Just a game.

Dit is geïnspireerd op het liedje Just a game van Birdy. Het heeft echter NIETS te maken met The Hunger Games.

Waarschuwing onthoud één ding goed; “Never forget who you are.”

Proloog.
Je kan er wel over fantaseren dat alles later goed is, maar dit is nu, en nu is het mooi klote
De tranen stromen over haar wangen, maar ze neemt niet de moeite om ze weg te vegen. Ze vraagt zich af wat ze zich nu weer op haar hals heeft gehaald. Maar het begon allemaal zo onschuldig. Het was alleen maar een van haar vele dromen, haar mooie fantasiewerelden. Ze heeft er zo’n grote puinhoop van gemaakt en nu raken haar dierbaren betrokken bij haar sterke fantasie; dat allang geen fantasie meer is. Dit was niet haar bedoeling. Ze kan alleen maar bidden dat niemand betrokken raakt, of dat iemand haar kan helpen haar eigen fantasie te overwinnen. Haar fantasie, die werkelijkheid is geworden.
“Vergeet nooit wie je bent,’’ fluistert ze met haar heldere zachte stem. Ze weet dat ze dit zelf niet kan nakomen. Ze zal zich verliezen aan haar fantasie, zolang Lynn maar zich zelf blijft. Dat is het belangrijkste.

I don’t know where I Am.
“Nee, absoluut onmogelijk. Dit kan niet waar zijn, dit kan gewoon niet. Dit heeft ze nooit gewild. Waarom ben je hier gekomen? Waarom?”
Ik schrik van een boze stem, maar het lukt me niet om mijn ogen te openen. Het voelt net alsof er gewichtjes op mijn oogleden liggen, die te zwaar zijn om op te tillen. Wie is er bij me? Waar ben ik?
“Snap je dan niet dat ik je hiervoor wou beschermen? Ik hou van je! Verdomme.”
Ik voel dat er iets zachts op mijn lippen drukt. Geeft iemand me nou een kus? Ik voel iets nats op mijn huid en ik besef dat iemand aan het huilen is. Iemand die van me houd. Iemand die ik absoluut niet ken.
Op het moment dat het eindelijk lukt om mijn ogen te openen is het te laat. Ik ben alleen. Wie was dat? In eerste instantie wil ik mijn ogen meteen weer sluiten.
Ik voel namelijk een hoofdpijn opkomen. Mijn keel brandt, maar daar besteed ik verder geen aandacht aan. De koele bodem onder mij voelt onbekend, maar ook dat negeer ik. Ik weet niet waarom, maar ik heb het dringende gevoel dat ik nu meteen de omgeving moet verkennen. Dat gevoel is zo sterk dat mijn andere emoties nu even onbelangrijk zijn.
Met enige moeite open ik toch mijn ogen en de kleuren zijn overweldigend. Meteen vergeet ik de vreemde aanwezigheid van net. Voorzichtig ga ik rechtop zitten, zodat ik beter om me heen kan kijken. Automatisch pak ik mijn schetsboek die in het kleine rugtasje op mijn rug zit. Omdat ik bang ben dat dit beeld elk moment kan verdwijnen, moet ik het zo snel mogelijk vastleggen. Die drang heb ik mijn hele leven al en daarom heb ik mijn schetspullen altijd bij me. De omgeving is belangrijk en ik heb het gevoel dat ik dit moet onthouden voor later.
De meeste mensen zouden op dit moment in paniek raken. Ik denk alleen maar aan tekenen. Maar ik snap hen wel hoor. Hoe kun je nou ergens op een plek die je nog nooit eerder hebt gezien wakker worden? Ik vind het niet eng. In tegendeel, van dit soort mysterieuze dingen houd ik juist. Daarom hoop ik ook vurig dat dit geen droom is, maar als dit wel een droom is dan hoop ik dat ik voorlopig niet wakker word. Dan kan ik de omgeving goed verkennen, zodat ik die kan schetsen op het moment dat ik wakker word.
Ik begin eerst mijn kleuren te verzamelen, om de lucht te tekenen en ik weet zeker dat ik deze kleur nooit op papier ga krijgen. Na een tijdje kijk ik naar de kleur die op mijn papier staat. Het is weliswaar een mooie kleur, maar het komt niet echt dichtbij de kleur van deze lucht. Terplekke besluit ik de kleur van deze lucht mijn lievelingskleur word, ook al bestaat er de kans dat ik deze kleur nooit meer terug zie.
Nu de lucht af is kan ik beginnen aan de vogels die door de lucht vliegen. Ik houd erg van de natuur en heb al veel dieren getekend, maar ik geloof niet dat ik deze vogel ooit ben tegen gekomen. Er klopt iets niet aan ze, maar ik kan er niet helemaal mijn vinger op leggen. Ze lijken net robots, misschien is dat het wel. Het zijn twee vogels die precies naast elkaar vliegen, in een rechte lijn. Dat is toch eng? De lijn is zo recht dat ik mijn liniaal moet gebruiken om het weer te geven. Ik schets netter dan dat ik in eerste geval zou doen, maar het is hier zo bijzonder dat ik me geen fouten kan permitteren. Ik weet niet waar ‘hier’ is, maar ik weet wel dat ik niet meer in Amerika ben, waar ik woon. In Amerika is de lucht vuiler en het zou me daar tenminste een beetje bekend voorkomen. Waar ben ik?

I know, fantasie is een mooi woord en ook één van mijn favoriete woorden, maar het wordt een beetje vaak gebruikt. Misschien kun je het anders proberen te verwoorden?

Ik ben benieuwd. Nog een stukje?

Wat een superbegin.

Fivenne (Merel) heeft wel een beetje gelijk.
Ik denk dat het woord Fantasie wel in je verhaal past, maar misschien moet je het dan inderdaad iets minder gebruiken.
Verder lijkt het me echt een super verhaal, en ik volg dus!

Bedankt voor de tip! Dat had ik niet door haha.
Morgen plaats ik een nieuw stukje =)

Sorry! Had geen tijd, extra groot stukje :3
Comments? :stuck_out_tongue:

Het valt me op dat het hier doodstil is, bijna te stil. De perfecte stilte om foto’s te maken. Op foto’s kun je het geluid toch niet vastleggen, dus het is alleen maar mooi als het stil is om je heen, zodat je je kunt concentreren.
Ik ben altijd de uitzondering van de familie, de uitzondering van alle mensen die ik ken. Iedereen die ik ken vindt stiltes angstaanjagend, dus ik ben hier ook de uitzondering, want ik vind deze rust wel even fijn.
In Amerika is het bijna nooit stil, want altijd hoor je wel auto’s voorbij razen. Dat geluid geeft me zo’n benauwd gevoel! Net alsof je geen vrijheid hebt, alsof je altijd moet uitkijken dat je niet tegen een auto oploopt.
Het is niets voor mij om te leven met angst. Ik ben het soort meisje dat in vrijheid wilt leven. Nee, je hoeft mij niet te zeggen wat ik moet doen. Dat accepteer ik gewoonweg niet. Daarom wordt mijn gedrag altijd bestempelt als ‘lastig’. Alleen maar omdat ik niet wil luisteren. Het gaat er niet om dat ik niet luister. Het gaat er bij mij om dat je mij niet kunt dwingen om iets te doen. Gelukkig weet mijn familie dit nu, en vragen ze op een aardige manier of ik iets wil doen. Natuurlijk kun je dit van de docenten niet vragen, hun huiswerk is verplicht. En omdat ik daar veel moeite mee heb, zit ik op een speciale creatieve school. Ik mag mijn planning zelf indelen, zolang mijn cijfers er maar niet onder lijden. Een regel die ik wel kan accepteren.
In Amerika is zelfs het park verpest. Motors zijn natuurlijk verboden in het park, maar wie houdt die hangjongeren tegen? Ja, soms komt de politie langs, maar op de een onif andere manier weten de jongeren altijd wanneer, zodat de politie niet meer aantreft dan lege bierflesjes en sigaretten.
Stiekem vind ik de hangjongeren wel leuk. Ze zijn stoer, en doen net alsof ze zich nergens iets van aantrekken. Waarschijnlijk doen ze dat ook niet. Ik leef best vrij, maar ik denk altijd te veel aan anderen. Ik wou dat ik mezelf op de eerste plaats kon zetten, maar ik weet nu al dat ik mezelf dan egoïstisch ga vinden.
Thuis is ook één van de redenen waarom ik de stilte fijn vind. Thuis is het namelijk ook nooit rustig. Met die jongere zusjes en twee jongere broertjes is er altijd wel leven in huis. Natuurlijk is dat wel gezellig, maar ik wil ook een plekje voor mezelf. Als de oudste thuis draai ik ook nog eens voor de meeste klusjes op. Ik ben altijd degene die de schuld krijgt van dingen. Omdat ik de “kleintjes” niet onder controle heb gehouden krijg ik op mijn kop. In Amerika heb ik dus ook geen ruimte voor mezelf, altijd is er wel iemand bij me. Dus nu het eindelijk een keer stil is geniet ik ervan.
Hoelang heb ik wel niet naar deze stilte verlangt? Hoe vaak heb ik mijn huiswerk niet afkregen, omdat ik weer eens lastig gevallen werd? Ik wou dat we een plek zoals deze in Amerika hadden. Dan zou ik er uren lang kunnen zitten. Als we zo’n plek hadden zou ik hier mijn huiswerk maken. Hier zou ik al mijn boeken uitlezen.
Lezen is ook één van mijn hobby’s. Helaas word ik thuis altijd gestoord tijdens het lezen, waardoor het moeilijk is om me in een verhaal te verdiepen.
Dit is zo’n plek waar ik mijn date naar toe zou nemen. Dan moet ik trouwens wel eerst een date hebben. Het is niet dat jongens mij niet leuk vinden, in tegendeel. Maar het zijn altijd de verkeerde jongens die mij leuk vinden.
Eigenlijk zou ik een keer uit willen met één van de hangjongeren, gewoon een keer wat anders. Ik wil spanning in mijn leven, de sleur doorbreken.
Ik vind het altijd moeilijk om nee te zeggen als een jongen mij uitvraagt. Ik ben dan altijd bang dat ik hem kwets. Meestal gaan we dan naar de bioscoop, of uiteten, maar er is nog nooit iets uitgekomen.
Eigenlijk is dat ook wel gemeen van mij. Ik geef de jongens valse hoop, maar nee zeggen vind ik nog moeilijker.
Misschien verwacht ik ook wel te veel van iemand. Jammer genoeg kan ik niet eeuwig blijven dromen van een prins op het witte paard. Al is dat wel wat ik wil, een echte prins. Ik wil niet zo’n jongen die rookt en altijd dronken of stoned is. Daarom vallen de hangjongeren af, hoe stoer ik ze ook vind. Nee, ik wil een jongen die alle aandacht voor mij heeft. Mijn vriendje moet me het hof maken, maar ook eerlijk tegen me zijn als ik me onacceptabel gedraag. Ik wil een jongen die sterk in zijn schoenen staat, en er niet bang voor is om tegen me in te gaan. Niet dat hij moet gaan zeggen wat ik moet doen, want dat accepteer ik dus niet. Maar hij mag best een discussie aangaan, dat vind ik juist leuk. Ik begin te beseffen dat ik best wel gecompliceerd ben. Misschien moet ik eerst goed nadenken wat ik wil.
Door de stilte lijkt het alsof ik alleen ben, maar ik voel de aanwezigheid om me heen. De aanwezigheid van wie of wat? Ik zou het niet weten. Het enige dat ik weet is dat ik hier snel weg moet. Er gaat iets gebeuren, ik voel het.
Misschien haalt iemand gewoon een grapje met mij uit. Mijn vriendinnen bijvoorbeeld, die zijn namelijk knettergek. Hoe vaak is het nou gebeurd dat ik ergens anders wakker ben geworden, dan waar ik in slaap ben gevallen. Ik slaap erg diep, dus voor mijn vriendinnen is het nooit moeilijk geweest om een grapje uit te halen in mijn slaap. De keren dat ze iets gedaan hebben zijn niet te tellen. Maar ik moet toegeven, als dit een grap van mijn vriendinnen is, dan hebben ze het deze keer wel heel goed geregeld. Ze weten natuurlijk dat ik van dit soort dingen houd, maar ik zou echt niet weten hoe ze zo’n lucht tevoorschijn hebben gehaald.
Het kan natuurlijk ook veel erger zijn. In het ergste geval ben ik ontvoerd. Het kan zijn dat iemand wat in mijn drankje heeft gedaan, en me naar deze plek heeft gebracht. Hoe vaak heeft mijn moeder me niet gewaarschuwd dat ik op mijn drinken moet passen in een discotheek? Je leest veel te vaak in de krant dat er iemand ontvoerd is, maar je staat er nooit bij stil dat het jou ook kan overkomen.
Toch verwerp ik de gedachten dat ik ontvoerd ben snel. Een moordenaar zou zijn slachtoffer nooit alleen in een landschap laten liggen, toch? Of is de dader dichter bij me dan dat ik denk?
Nee Lynn, kom op. Spreek ik mezelf in gedachten streng toe. Anders blijf ik doorgaan totdat ik bij een veel erger verhaal uitkom. Dit doe ik namelijk altijd. Eigenlijk heb ik het altijd erger gemaakt dan dat het was. Maar ik heb het gevoel dat er deze keer echt wat aan de hand is.
Mijn vriendinnen zeggen altijd dat ik te veel fantasie heb, en daar kunnen ze op zich wel gelijk in hebben. Maar waarom zou ik niet in sprookjes mogen geloven? Alleen maar omdat ik er nog nooit één heb mee gemaakt? Dat is onzin!
Het idee dat dit een sprookje is stelt me een beetje gerust, een sprookje loopt altijd goed af en eindigt met ‘en ze leven nog lang en gelukkig.’ Al zou het in mijn geval zijn ‘en ze leeft nog lang en gelukkig’ aangezien ik helemaal alleen ben.
Het gevoel mdat er dit keer echt wat bijzonders aan de hand is groeit. Misschien volgt mijn leven deze keer een filmscenario. Dat zou ik echt geweldig vinden, dat doorbreekt de sleur van het dagelijks leven in iedere geval een beetje.
Er schiet een wild idee door mijn hoofd, dat ik niet kan loslaten. Het klinkt waarschijnlijk belachelijk, maar misschien is dit wel mijn levensopdracht.
Ik ben er altijd heilig van overtuigt geweest dat ieder mens een bepaald doel heeft in zijn leven. Dat je een bepaalde opdracht moet voltooien zodat je naar de volgende levensfase mag gaan. Naar mijn idee was de volgende fase altijd de dood. Je opdracht zou net voor je dood moeten komen toch? Nou ja, ik kan niet altijd gelijk hebben. Al zou ik dat wel willen.
“Hallo? Hoort er geen gids te zijn die me op weg helpt? Zo horen dit soort dingen toch altijd te gaan? Of had ik dat ook mis?.”
Helaas wordt het me toch iets moeilijker gemaakt, want ik krijg geen enkele reactie. Als er net dan al iemand bij me was, is het zeker dat die nu ver weg is. Mijn stemgeluid sterft weg. Ik besluit om maar rechtop te gaan zitten, omdat ik dat nog steeds niet heb gedaan. Het is inderdaad een soort weiland waar ik ben, maar het is nog groter dan ik dacht dat het was. Het gras lijkt net iets te fel te zijn. Alsof het is geproduceerd door een fabriek. Eigenlijk is dat nog niet eens zo een heel gek idee. Als de gemeente in Engeland opeens vind dat we te weinig groen in de stad hebben, komt er ook zo een nep groen gekleurd grasveld. Alleen wat kleiner dan dit. Oké, veel kleiner dan dit.
Opeens besef ik me dat ik alleen nog maar naar dit weiland heb gekeken. Andere mensen zouden allang de omgeving verkent hebben. Of ze zouden nu ergens in een hoekje zitten huilen omdat ze niet weten wat hen overkomt. Misschien moet ik maar eens gaan kijken waar ik echt ben…
“Oké, dan ga ik nu maar een kant op lopen. Is dat goed?”
Omdat ik nog steeds geen antwoord krijg, besluit ik maar om op weg te gaan.

… Telkens als ik jou titel zie denk ik weer aan “de game” en verlies ik! Maarja, ik volg je verhaal wel :stuck_out_tongue:

Haha ;x
Maar leuk dat je volgt! ^^
Ja. Dit is stiekem een up.

Up ;3