wij moeten de kinderen dus bijbrengen wat kansarmoede is, in de klas hebben we al een spel gespeeld maar we mogen niet hetzelfe nemen, we moesten kaartjes trekken en op die kaart die we getrokken hadden stond dan of we een goed huis hadden, of we een goede job hadden, of we een goed diploma hadden,of we gezond waren,… ik had een gemiddeld inkomen, mijn vriendin was arm, en een andere vriendin was rijk, we kregen elk een andere dobbelsteen, elke dobbelsteen was verschillend, op ene had je bijvoorbeeld 6 vlakken op een andere 12. met deze dobbelstenen moesten we tegen elkaar strijden, degene die het hoogst gooide kreeg een punt bij, we moesten 36 punten halen op het “goed” te hebben, voor de rijkste was dit dus niet moeilijk want zij had al 33 punten en zij had de dobbelsteen met de meeste vlakken, mijn arme vriendin verloor alles omdat zij maar een dobbelsteen had met 6 vlakken, na het spel moesten we zeggen hoe we ons voelden en of we het eerlijk vonden. en zo moeten wij ook de kinderen bijbrengen dat er mensen zijn die het minder goed hebben.