Verschil tussen passief en actief transport:
Bij passief transport moet je je een cel voorstellen met een klein gaatje in. Dit gaatje is voor je stof 1 in dit geval. Het gaatje is altijd open! Zoals je weet, wil je lichaam altijd in evenwicht zijn. Dus het wil ook een concentratie-evenwicht zien te krijgen tussen stof 1 binnen en buiten de cel. Daarom zal bij passief transport de richting àltijd van een hoge concentratie naar een lage concentratie gaan (dit is dus in de richting van de concentratiegradiënt, die is altijd van hoog naar laag), tot de beide concentraties (die van buiten en binnen de cel dus) gelijk zijn aan elkaar. In jouw geval echter, wordt stof 1 meteen opgebruikt als het de cel binnenkomt en daarom zal de concentratie daar àltijd lager zijn. Dus zal de beweging van hoge naar lage concentratie niet stoppen. Verder is het altijd belangrijk om te weten dat hoeveel te groter het concentratieverschil, hoeveel te sneller de verplaatsing zal gebeuren. Ook dat zien we in je figuur. Omdat deze beweging in de richting van de concentratiegradiënt normaal is, zal hier ook geen energie (ATP) voor nodig zijn.
In het kort dus, passief transport:
-in de richting van de concentratiegradiënt
-altijd een open ‘poortje’
-geen energie nodig
Bij actief transport echter, heb je een poortje dat niét altijd open is. Omdat je bij actief transport tegen de richting van de concentratiegradiënt in gaat, en dus van een lage naar een hoge concentratie beweegt. (Daarom dat jouw opgave dus eigenlijk niet klopt, want daar gaan ze nog steeds met de concentratiegradiënt mee en dat kan enkel met een pomp, maar als je daar nog niet van hebt gehoord ga je dat niet moeten kennen.) Dit vergt energie, en op dat poortje is aan de binnenkant van de cel een soort ‘slot’. Als er energie aan dat slot bindt (die energie zou je dus kunnen vergelijken met een sleutel) gaat de poort open en kan stof 2 dus wel naar binnen. Dat is je rechte stuk van de figuur. Maar als er geen energie meer is, zal het poortje gesloten blijven, en dat is dus dat stukje van je grafiek die erop volgt, dat er geen stof 2 meer in de cel geraakt, omdat je poort dus gesloten is.
Dus in het kort, actief transport:
-tégen de richting van de concentratiegradiënt in
-poortje normaal gesloten
-energie nodig om poortje te openen
Dan, voor de volledigheid, als je het wat verder zou willen bestuderen, is hier de uitleg van een pomp, MAAR dit ga jij waarschijnlijk niet moeten kennen en als je het niet interessant vindt, of boevenstaande al wat moeilijk vindt, raad ik je aan hier niet naar te kijken en je gewoon bij bovenstaande bezig te houden.
(Een pomp is een mechanisme en een soort actief transport, waarbij je eigenlijk 1 stof uitwisselt voor een andere stof. Dus als je stof X en Y hebt, en X zit buiten de cel in een lage concentratie en binnen de cel in een hoge concentratie, dan zal die stof dus niet vanzelf binnen de cel gaan, want het is tegen de concentratiegradiënt in. Je zou dus denken: Oh, actief transport, en dus energie nodig. Echter, als dit een stof is die volgens een pomp werkt, moet er een andere stof voor uitgewisselt worden als hij naar binnen wilt geraken. Eigenlijk vervang je de energie die bij normaal actief transport nodig is, dus met stof Y) Stof Y zit dan buiten de cel met een hoge concentratie en binnen de cel met een lage concentratie. Deze stof zal dus wél met de concentratiegradiënt mee, en zonder energie te verbruiken, binnen in de cel willen geraken. Als er dan 1 deeltje van stof Y in de cel gaat, creeërt dat energie die ervoor zorgt dat 1 deeltje van stof X op dat moment uitgewisselt kan worden.
Dit is dus het principe van een pomp, en in jouw opgave, als je het helemaal juist wilt doen, is stof 2 eigenlijk gelijk aan stof Y. Maar in denk niét dat je het zo moet kennen omdat dit gewoon geen middelbare leerstof is normaal. Daarom dat ik het ook zo stom vind je zo’n vraag gekregen hebt, maar goed.)