Hoooiii allemaal!
ik heb erg getwijfeld of ik dit wel wilde plaatsen maar ik werd ook wel erg benieuwd naar wat andere er van vonden. Hopelijk vinden jullie het wat.
Korte samenvatting: het gaat over Vivian, een 16-jarig meisje dat een heel normaal leven leid tot haar verleden haar inhaalt en haar leven een geheel andere wending geeft.
‘’Kate, wacht even’’ hoor ik als ik naar buiten loop. Ik draai me om, natuurlijk is het frank. Verbaasd het me nog? Ik doe alsof ik hem niet gezien heb en loop naar mijn fiets. Waarom moet hij nou het hele schoolplein laten weten dat hij me zoekt, die make-up dozen staan me ook weer aan te gapen. Vandaag is niet mijn dag, vanmiddag werd het bekend dat mijn vader drugs dealt waardoor ze me allemaal aan staren alsof ik dan ook gelijk junk ben. Ik heb mijn Louise Vuitton tas gepakt mijn borsten omhoog geduwd, mijn rug gerecht en iedereen een vernietigende blik gegeven terwijl ik zo snel mogelijk naar buiten liep. Hoe durven zij mij belachelijk te maken! Als ik degene die dit heeft verteld te pakken krijg wordt dat zijn dood beloof ik mezelf. “Kate? Heb ik je aandacht?” Ik was alweer helemaal vergeten dat Frank me riep en kom terug naar de realiteit. Wat moet je Frank. Zo charmant als hij is lacht hij vriendelijk voordat hij me zijn vraag stelt, “ik vroeg me af of je nu je junk bent ook als hoer gaat werken want in dat geval wil ik wel…” ik sla hem zo hard in zijn gezicht dat hij me boos en verbijsterd aankijkt. Ik loop door en laat hem achter me, wat een zak. Bij mijn fiets aangekomen ram ik het sleuteltje erin en rij zo snel mogelijk naar mijn favoriete plek in het park.
Na tien minuten ben ik eindelijk in het park. Ik stap af en loop de heuvel op en plof neer. Vroeger kwam ik hier graag met mijn beste vriendin Vivian. We bleven uren hier zitten, pratend over jongens en hoe stom de wereld wel niet was. Het uitzicht hier doet me denken aan een scenario uit 500 days of Summer. Voor me ligt een meer met in het midden een kunstwerk dat verdacht veel weg heeft van een beer maar dat is het niet het staat symbool voor de vrede. Ik zet Vivian uit m’n hoofd, ze is verleden tijd. Ik zie hoe een hond langs rent met achter hem aan een volwassen man in pak, wat zal hij zich bekeken voelen bedenk ik mezelf. Mijn gedachtes dwalen af naar vroeger, hoe Vivian en ik hierom hadden gelachen maar nu, nu doet het me helemaal niets. Ik denk aan hoe we de een kat hadden gered uit het water en hoe we een gepeste jongen van zijn problemen afhielpen. We hadden ons talent voor vechten gebruikt. Geen van beide zaten we op een vechtsport, het kwam door mijn achtergrond. Mijn vader was meer dan een dealer, hij was een crimineel. Hij stal spullen, hij martelde mensen en liet ze door andere vermoorden. De politie heeft dat –hoe triest ook- nooit kunnen bewijzen. Hij leerde me hoe ik mezelf kon beschermen tegen zijn vijanden, de nabestaande van het slachtoffer meestal. Ik leerde Vivian kennen via zijn wereld, de onderwereld van Nederland. Haar moeder was alcoholist en haar vader was hetzelfde als de mijne. Mijn moeder was gelukkig geen alcoholist, ze was een beschaafde vrouw die op kantoor werkte, nadat ze weg ging bij mijn vader heb ik hem nooit meer gezien en wordt er nooit meer over hem gesproken. Ik ging op een vrijdag naar Vivian toe, we stonden op het punt een film aan te zetten toen er gewapende mannen binnen stormde en zei dat iedereen moest gaan liggen. We stonden boven verstijfd te luisteren wat er gebeurde. Er klonken voetstappen op de trap, ze liepen richting ons.