Ik heb ook Latijn gekozen, vooral omdat ik geneeskunde wilde doen, en anatomische namen allemaal latijn zijn. Ik heb ook Ovidius vertaald en mijn leraar noemde hem een âmiddel dichterâ. Wij deden eerst pure proza (Plinius geloof ik), daarna Ovidius, want dat was al iets meer gedicht en iets abstracter, en daarna Vergilius, wat ook ons examen zou worden, want hij was âechtâ dichter zegmaar. Ovidius zân gedichten zijn dus wel te doen.
Van vrienden hoorde ik wisselende verhalen over Grieks. Sommigen waren er ontzettend goed in, maar 1 meisje heeft haar grieks examen alleen maar op het randje gehaald door elke week een paar uur bijles te nemen in het laatste jaar.
De leraar had het er wel altijd over dat Latijn beperkter was dan grieks, en dat je bij Latijn dus ingewikkeldere structuren hebt (meerdere woorden om een bepaalde tijd van een werkwoord te krijgen, waar je bij Grieks 1 woord voor hebt). Maar met Grieks heb je wel allemaal tijden en vormen van werkwoorden die 1 letter of 1 accent verschillen enzo, en waar je dus echt heel goed moet kijken en lezen, of het bijvoorbeeld vtt is of vvt, want anders vertaal je verkeerd