik bang dat hij erachter komt en me iets aandoet. Hij volgt me overal en komt altijd als ik alleen ben.” zeg ik. “Je moet niet bang voor hem zijn, dat wil hij juist. Want als je bang bent ben je zwak en kan hij je ompraten om terug bij hem te komen, en dat wil je toch niet?” vraagt hij. “Nee! absoluut niet” zeg ik. “Probeer gewoon zo veel mogelijk in de buurt van mensen te zijn. Zorg dat je nooit alleen bent.” zegt hij. “Bij wie moet ik zijn? Carolien en Sofie vinden dat ik het goed moet maken met Gregory.” zeg ik. Thomas pakt mijn gezicht tussen zijn twee handen, hij buigt zijn hoofd naar me toe “Bij mij.” zegt hij en hij zoent me.
11
Als ik wakker word ben ik niet in mijn eigen slaapkamer, maar Thomas slaapkamer. Thomas armen liggen om me heen. Hij slaapt nog en snurkt zachtjes. Wat hem zo onschuldig maakt. Ik schud hem zachtjes wakker. Zijn ogen gaan langzaam open en ik geef hem een kus. Eerst kijkt hij me verward aan en dan herkening. “Hebben we vannacht…?” vraagt hij met een slaperige stem. “Ja, we hebben gezoend ja.” zeg ik met een grijns. Hij buigt zijn hoofd naar me toe en zoent me. Even ben ik alles over Gregory vergeten. “zullen we even gaan ontbijten?” vraagt hij. “Ja ik rammel.” zeg ik.
Hij loopt me voor naar beneden. We komen in een keuken die heel ‘strak’ is ingericht. In het midden staat een aanrecht zoals je ook altijd in series ziet. Ik ga erop zitten en kijk naar Thomas. “Waar zijn je ouders eigenlijk?” vraag ik. “Die zijn allebei ergens anders in het buitenland voor hun werk.” “En je broer of zus, of heb je die niet?” vraag ik nieuwsgierig. “één broer die 2 jaar ouder is als mij. Robert is waarschijnlijk bij zijn vriendinnetje.” zegt hij. “Wat wil je eten?” vraagt hij. “Uhm… jou” zeg ik lachend. Hij draait zich naar me toe en kijkt me met een grijns aan. Hij loopt naar me toe en buigt zijn hoofd naar me toe maar stopt net voor mijn lippen. En Meteen denk ik weer aan gisteren. Thomas ziet de verandering om mijn gezicht. “Waar denk je aan?” vraagt hij. “Gisteren… Deed Gregory hetzelfde. En zoende me, en ik stribbelde tegen. Maar hij was te sterk.” Ik ratel maar door. De tranen wellen weer op en ik houd ze niet tegen. Thomas geeft me een knuffel “Sorry, die herinnering wilde ik niet opwekken.” zegt hij spijtig. “Het is niet jouw schuld, je was er niet bij je had het niet kunnen weten.” Ik kijk uit het raam en dan schrik ik me rot. “D-d-daar.” zeg ik bang. Ik voel dat ik begin te trillen. “Wat is er?” vraagt Thomas. “K-kijk naar buiten.” zeg ik stotterend. Thomas kijkt naar buiten en ik zie de schrik op zijn gezicht. En dan veranderd zijn blik van schrik naar woede. Thomas stormt naar buiten. “Nee!” schreeuw ik hem na. Ik ren achter hem aan en probeer hem tegen te houden. “Hij is het niet waard.” zeg ik tegen hem, maar Thomas luistert niet. Hij stormt naar de andere kant van de straat. “Wat kom je hier doen?” Hoor ik Thomas bijna schreeuwen. “Ik kom gewoon mijn vriendinnetje opzoeken.” Zegt Gregory grijnzend. Hij geniet van de boosheid van Thomas. “Ik. Ben. Je. Vriendin. Niet!” Schreeuw ik naar hem. Thomas wordt nog bozer en loopt op hem af. Ze staan nu nog geen meter van elkaar af. Thomas geeft Gregory een duw. “O gaan we weer slaan?” zegt Gregory. Er ontstaat een worsteling. Ik ben doodsbang en weet niet wat ik moet doen. Ik blijf maar staan kijken.
Ik hoor een klap en Thomas valt op de grond. Thomas ligt bewegingloos op de grond. En dan zie ik Gregory, hij staat daar maar met een bange blik op zijn gezicht en in zijn hand een bebloed mes. Ik gil en ren naar Thomas toe. Ik schud hem heen en weer “Thomas!” schreeuw ik naar hem. Maar hij blijft doodstil liggen. Er blijft maar bloed uit de wond op zijn borst stromen ik probeer het tegen te houden; met mijn handen, mijn shirt maar het lukt niet. Ik gil weer. “Thomas! Nee! Word wakker!” maar het werkt niet. Dan komt er ineens een ambulance aan rijden en daarachter een politiewagen. “Hier!” schreeuw ik. Als de ambulance stopt springt er een vrouw uit. Ze rent naar Thomas toe. Ik voel een hand op mijn schouder en gil. “Rustig maar, we komen je helpen.” zegt een lage mannenstem. Ik draai me om en er staat een kleine man in een politie-uniform. “Wat is er gebeurd?” vraagt hij op een vriendelijk toon. “M-mijn ex h-had een m-mes.” zeg ik huilend. “En hoe heet je ex?” vraagt de man verder. “G-Gregory Marshall.” zeg ik. “En waar is hij?” vraagt de man weer. En dan valt het me ineens op dat Gregory niet meer staat waar hij stond. “I-ik weet het niet. Net stond hij daar.” en ik wijs naar de plek waar hij had gestaan. “Je moet even mee naar het bureau.” zegt de man. “Nee! Ik wil mee met Thomas, naar het ziekenhuis.” zeg ik. “Het spijt me om te zeggen maar de jongen heeft het niet overleefd.” Ik krijg een waas voor mijn ogen, ik loop weg. De man roept me nog na maar ik loop gewoon door.
12
Ik klop op de deur. Het duurt te lang en ik duw de deur open, die gelukkigerwijs open is. “Wat kom je doen?” hoor ik Gregory zeggen. “Waarom?” vraag ik en de tranen lopen over mijn wangen. “Die klootzak hield je van mij weg!” zegt hij. “Hij is geen Klootzak!” schreeuw ik huilend. “Waarom begrijp je het niet, nu kunnen we samen zijn.” zegt hij. “Je bent gek!” schreeuw ik en ik loop weg, maar hij pakt mijn pols vast. Ik sla hem weg en geef hem een harde trap in zijn kruis. Gregory zakt in elkaar op de grond. “Slet!” schreeuwt hij. Maar ik trek me er niets van aan.
13
Ik lig op bed, een hele waas ligt over mijn gedachten. Niks is meer 100% duidelijk. Dit is mijn schuld, door mij is Thomas dood kan ik alleen maar denken. Ik sta op en loop naar de badkamer. Ik kan niet in de spiegel kijken, ik wil mezelf niet zien. Ik open een kastje en pak er mijn moeders slaappillen uit, ik open het potje en gooi wat pillen in mijn hand. In één keer stop ik ze in mijn mond.
14
Er valt een rust over me heen, ik weet dat ik binnenkort weer bij hem zal zijn. En Gregory zal nooit zijn zin krijgen! Ik sluit mijn ogen en voel mijn dekbed over me heen. Ik denk alleen nog maar: Ik kom weer bij je Thomas, Ik kom weer bij je, Ik kom naar je toe & Ik hou van je. Ik val in een diepe slaap waar ik nooit meer uit zal ontwaken.
The End