[scheikunde] Celdiagrammen?

Hallo meiden,
ik had een vraagje over scheikunde. We hebben nu een hoofdstuk over redoxreacties en ik begrijp een onderdeel niet, namelijk de celdiagram.

“In plaats van de bouw van een elektrochemische cel te tekenen, kun je de samenstelling makkelijker weergeven met een celdiagram”

En dan heb je er een opdracht erbij:
“Een nikkelstaaf in nikkelchloride-oplossing naast een grafietstaaf in een aangezuurde oplossing van kaliumpermangaat en mangaan(II)sulfaat”

Hier moet ik dus de celdiagram van noteren. MAAR HOE :")

Ik hoop ZO dat er iemand is die het begrijpt haha

Een celdiagram is een andere weergave van een elektrochemische cel. In een elektrochemische cel heb je een positieve en negatieve pool. In een celdiagram zet je eerst de negatieve pool met de (krachtigste) reductor, gevolgd door een dubbele streep om de poreuze scheidingswand/zoutbrug aan te geven en daarna de positieve pool met de (krachtigste) oxidator. Als je bijvoorbeeld een koperen staaf en een zinkstaaf hebt krijg je het volgende celdiagram: Zn(s)| Zn 2+ || Cu2+| Cu(s). Ik hoop dat ik het zo een beetje voor je heb uitgelegd? De enkele strepen geven trouwens de grensvlakken aan waar elektronenoverdracht plaatsvind.

Allereerst suuuuperbedankt voor je reactie!
Misschien een domme vraag maar hoezo is cu2+ dan een oxidator…?
Ik zou reductor gezegd hebben.
En hoe kan het bijvoorbeeld dat je soms bepaalde deeltjes niet “opneemt” in een celdiagram. De uitwerking van de opdracht in mijn beginpost bijvoorbeeld, in dat celdiagram hebben ze sulfaat en chloride weggelaten. Hoezo dan?

Haha heeeel erg graag gedaan!
Hoezo zou jij zeggen dat het een reductor is? :slightly_smiling_face:
Die deeltjes laten ze weg omdat die in deze reactie geen oxidator of reductor zijn. Kijk maar in je binas. Welke klas zit je nu? Van welk niveau? :slightly_smiling_face:

Zit nu in 5vwo (:
We hadden hiervoor een hoofdstuk gehad over redoxreacties en dat was de basis zeg maar, dat ging nog wel haha. Dit is het “vervolg”.

Nou als we het hebben over een vaste metaal, dan is het sowieso reductor meende ik me te herinneren. Maar ik ging er meestal van uit - oxidator en + reductor

En ik gebruik hiervoor tabel 48 van mijn binas, maar chloor staat er in principe toch ook in? Haha, ik voel me zo een noob :’)

Cu kan ook wel een reductor zijn, maar Zn is een sterkere reductor. Die staat lager in de tabel.

Chloor staan er inderdaad wel in, maar vaak met nog een ander deeltje. Verder staat CL- erin maar Zn is weer een sterkere reductor (staat dus lager in de tabel) en Cl2 is wel een sterke oxidator maar daar hebben we in dit geval niks mee. Het gaat hier namelijk om een nikkelchloride-oplossing en dan is Cl2(g) niet aanwezig.

Je snapt trouwens wel hoe dat werkt toch met zwakke oxidater/reductor en sterke oxidator/reductor met behulp van die tabel?

En je bent ook geen noob, dit is gewoon een lastig onderwerp! Voor je CE hoef je dit gelukkig niet te kennen haha.

Klopttt! Helemaal niet gekeken naar de fase, chloor is dus een gas en daarom doet hij “niet mee”, daar komt bij dat zink onderaan de tabel staat => sterkere reductor.

Ja, soms raak ik in de war maar over het algemeen begrijp ik de tabel gewoon :stuck_out_tongue:

Even een vraagje over de opdracht in de beginpost, het antwoord ervan is Ni/ Ni/ Ni2+ // Mno4-, H, Mn2+ / C

Nikkel is een reductor, staat aan het begin, Koolstof is een oxidator, staat aan het eind. In de eerste cel heb je als oplossing nikkelchloride, chloride valt dus weg en heb je Ni2+. Dan heb je de grensvlak en daar heb je Mno4-, H, Mn2+. Oftewel K en sulfaat hebben ze niet meegerekend. En daar gaat het dan mis haha, dat kan ik niet begrijpen :’)

sorry voor de late reactie, ik ben druk bezig met mn examens! Snap je niet dat kalium en sulfaat er niet bij staan?

awh, geen probleem. heeeeel veel succes met je examens. Welk niveau doe je?
Nee, dat snap ik niet haha, waarschijnlijk een heel simpel antwoord wat ik niet zie :’)

Ik heb pas redox gehad maar wij hoefden die paragraaf niet, sorry!

Dankjewel! Ik doe ook vwo. Haha dat geeft niet, dat heb ik ook zo vaak! Kalium doet niet mee omdat kalium hier weer deel uitmaakt van een oplossing, namelijk kaliumpermanganaat. In een oplossing zijn altijd de ionen aanwezig, hier dus K+. K+ is een zeer zwakke oxidator en je moet bij een celdiagram de sterkste oxidator&reductor hebben. Die doet hier dus niet mee. Voor sulfaat precies hetzelfde. Je moet altijd als je aan zo’n som begint even opschrijven welke deeltjes je hebt en in welke toestand. Dus oplossing is ionen en bijvoorbeeld een koperstaaf is gewoon Cu.

Waarom wordt het celdiagram dan:
Ni/ Ni2+ // Mno4-, H, Mn2+ / C?
Waarom staat Mn2+ in de halfcel waar de sterkste oxidatoren moeten staat terwijl dit een reductor is. En waarom kan Cl- niet gewoon naast Ni2+ staan?