Kan iemand mij helpen..

Van twee verschillende stoffen wordt het transport door een celmembraan heen naar binnen in een cel bestudeerd. Deze stoffen worden verbruikt zodra ze zich in de cel bevinden.
In het diagram is weergegeven welke invloed de concentraties van stof 1 en 2 buiten de cel hebben op de transportsnelheid van deze stoffen door het celmembraan heen.

De diagram staat op het eerste afbeelding als je zoekt op transportsnelheid concentratie

Welke uitspraak is waar?
A Uit de afbeelding blijkt dat beide stoffen actief worden
B Uit de afbeelding blijkt alleen dat stof 1 actief wordt getransporteerd
C Uit de afbeelding blijkt alleen dat stof 2 actief wordt getransporteerd
D Uit de afbeelding blijkt dat geen van beide stoffen actief worden getransporteerd

Begrijpt ieman dit opgave het antwoord is c maar ik begrijp er geen sikkepit van…

Heel erg bedankt

Misschien is het handig om de afbeeldingen bij te voegen…

O natuurlijk
Je moet op transportsnelheid concentratie op Google afbeelding zoeken en de eerste afbeelding dat is de diagram

O thanks jammer dat je het niet begrijpt

Beiden worden actief toch? want ze gaan beiden vooruit
Stof 2 gaat alleen heel snel vooruit en dan gaat het ineens heel langzaam terwijl stof 1 constant blijft wat mogelijk ook wel kan leiden tot antwoord B maar ik heb hier geen kennis over…

Ja dat kan ook maar ik zit echt in een knoop

Stof 1 blijft ‘groot’, terwijl er staat dat als hij in de cel zit hij wordt verbruikt. De grafiek zou dus, net zoals bij stof 2, moeten afbuigen.

Ik weet het ik ben slecht in uitleggen maar ik hoop dat je het zo snapt?

Maar waarom is stof2dan actief

Gaat dit trouwens over osmose oid? In welk jaar/niveau zit je?

Ohh is het niet zo dat stof 1 passief transporteert? Omdat de concentratie buiten de cel groter wordt, dan moet er ook meer getransporteerd worden om de concentratie binnen en buiten de cel in evenwicht te houden.

// dit vond ik ook, verklaren die dikgedrukte dingen misschien waarom stof 2 wel actief transporteert?
Actief transport

  • Kost energie.
    -Gebeurt met behulp van transporteiwitten in het membraan.
    -Transport kan plaatsvinden tegen het concentratieverval in (dus ook van lage naar hoge concentratie).
  • Middelgrote moleculen en ionen (geladen deeltjes) worden actief opgenomen (of afgegeven).
    Bijvoorbeeld:
    -glucose (in het algemeen: monosachariden);
    -aminozuren;
    -K+, Na+, Cl-.
    - Cel bepaalt of deze stoffen wel of niet doorgelaten worden.

Oké, ik vind dit moeilijk om uit te leggen, maar stof 2 is in ieder geval actief, en stof 1 passief.

Je ziet dat bij stof 1 de transportsnelheid en de concentratie van de stof buiten de cel rechtevenredig zijn. Bij passief transport moet er geen energie gebruikt worden (ATP meestal) en is het dus logisch, dat hoeveel te meer concentratie er buiten de cel is, hoeveel te sneller de transportsnelheid zal zijn omdat men een evenwicht wilt hebben tussen de concentraties binnen en buiten de cel. Stof 1 is dus sowieso passief.

Bij stof 2 krijgen we helemaal geen rechtevenredigheid, enkel een klein stukje in het begin. Dit kunnen we zo bekijken: In het begin was er genoeg energie (ATP) om de stof van buiten naar binnen de cel te krijgen, maar na een bepaalde tijd (waar we bij de grafiek een overgang zien.) zal de energie opgebruikt zijn. Hier zal dus de concentratie van stof 2 wel toenemen buiten de cel, maar doordat we hier met actief transport werken, is er energie nodig om die stof in de cel te krijgen, en die energie is op. De transportsnelheid is op dat moment dus 0.

Je snapt toch wat passief en actief transport is eh? Want anders wil ik dat ook nog wel even uitleggen als je me een note stuurt.

(Al moet ik eerlijk zeggen dat ik de vraag fout gesteld vind, want zoals zij het vragen zouden stof 1 passief moeten zijn en stof 2 met een pomp volgens mij. En ik weet niet of je ooit over pompen hebt moeten leren? Maar dat is ook actief transport. Maar goed, ik denk dat mijn uitleg hier wel klopt zoals zij het willen en dat je er niet nog verder over moet nadenken.)

Wow meiden(vooral daenerys) ik ben jullie dankbaar ik begrijp het!! :upside_down_face: :bowing_man:

Verschil tussen passief en actief transport:

Bij passief transport moet je je een cel voorstellen met een klein gaatje in. Dit gaatje is voor je stof 1 in dit geval. Het gaatje is altijd open! Zoals je weet, wil je lichaam altijd in evenwicht zijn. Dus het wil ook een concentratie-evenwicht zien te krijgen tussen stof 1 binnen en buiten de cel. Daarom zal bij passief transport de richting àltijd van een hoge concentratie naar een lage concentratie gaan (dit is dus in de richting van de concentratiegradiënt, die is altijd van hoog naar laag), tot de beide concentraties (die van buiten en binnen de cel dus) gelijk zijn aan elkaar. In jouw geval echter, wordt stof 1 meteen opgebruikt als het de cel binnenkomt en daarom zal de concentratie daar àltijd lager zijn. Dus zal de beweging van hoge naar lage concentratie niet stoppen. Verder is het altijd belangrijk om te weten dat hoeveel te groter het concentratieverschil, hoeveel te sneller de verplaatsing zal gebeuren. Ook dat zien we in je figuur. Omdat deze beweging in de richting van de concentratiegradiënt normaal is, zal hier ook geen energie (ATP) voor nodig zijn.

In het kort dus, passief transport:
-in de richting van de concentratiegradiënt
-altijd een open ‘poortje’
-geen energie nodig

Bij actief transport echter, heb je een poortje dat niét altijd open is. Omdat je bij actief transport tegen de richting van de concentratiegradiënt in gaat, en dus van een lage naar een hoge concentratie beweegt. (Daarom dat jouw opgave dus eigenlijk niet klopt, want daar gaan ze nog steeds met de concentratiegradiënt mee en dat kan enkel met een pomp, maar als je daar nog niet van hebt gehoord ga je dat niet moeten kennen.) Dit vergt energie, en op dat poortje is aan de binnenkant van de cel een soort ‘slot’. Als er energie aan dat slot bindt (die energie zou je dus kunnen vergelijken met een sleutel) gaat de poort open en kan stof 2 dus wel naar binnen. Dat is je rechte stuk van de figuur. Maar als er geen energie meer is, zal het poortje gesloten blijven, en dat is dus dat stukje van je grafiek die erop volgt, dat er geen stof 2 meer in de cel geraakt, omdat je poort dus gesloten is.

Dus in het kort, actief transport:
-tégen de richting van de concentratiegradiënt in
-poortje normaal gesloten
-energie nodig om poortje te openen

Dan, voor de volledigheid, als je het wat verder zou willen bestuderen, is hier de uitleg van een pomp, MAAR dit ga jij waarschijnlijk niet moeten kennen en als je het niet interessant vindt, of boevenstaande al wat moeilijk vindt, raad ik je aan hier niet naar te kijken en je gewoon bij bovenstaande bezig te houden.

(Een pomp is een mechanisme en een soort actief transport, waarbij je eigenlijk 1 stof uitwisselt voor een andere stof. Dus als je stof X en Y hebt, en X zit buiten de cel in een lage concentratie en binnen de cel in een hoge concentratie, dan zal die stof dus niet vanzelf binnen de cel gaan, want het is tegen de concentratiegradiënt in. Je zou dus denken: Oh, actief transport, en dus energie nodig. Echter, als dit een stof is die volgens een pomp werkt, moet er een andere stof voor uitgewisselt worden als hij naar binnen wilt geraken. Eigenlijk vervang je de energie die bij normaal actief transport nodig is, dus met stof Y) Stof Y zit dan buiten de cel met een hoge concentratie en binnen de cel met een lage concentratie. Deze stof zal dus wél met de concentratiegradiënt mee, en zonder energie te verbruiken, binnen in de cel willen geraken. Als er dan 1 deeltje van stof Y in de cel gaat, creeërt dat energie die ervoor zorgt dat 1 deeltje van stof X op dat moment uitgewisselt kan worden.

Dit is dus het principe van een pomp, en in jouw opgave, als je het helemaal juist wilt doen, is stof 2 eigenlijk gelijk aan stof Y. Maar in denk niét dat je het zo moet kennen omdat dit gewoon geen middelbare leerstof is normaal. Daarom dat ik het ook zo stom vind je zo’n vraag gekregen hebt, maar goed.)

(Oké, even voor iedereen denkt dat ik in het wilde weg op mezelf reageer: ik had gevraagd of de ts me vraagjes in een note wilde sturen zodat ik niet telkens dit topic moest checken. Maar in een note antwoorden is superonhandig omdat ik geen alineas kan maken daar, dus antwoord ik hier.)

Dus, stof 1 snap je ondertussen, dan ga ik nu enkel stof 2 nog eens uitleggen.

Stel je voor dat je voor stof 2 eigenlijk 10 poortjes hebt. In het begin is er weinig stof 2 aan de buitenkant van de cel. Laat ons zeggen in het begin: 1 deeltje. Dan gaat 1 poortje ‘actief’ worden. Als er 2 deeltjes zijn, worden 2 poortjes actief. Hoeveel te meer poortjes actief zijn, zoveel te hoger de snelheid natuurlijk. (Bijvoorbeeld: per minuut gaat er 1 stofje door het poortje, is, er 1 poortje actief, zul je dus een snelheid hebben van 1 stofje per minuut, maar heb je 10 poortjes die werken, zul je een snelheid hebben van 10 stofjes per minuut!) MAAR we hebben geen onbeperkt aantal poortjes, we hebben maar 10 poortjes. De overgang in je grafiek, wilt zeggen dat je daar op een concentratie van 10 deeltjes bent gekomen. Alle poortjes zijn daar al in gebruik, en als je 11 stofjes zou krijgen (dus je concentratie verhoogd) zullen er nog steeds maar 10 poortjes in gebruik zijn (dus een snelheid van 10 deeltjes per minuut) omdat er gewoon geen 11 poortjes zijn. Zelfs al zouden er 100 deeltjes van stof 2 aan de buitenkant zijn, die max. snelheid zal hetzelfde blijven.

Ik hoop dat het zo duidelijk is, want ik vind het nogal moeilijk om uit te leggen zonder de grafiek te kunnen aanduiden ondertussen.

Ik kan echt een ding zeggen je bent SCHAT hel erg bedankt :bowing_man: :hugs:

Nog snel even iets, ik heb gezien dat ik in mijn eerste post een foutje heb gezet, dat je zelf trouwens hebt opgemerkt! Ik had te snel naar de grafiek gekeken en dus bij stof 2 gezegd dat de snelheid ineens 0 werd en de energie dus op was (alle poortjes gesloten) dit is dus fout. Dat zei je zelf al, dan zou je grafiek dus een snelheid van 0 moeten krijgen en dus moeten dalen! Hier heb je bij stof 2 dus wél genoeg energie, gewoon niet genoeg poortjes. Het kan dus wel dat je op je test een oefening krijgt waar je energie wel op is, maar dan moét de grafiek dalen.

Bij stof 1 zei ik dat de poortjes altijd open blijven, dit klopt, maar je mag veronderstellen dat je een oneindig aantal poortjes hebt. (Want in principe heb je bij passief transport zo’n kleine moleculen dat ze gewoon door de celwand kunnen) Bij een passieve stof ge je dus nooit een constante snelheid of een daling in snelheid krijgen, maar ALTIJD een rechte zoals jij hebt gekregen. Als je zoiets krijgt weet je altijd dat de stof passief is.

Oprecht benieuwd wanneer deze hel me te wachten staat

Welke jaar zit je pursuit