Verboden regels. Eigenlijk dubbelop. Dingen die niet zwart wit staan maar waarvan je weet dat ze bestaan in de samenleving. Bijvoorbeeld dat een vrouw niet hoort te spugen, maar een man wel. Het slaat nergens op maar er tegen in gaan doet bijna niemand. Durven, het lef hebben. Daar draait het leven eigenlijk om. Stel je voor dat je de man van je dromen tegen komt maar geen actie onderneemt. Wat is het ergste wat je kan overkomen? Afgewezen worden. Dat doet even pijn, hooguit een paar maanden. Maar daarna gaat het verder. Eigenlijk blijf ik hangen bij het laatste onderdeel, maar dat komt omdat ik mezelf tegenhoud. Ik? Hij. Het komt omdat het hoofdstuk niet is afgesloten, nog niet. Ik wacht op het einde. Snijdende tijd denk ik achteraf, dat weet ik wel bijna zeker. Ergens snap ik mezelf niet dat ik niet durf te vragen naar hoe het in elkaar zit, terwijl ik al die tijd toch letterlijk de naakte waarheid heb gezien. Verboden regels, je weet dat ze bestaan maar het staat niet zwart op wit. Je kunt ze niet uitleggen aan mensen die het niet snappen of niet willen snappen. Ze bestaan, of je het wil of niet. Ik wil je in je ogen kijken en jouw kant van het verhaal lezen, of nog weten: horen. Verder leven met je alsof ik derest nooit heb gedaan en het nooit anders is geweest. Misschien is het wel goed dat het zo is gegaan, dat het me aan het denken heeft gezet dat het leven niet altijd zo gaat zoals je wil. Eigenlijk is het leven net een voetbalveld. De gebeurtenissen en mensen zijn je voetbal en jij bent de speler. Het overleven is je doel. Gebeurtenissen heb je zelf in de hand. Net als een speler op het voetbalveld de voetbal in de hand heeft heb jij als persoon de gebeurtenissen voor een groot deel zelf in je hand. Maar aan de andere kant zijn er ook andere spelers op het veld, sommigen die eerst op de bank zaten maar later hun plek vullen op het veld, op het leven, op jouw leven. De speler van de tegenpartij schiet de bal in je doel: er gebeurt iets dat indruk op je heeft gemaakt, iets wat door een ander is veroorzaakt. Voor iedereen is het anders. De ene ervaart dat het rustig is op zijn veld, maar de andere speler kan het enorm druk hebben.
~
Alle kleine dingen kunnen verwijzen naar iets groots. Zoals je hond die krabt in een hoek waar het vloerbedekking omgeklapt is doordat het internet het tijdelijk niet deed en je de nieuwe internetkabel alleen maar kon aansluiten door hem door de grond naar de kelder te lijden. Gebeurtenissen die je aan het denken zetten, terug naar het verleden. Zou je vorige hond daar ooit hebben geplast of op een andere manier zijn geur hebben verspreid dat je hond het ruikt? Zou er ook gedrag kunnen worden overgenomen door iemands geur te ruiken? Mijn vorige hond sliep/lag de laatste maanden van zijn leven op een plek waar m‘n hond nu steeds gaat liggen. Ergens merkwaardig maar wie zegt dat het geen pure toeval is? Wat is toeval eigenlijk? Is het voorbestemt of is het zoals wij het noemen: toeval? Wanneer spreekt men van toeval en wanneer is het het niet? Ik heb het gevoel dat ik over dingen nadenk ik het leven waar weinig tot geen mensen aan denken, die ze zich niet afvragen of nooit in hun hoofd zouden hebben gehaald. Iets in de richting van aan iemand je geheim vertellen die het eigenlijk niet hoort te weten maar je het toch doet om te kijken hoe de persoon reageert. Ik weet nog goed toen ik voor de eerste keer iets zei wat hij niet hoorde te weten, gewoon puur uit nieuwsgierigheid hoe de reactie van de persoon was. Verbaast dat hij normaal reageerde in mijn ogen ging ik er verder op in. Natuurlijk heb ik me vaak genoeg hiermee in de nesten gewerkt, maar ik heb er wel van geleerd. Al hoewel, soms doe ik het nog. Daarnaast is het op een een of andere manier fijn om te zien hoe simpel het is om iemand je in je vertrouwen te trekken die eigenlijk amper iets van de weet. Ik vraag me af of die ook een van de vele trucjes zijn van een loverboy. Volgensmij zijn loverboy‘s heel eerlijk tegenover iedereen, alleen maken er misbruik van. Je kunt het eigenlijk als een soort macht beschouwen. Sommigen doen het onbewust, sommige bewust. Het hangt ook van de situatie af waarin je je op dat moment bevind. Stel je voor dat er een ironische opmerking wordt gemaakt en jij weet er heel handig op in te spelen door eigenlijk de waarheid te zeggen. De persoon wordt gevleit en je hebt hem/haar makkelijk te pakken gekregen. Wat een rare uitleg als ik het teruglees, maar ik vind dat het moet blijven staan. Ik haal niets weg, ik delete geen enkele zin. Ja, alleen wanneer de verwoording niet klopt achteraf. Maar de zin moet blijven staan zoals hij bedoeldt is. Mijn spelling is terrible. En ik wil journaliste worden? Laat me niet lachen. Er zal toch echt wat moeten veranderen dan. Maargoed, niemand is perfect. Toch? Nee. Perfectie bestaat niet. Perfectie heeft een barbie pop. Lol, het is maar net wat je perfectie noemt. Een twee keer zo lange nek, enorm lange slungelige armen. En enorme borsten en een bijna platte kont. Je vriend zal maar een billenman zijn, autsch…
~
Er zijn momenten dat ik voel dat ik anders word in geschat dan ik ben. Zoals toen bij de open bedrijven dag. We gingen naar een zorghuis toe waar een grootdeel MBO‘ers rondliepen. Geen problemen mee, maar ik voelde me onder mijn niveau. Ik had het gevoel, wat misschien ook zo was, dat iedereen dacht dat ik een MBO‘er was. Dat ik werd ingeschat op het verkeerde niveau. En na mate we er langer waren werd ik er niet bepaald vrolijker op. Of wanneer een aardig persoon tegen je zegt: ik had gedacht dat je heel arrogant of egoistisch zou zijn. En dan denk ik: zie ik er dan zo uit? Onbewust nemen we houdingen aan die we eigenlijk niet menen. Als je goed op iemands lichaamstaal let kun je veel te weten komen over die persoon. Bijvoorbeeld wanneer je je armen over elkaar slaat en je schouders laat hangen. Je laat merken dat je onzeker bent. Maar wanneer je je armen over elkaar slaat en je vuisten baalt dan wek je direct een boze houding op. Kleine dingen kunnen een onderdeel zijn van iets groots. Denk aan een lego werk. Elk klein bouwsteentje maakt een onderdeel uit van het totale werk, het totale beeld. Net als in de samenleving. Eigenlijk is iedereen gelijk. We hebben iedereen even hard nodig. Soms denk je van niet, maar het is wel zo. Niet iedereen vindt dezelfde dingen leuk. Beter van. Anders had je genoeg journalisten gehad en hadden ze geen meer nodig. Daar gaat je droom. Net een zeepbel die knapt. Net een dominosteen die valt. Net een legosteen dat ontbreekt. Zonder een vuilnisman stond je afval van een maand geleden nog in je huis te rotten.
~
Na bijna vier maand heb ik eindelijk antwoorden gekregen op mijn vragen die maar door mijn hoofd bleven spoken. Het voelt nu net alsof ik duizend kilo lichter ben geworden en ik geloof dat ik niet meer zo snel erover na zal denken. En daarnaast ben ik ontzettend trots op mezelf dat ik de stap heb gezet om te zeggen hoe ik me ongeveer voel en wat ik wil. Dat is altijd al zwaar voor me geweest. Het is wel virtueel gebeurd, maar alsnog. Beter dan niets zeg ik maar. Vroeger kon ik niet antwoorden op vragen of dingen die me te emotioneel lagen. Of wanneer de meester op een strenge toon iets tegen me zei kon ik niet antwoorden of ik begon al te huilen. Ik heb nooit geweten hoe dit kwam. Wel heb ik geleerd in de loop van de jaren hoe ik me het beste kan inhouden als het ware. Of mezelf kan toespreken dat er niets ergs aan de hand is zodat ik niet weer begin te huilen. Het is een vervelende situatie waar ik me als kind telkens in bevond. Maar wanneer ik ontzettend kwaad op iemand ben en bijvoorbeeld ruzie heb, reken er maar niet op dat ik me kan beheersen. Zoals toen met mijn toemalige ex. We hadden een soort discussie die uitliep tot een kleine ruzie. Ik zat er heel erg mee en ik heb hem opgebeld om te zeggen hoe het zat en wat ik ervan vond. Ik had een trillerige stem, dat wist ik. Maar ook hij wist dat ik (bijna) huilde. Dat heeft hij me later verteld, ik weet niet meer hoe het kwam. Ook toen ik me ontzettend op de kast heb laten jagen. Een groepje bbl‘ers waaronder een van mijn basisschool klasgenoten, zaten ons, nee eigenlijk mij, voortdurend uit te lokken door met dopjes te gooien naar en op mij. Omdat er eigenlijk teveel dingen waren gebeurt tussen die bepaalde personen van het groepje en mij kon ik me niet meer beheersen en na het zoveelste dopje stampte ik op ze af. Ik als verlegen grijze muis dat op een brutaal populair groepje sukkels afstapte. Ik kende ze wel een beetje, maar alsnog. Mijn beste vriendin heeft geprobeerd te filmen maar faalde daarin. Alleen mijn o zo belangrijke kont staat op beeld en je hoort gepraat en geruis van de kantine, maar niet mij praten tegen het groepje. Eigenlijk is dat een van de weinig spannende dingen die ik in deze drie jaar van de middelbare school heb beleefd. Ik had het lef, want ik was zo kwaad. Wanneer ben ik kwaad? Als ik kwaad ben ben ik zo boos op iemand of iets dat ik mezelf niet meer kan beheersen. En wanneer ik dat niet meer kan begin ik te schreeuwen, erna ben ik schor, en heb ik geen controle meer over mijn spieren. Meestal begin ik te huilen, kan ik me ook niet afleren. Het is niet huilen uit verdriet maar uit woede. Mijn lichaam kan volgensmij de emoties woede en verdriet niet uit elkaar houden, want wanneer ik verdrietig ben word ik meestal ook nog kwaad tegelijk. Vaak op mezelf, dat ik mezelf streng toespreek dat het anders moest. Zoals met mijn ingeslapen hond. De hond die geen vlieg kwaad deed, maar wel gromde toen ik als baby in de kinderwagen lag wanneer er een onbekende naar me toe wou. Maar bijten? Nooit van zijn hele leven. Ja, een paar kippen dood gebeten als jonge pup maar daar bleef het ook bij. Ik kroop bij hem in de mand toen ik klein was, trok aan zijn oren omdat ik dat spelen vond. Hij deed niets, vertrok geen spier. Hij vond alles best wat ik bij hem deed. Maar iemand anders? Daar moest hij niet zoveel van hebben. Niet dat hij beet of gromde, maar ik kon aan hem opmerken dat hij het niet fijn vondt. Wat niemand weet is dat ik elke keer onder de douche op het condens schrijf: Ducko, …Op de puntjes staat een tekst dat op dat moment in me op komt. Bijvoorbeeld: Ik mis je. Laat me een voldoende halen op wiskunde etc. Eigenlijk is hij sinds zijn dood mijn bescherm engel geworden. Ik voel me veilig bij alles wat ik doe, omdat ik weet dat hij toekijkt vanuit de hemel en me beschermd voor de gevaarlijke dingen. Ondanks dat ik niet in god geloof. Ik heb geen geloof. Ja, ik geloof in mezelf. Dat ik havo 3 kan halen. Dat ik journaliste kan worden. Maar ook op een andere manier, een manier die ik niet kan omschrijven. Tenminste, nu nog niet. Misschien later, wanneer het me te binnen schiet hoe ik het kan verwoorden.
~
Eigenlijk is de wereld oneerlijk verdeeld. Het ene meisje kan enorm veel snoepen zonder ook maar een enkele kilo (zichtbaar!) aan te komen, zoals ik. Terwijl het andere meisje direct een dikke buik krijgt na een paar broodjes teveel. Vetrollen, iets waar de meeste meiden zich zorgen om maken. Soms laten ze het daardoor zelfs fataal worden. Te gek voor woorden toch? En dat terwijl je maar een keer leeft. Daar geloof ik wel in. Het voelt machteloos wanneer je beste vriendin zich zo laat sollen door die vetrollen die elk slank mens heeft, zelfs ik heb ze. Ze vind me prachtig, ik ben zo slank. Maar lieve schat, zeg ik dan. Herinner je je nog die foto waarop we als ‘bodybuilder‘ staan? Met onze buiken naast elkaar? Wanneer ik die foto aan iemand laat zien vragen ze welke ik van de twee ben. Dat geeft toch juist aan dat ze eigenlijk beide buiken bij mij vinden passen, en jij vindt me slank. Maar hoe koppig ze ook is blijkt wel weer. Ze praat er omheen en gaat gewoon door. Het is niet gezond waarmee ze bezig is. En het ergste is nog wel: ze heeft een afvalmaatje gevonden. Daar komt het wel op neer. Ze praten elkaar gewoon die regelrechte onzin aan. Ik als beste vriendin van haar, die haar al jaren ken en haar heb geaccepteerd zoals ze was (en is!) heb geen enkele kans om haar om te praten. Het is niet meer zoals vroeger. Natuurlijk is het niet meer zoals vroeger. We zijn ouder geworden, maar of we er ook wijzer op zijn geworden? Geen idee. Op dat gebied zij in ieder geval niet. Hoe hard het ook klinkt. Ik laat me niet omver blazen om die vetrolletjes. Sterker nog: ik eet alles wat los en vast zit. En dat terwijl ik het verlegen en onzekere meisje was, en op sommige momenten nogsteeds ben. Terwijl mijn lieve beste vriendin, een van mijn twee beste vriendinnen moet ik daar wel bij vertellen, telkens weer voor me is opgekomen omdat ik helemaal in tranen aan haar vertelde over msn (ze woont 100 kilometer van me vandaan) hoe het met me ging en wat er gebeurd was. Tegen die gemene pestkoppen. Ze maakte me sterker, steeds kreeg ik beetje bij beetje meer zelfvertrouwen. Het deed me goed. Ik werd geen arrogante bitch, absoluut niet (als ik deze zin terug lees denk ik: wat een arrogatie). Maar ik leerde om voor mezelf op te komen, wat ik moest doen in bepaalde situatie‘s en juist niet. Het heeft me zo erg geholpen, al die kleine dingen bij elkaar hebben me uit die ellende gehaald. En zie me nu. Ik ben, wel nogsteeds onzeker, een vrolijk meisje die in de derde zit en havo heeft behaald. Het niveau waar ze de hele tweede klas voor heeft geknockt op tl/havo niveau. Niet dat het erg zwaar was, maar aangezien ik pas halve wege het jaar er echt mee begon was het wel even duimen dat het me uiteindelijk lukte. De eerste dagen, zeg maar gerust de eerste schoolweek, voelde ik me niet op mijn gemak in de klas omdat ik nog niet mijn plekje had gevonden. Nu wel. Ik heb het naar mijn zin in mijn klas en het is er zo ongelovelijk gezellig. Op onze engels docent na. Samen met mijn naam- en eerste letter van mijn achternaamgenoot hebben we zoveel lol om elkaars hatelijke reactie‘s en koosnamen voor die arrogante kwal. Om het netjes te verwoorden: het ligt niet zo tussen ons en die leuke docent van engels. Ten eerste straalt het arrogantie van hem af. Ten tweede doet hij ontzettend achterlijk en gemeen tegen leerlingen, tegen over onze klas. En ten derde, als je zijn les zou gaan opnemen en aan de teamleider zou laten horen zou hij acuut ontslagen worden. Reken daar maar op. Maar dat kan ik niet maken aangezien je geen mobieltjes in de les mag gebruiken en ik daar een straf op zou krijgen, ondanks het feit dat het wel noodzakelijk was. Was? Is. We hebben nog steeds les van die kwab. Helaas. En dat te bedenken dat ik vijftig procent kans heb om met hem op werkweek te gaan naar Londen, ge-wel-dig. ‘Amazing‘. Wauw, het meest sarcastische wat ik ooit heb uitgebracht zwart op wit. Ik moet nu een lolly voor mezelf kopen om het te vieren. Flauw, ik weet het. En daarbij ook een ontzettend oude grap. Ik heb nou eenmaal een droge humor die weinig mensen begrijpen.
Ik plaats dit stukje eigenlijk meer voor de tips, de spelfouten en om de raar opgebouwde zinnen. Dus wanneer je iets ziet waarvan je denkt: dat kan anders, of je ziet een spelfout: laat het me weten. (: