Je kunt ook een pagina doen en daar heel veel schaapjes in plakken of tekenen. Dan met de tekst ‘schaapjes tellen’ of iets dergelijks.
Leuk weetje!
1 schaapje, 2 schaapje,…, 342, 343,…
Het schapen tellen brengt ons terug naar het jaar 1832. Het wordt in veel Europese, Amerikaanse en Japanse culturen gebruikt om ‘rustgevend’ in slaap te vallen. In je hoofd springen identiek witte schapen over een hek in een mooie groene weide. Het idee achter schapen tellen is het opwekken van verveling. Nadat je alle schapen voorbij hebt zien springen, vallen je ogen dicht van vermoeidheid. Het tellen van deze wollige beestjes is tegenwoordig meer een stereotype. In tekenfilms en cartoons zijn ze vaak gekoppeld aan het slapen.
Waarom schapen?
Waarom tellen we geen leeuwen, olifanten of poedels? Er zijn verschillende theorieën. Een daarvan publiceerde The New York Times. Dat verhaal gaat over dat het afstamt van de herders in Groot Brittannië. Herders moesten toentertijd een grote kudde schapen hoeden. Die moeten uiteraard regelmatig geteld worden om te constateren of het stel helemaal compleet is. Dat is natuurlijk een hele klus en heel vermoeiend. In dat zelfde artikel van The New York Times stond dat mensen die schapen tellen minder snel in slaap vallen dan mensen die dat niet doen.
Je wilde liedjes!?
Schaapje, schaapje (bladmuziek)
Schaapje, schaapje heb je witte wol?
Ja, baas, ja, baas, drie zakken vol:
Eén voor de meester en één voor de vrouw
één voor het kindje dat bibbert van de kou.
Schaapje, schaapje heb je witte wol?
Ja, baas, ja, baas, drie zakken vol!
Baa, baa, black sheep (bladmuziek)
Baa, baa, black sheep,
Have you any wool?
Yes sir, yes sir,
Three bags full.
One for the master,
One for the dame,
One for the little boy
Who lives down the lane.
Baa, baa, black sheep,
Have you any wool?
Yes sir, yes sir,
Three bags full.
One to mend the jerseys
one to mend the socks
and one to mend the holes in
the little girls’ frocks.
Baa, baa, black sheep,
Have you any wool?
Yes sir, yes sir,
Three bags full.
Little Bo Peep (bladmuziek)
Little Bo Peep fell fast asleep
And dreamt she heard them bleating;
But when she awoke, she found it a joke,
For they were still a-fleeting.
Then up she took her little crook,
Determined her to find them;
She found them indeed, but it made her heart bleed,
For they’d left their tails behind them.
It happened one day, as Bo peep did stray
Into a meadow hard by,
There she espied their tails side by side,
All hung on a tree to dry.
She heaved a sigh and wiped her eye,
And over the hillocks went rambling,
And tried what she could, as a sheperdess should,
To tack each again to its lambkin.
Lammetje, lammetje (bladmuziek)
Lammetje, lammetje, lammetje,
kom toch eens over mijn dammetje,
Lammetje zoet, lammetje klein,
Wil je wel mijn vriendje zijn?
Lente in de wei (bladmuziek)
Lekker op mijn fiets, fiets, fiets rijd ik langs de wei.
Daar zie ik een lammetje met een schaap erbij.
”Be,” zegt ’t schaap en ’t lammetje verstopt zich in de wei.
Luister maar, je kunt hem horen: daar zit hij!
Slaap kindje slaap (bladmuziek)
Slaap kindje slaap,
daar buiten loopt een schaap
een schaap met witte voetjes
die drinkt zijn melk zo zoetjes
Slaap kindje slaap,
daar buiten loopt een schaap
Het verloren lammetje (bladmuziek1) (bladmuziek2) (door S. Salvatori)
Een lammetje ging dwalen, veraf en heel alleen
Verliet de trouwe herder en liep steeds verder heen
Zolang de zon bleef schijnen, was’t lammetje niet bang
het sprong door gras en bloemen, het hoorde voog’lenzang.
Maar langzaam werd het donker, de vogels werden stil;
de warme zon ging onder, de nachtwind maakte ’t kil.
Hoor, angstig blaatte ’t lammetje het was zo ver van huis,
och, was het maar weer veilig bij d’andere schapen thuis!
Maar ’s avonds had de herder, zijn schaapjes nageteld.
Hij miste één klein lammetje en ging terug naar ’t veld.
De schapen liet hij achter; hij zocht het overal,
tot hij het op zijn schouders terugdroeg naar de stal.
Lammetje (bladmuziek)
Lammetje loop je zo eenzaam te blaten
Over de hei over de hei
Hoe kom je hier zo van allen verlaten
Bleef je niet liever daar ginds in de wei
Lammetje hier groeien bloemen nog gras
Hier is geen watertje wat je zou lusten
Hier is geen schaduw om onder te rusten
En als je dan maar zo klein maar niet was
En als je dan maar zo klein maar niet was
Lammetje we zullen de weg je wel leren
over de hei, over de hei
Ga maar met ons en geen leed zal je deren
ja heus we brengen je terug naar de wei
maak nu wat voort anders laten we je staan
moeder kijkt vast al lang uit waar wij toeven
waarlijk je zult haar niet gauw zo bedroeven
als jij jouw moeder vandaag hebt gedaan
als jij jouw moeder vandaag hebt gedaan
Vannacht (bladmuziek) (Ans en Chrystal Cochius)
Vannacht op de boerderij is een lammetje geboren
en als je even luistert dan kun je ’t vast wel horen.
Breien, breien, breien (bladmuziek) (Thera Coppens)
Wil je onze schapen zien?
kom dan maar mee naar de stal.
Ze hebben een witte warme vacht,
voel je wel hoe lekker zacht?
’s Zomers zit dat veel te warm,
dan scheert de boer ze kort.
Mama spint draden van de wol,
die draait ze op een dikke bol
en kijk eens wat het wordt…
breien, breien, breien,
twee wantjes voor Marije
een truitje voor mijn kleine zus
en ik krijg fijn een warme muts!
Honderd schapen (bladmuziek) (Willibrord Huisman)
Klein lammetje
Klein, klein lammetje
zeg, wat ik vragen wou
’t is buiten nog zo vreselijk guur
heb jij ’t nu écht niet koud?
Of is misschien, blij lammetje
jou witte, wollen vacht,
nog warmer dan mijn winterjas?
Dat had ik niet gedacht.
Klein, lief lammetje
waar spring je nu naartoe?
Natuurlijk ik begrijp het al,
je wordt een beetje moe.
Kruip jij maar tegen je moeder aan,
maak morgen maar weer pret.
Slaap lekker in je warme stal,
ik moet straks óók naar bed.
Hei, ’t was in mei
”Zeg, kleine gele boterbloem,
wat kom jij op de wereld doen?”
Vroeg eens een madeliefje.
Het was een mooie dag in mei
de boterbloem stond in de wei
vlak naast het madeliefje.
”Ik bloei maar wat, zoveel ik kan
zo helder en zo geel ik kan,
begrijp je, madeliefje?
Wat zouden wij ook anders doen
dan bloeien?” zei de boterbloem.
”Dan bloeien, madeliefje?”
Een lammetje speelde in de wei,
vlak bij de gele boterbloem
en ’t witte madeliefje.
Nu kwam er ook een vlinder bij
en samen speelden ze in de wei.
Zo speelden en zo bloeiden zij
de boterbloem, het lammetje
de vlinder als een vlammetje
en ’t lieve madeliefje!
Het verloren schaap
Kwam u bij geval
Wollewitje tegen?
Liep ze soms te wandelen
in de Kalverstraat?
In het Vondelpark
of soms in lijn 9?
Ik begrijp het niet,
ze is zo bang voor regen
en het regent dat het giet!
Ze heeft maar één oor,
en ze hinkt een beetje,
huup tjuup, huup, tjuup,
da’s niet prettig, weet je.
En voor mij is ze niet bang,
wèl voor grote kindren,
zou dat heus niet hindren?
Als u haar soms ziet,
wilt u haar dan zeggen,
dat ik ongerust ben,
vreselijk ongerust.
Ik mag buiten spelen,
maar ik heb geen lust.
Mijn naam is Joost.
Joost Alexander.
Stuurt u haar toch gauw naar huis,
want ik hou zo van d’r.
Bron: juf2juf.info
dievanmij.nl
Nu ga ik stoppen hoor! 
Succes!