Dit verhaal wordt verteld vanuit het oog van de verteller. Het is iets wat ik zojuist terugvond, en als je meer wil, tell me.
(Dikgedrukt=flashback)
[i]1.
Het is koud. Bibberend kruipt ze wat verder onder haar jas.
Met één oog open kijkt ze door een spleetje in de holle boom. Als ze naar boven kijkt ziet ze de sterren aan een heldere, zwarte lucht staan. De volle maan weerspiegelt over het grote, donkere meer. Ze zit hier nou al sinds zonsondergang. Sinds toen is het er niet veel beter op geworden. Het is donkerder, en kouder, maar gelukkig regent het niet meer. Zachtjes zet ze haar mp3-speler aan, maar deze zet ze na een paar nummers toch weer uit. Ze realiseert zich dat het risico om gevonden te worden dan alleen maar groter word. Na een paar uur begint de vermoeidheid toe te slaan. Haar oogleden worden zwaar, en doordat ze al uren in dezelfde positie zit, beginnen haar voeten te slapen. Niet veel later volgt ook de rest van haar lichaam.
[/i]