Van http://www.justis.nl/Producten/naamswijziging/veelgesteldevragenovervoornaamswijziging/:
Wanneer en hoe kan ik mijn voornaam (laten) wijzigen?
U moet een belangrijke reden hebben om uw voornaam te mogen wijzigen. Bijvoorbeeld omdat u slechte herinneringen aan die naam heeft.
Een verzoek tot voornaamswijziging moet u indienen bij de rechter. Hiervoor kunt u niet terecht bij Justis.
Voor deze procedure bent u verplicht een advocaat in te schakelen. Bij minderjarigen moet de wettelijke vertegenwoordiger van het kind het verzoek indienen. Dit is één van de ouders of de voogd. De rechter beslist of er voldoende reden is om uw voornaam te veranderen.
Bij een voornaamswijziging kan het gaan om het verkrijgen van een nieuwe voornaam, maar ook om het toevoegen of schrappen van een of meerdere voornamen.
U kunt een verzoek tot voornaamswijziging indienen, als:
-bij de aangifte van uw geboorte bij de burgerlijke stand een onjuiste naam is opgegeven;
-uw voornaam niet meer passend is, omdat u een geslachtsverandering heeft ondergaan;
-u uw voornaam lelijk vindt.
Voor het indienen van een verzoek tot voornaamswijziging moet u zelf de kosten van een advocaat betalen. Ook moet u griffierecht betalen. Dat is een bijdrage in de kosten voor de rechtspraak. Als u de kosten van uw advocaat niet helemaal kunt betalen, kunt u in een aantal gevallen in aanmerking komen voor door de overheid gesubsidieerde rechtsbijstand.
Als de rechter met uw verzoek instemt, geeft de rechtbank dit door aan de burgerlijke stand. Uw geboorteakte wordt dan aangepast en uw nieuwe voornaam wordt in de Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) doorgevoerd.
Overheidsinstanties die zijn aangesloten op de GBA ontvangen automatisch de naamswijziging. Aan andere instanties moet u zelf doorgeven dat uw voornaam is gewijzigd. Ook moet u zelf actie ondernemen om bijvoorbeeld uw paspoort, rijbewijs en schooldiploma’s te laten vervangen. Voor meer informatie hierover kunt u terecht bij de gemeente.
Als de rechter uw verzoek afwijst, kunt u in hoger beroep gaan bij het gerechtshof. Dit moet u binnen 3 maanden na de beslissing van de rechter doen. Het gerechtshof bekijkt uw verzoek opnieuw en neemt daarna een beslissing.
Bent u het ook niet eens met de beslissing van het gerechtshof, dan kunt u beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad. Dit moet binnen 3 maanden na de beslissing van het gerechtshof gebeuren. De Hoge Raad bekijkt uw zaak niet meer inhoudelijk, maar gaat alleen na of de rechtsregels juist zijn toegepast. Zowel bij het gerechtshof, als bij de Hoge Raad heeft u een advocaat nodig.
Voila.