(ll)
ik heb een beetje een rare vriendin. ik vind haar wel heel aardig. Maar alles is nu veranderd. We hebben allebei andere vriendinnen gekregen. En we kunnen nooit iets met zijn allen doen. Omdat mijn vriendinnen, de vriendinnen van mijn ‘rare vriendin’ niet mogen en mijn
‘rare vriendin’ al helemaal niet mogen.
Mijn ‘rare vriendin’ denkt echt dat ze alles is. Ze zet me ook heel vaak voorschut enzo.
ik heb het gevoel alsof ik nu moet kiezen. En ik weet niet of wij nog lang bevriend blijven. Vroeger ben ik gepest door die ‘rare vriendin’. Ik heb haar dat al vergeven. Maar ik wil onze band niet kwijt, ookal was die tijd best moeilijk.
We hebben zowat elke dag ruzie, en ik trek het echt niet meer. ik weet echt niet meer wat ik meot doen. Kunnen jullie mij alsjeblieft helpen? Alvastbedankt (A).
Kus.mij.