Floor’s moeder is dood, haar vriendin verlaat haar, en haar vriend maakt het om een rare reden uit. Haar vader is alcoholist en slaat haar. Op een nacht slaat hij haar dood en zal Floor verder leven als geest samen met haar moeder en Lily. Richard haar vriend, heeft echt spijt. Wat gaat er gebeuren?
http://www.radiobeverwijk…o/2008-03-19_16_51_39.jpg
Dat is Floor! (het lijkt alsof ze geen bruin haar heeft, maar komt omdat de foto zwart/wit is.)
Ik had hem gebruikt voor een wedstrijd, (n.l. http://forum.girlscene.nl…message/3822087#m3822087. )
En wou ermee doorgaan, dus hier, het begin!:
—Floor—
23.00 Staat er op mijn wekker. Ik hoor iemand de trap opkomen, dat zal pap wel zijn die wil gaan slapen, nou ja slapen, weer in een soort van coma raakt. Zo kun je het beter noemen…
Sinds mama dood is drinkt hij alleen nog maar, eerst weinig, maar steeds meer.
Hij drinkt zichzelf nog een keer in een coma.
23.15 Nu zal hij wel slapen, en kan ik gerust de trap af het huis uit. Ik ga mijn bed uit, trek mijn pyjama uit, en doe de kleren aan die ik vandaag aanhad; mijn lievelings skinny jeans, een paars jurkje tot net iets boven mijn knieën. Gouden riem eromheen, elastiekje in mijn lange bruine haren, Nike’s aan, en wegwezen! Ik loop voorzichtig de trap af, hij mag dan wel slapen, maar ik kan maar beter voorzichtig zijn… Je weet maar nooit… Veilig kom ik beneden aan, doe de deur open en stap erdoor. Deur dicht en begin dan te lopen, op naar het verlaten huis in het bos, naar Lily toe. Ik weet het nog precies. Hoe ik daar toen terechtkwam.
Het is midden in de nacht, maar ik kan niet slapen, van verdriet en van pijn niet. Telkens moet ik weer aan mama denken, en aan de snelweg… En wat papa me vandaag aangedaan heeft, daar komt de pijn van… Ik ga maar wandelen, en loop het huis uit, het spoor over en dan het bos in. En daar verderop staat het, het huis waarvan iedereen zet dat het spookt. Maar ik kan ze zien, dus het maakt me niet uit als ze daar ook zijn. Ik loop het huis in en zie dan een geest. Ik vraag haar hoe ze heet. ‘‘Lily.’’ is het antwoord dat ik krijg. Ik weet niet hoe ik haar uiterlijk moet beschrijven, ze is zo mooi, zo knap… Dan begin ik maar met praten, en ik vertel over mijn leven, en zij luistert en snapt me, misschien heb ik dan eindelijk een vriendin gevonden!
‘‘Lily, ik ben er weer!’’ roep ik door het huis wanneer ik de deur open gemaakt heb. Dan komt Lily op me af en zegt, ‘‘Er is iemand gekomen, voor jou!’’ iemand gekomen, voor mij? Wie dan? En ik kijk Lily vragend aan. Dan zegt ze: ‘‘Haar naam is Ellen Sims.’’ de naam zegt ze extra langzaam om me in spanning te houden. Maar dat betekent dat, maar dat is… ‘‘Mama! Waar ben je?’’ en ik kijk snel zoekend de kamer af waar we nu zijn. Dan komt ze eraan, mijn mama, die voor me gezorgd heeft zolang ze kon. En ik hou nog steeds van haar! Ik wil haar een knuffel geven, maar het lukt neit. Ik kan haar niet aanraken. Allerlei emoties gaan door me heen, verdriet, angst en nog veel meer. ‘‘Waarom mag ik je geen knuffel geven?’’ vraag ik huilerig aan mijn moeder. ‘‘Omdat dat niet mag, geesten en mensen mogen geen lichamelijk contact maken. Hoe graag je het ook wil. Stil nou maar, we kunnen elkaar tenminste zien, dat is al heel wat.’’ ik wordt al weer wat rustiger en ze vraagt: ‘‘Wil je even met me in het bos wandelen? Kunnen we even kletsen.’’ ze vraagt het niet echt, want ze loopt al naar de deur toe. Snel loop ik haar achterna.
‘‘Nou, hoe gaat het op school en thuis, met je vriendinnen? Ga je over naar het vijfde?’’ ze heeft geen idee wat voor een leven mijn hel is, denk ik boos. Boos op alles wat fout in mijn leven. ‘‘Nee, sinds jij dood bent begin dit jaar haal ik alleen nog maar onvoldoendes. Richard heeft het uit gemaakt, en Leonne laat me stikken voor Erica. ik heb niks meer om voor te leven.’’ en ik barst weer in snikken uit, als of ik heel de wereld wil laten merken wat ze me allemaal aandoen, en als of ik ook heel de wereld kan onder huilen. iedereen kan laten verdrinken in mijn tranen. iedereen die mij pijn in het hart heeft gegeven. Mama kijkt me doordringend aan. ‘‘En papa dan? Ik weet zeker dat hij zielsveel van je houd.’’ ‘‘Nou, dat laat hij lekker merken, het enige wat hij doet is drinken. En hij zegt dat het mijn schuld is dat jij dood bent! Daarom slaat hij me, en hij schopt, en ga zo maar door!’’ we komen bij een open plek aan en staan stil. Na een hele tijd stil zijn, maken ons gesprek af en ik ga naar huis.
Als ik thuis kom staat mijn vader voor de deur. ‘‘Zeg waar was jij, zo midden in de nacht? Zeker weer de slet uit hangen!’’ Hij komt op me af en slaat me. En nog een keer. ‘‘Geef antwoord! Wat deed je en waar was je!’’ hij schreeuwt het uit van woede. Maar ik denk er niet over om over het bos te vertellen, of over het huis. En laat staan over mama. Of over dat ik geesten kan zien. Dat is mijn geheim, daar zal nooit iemand achter komen. Mijn vader ziet dat ik niks zeg en merkt dat ik ook niks ga zeggen, ondertussen sta ik nog steeds voor de deur. Hij is het zat en geeft me een klap, en trap me. Steeds harder, in mijn maag, mijn hoofd, overal waar hij me kan raken. De laatste trap die ik voel, is in mijn gezicht. Ik zie niks meer. Nee! Ik mag niet blind zijn! Dan krijg ik nog een trap, en dan sluit ik mijn ogen en blaas voor de laatste keer mijn adem uit…
Ik hoor gillende sirenes en zie de politiewagens en ambulance naderen. Ik vraag me af wat er is. Ik leef toch nog? Ik kijk in het rond, en daar, voor de deur. Ligt een meisje. Ze lijkt op mij. Maar wat doet ze dan voor mijn huis? Een van de politieagenten gaat het huis in. En haalt even later mijn vader op. Wat heeft hij er mee te maken? Ik kijk nog eens goed naar het meisje dat nu op de brancard ligt en schrik. Dat ben ik! Ik word spierwit. Maar hoe kan ik nu daar en hier tegelijk zijn? dat kan niet! Of ik moet… Nee, ik zal toch geen geest zijn of wel? Mijn vader wordt de politiewagen in gezet en moet mee naar het bureau. Stiekem kruip ik ook de auto in, zonder dat iemand het merkt, of nou ja, de geest ik. Want ik ben ervan overtuigd dat ik een geest ben.
Op het politiebureau wordt mijn vader nog niet verhoord, over of hij mij dus echt doodgeslagen heeft, dat gebeurt morgen. En tot die tijd zit hij in de cel. Om half 4 zal het gesprek hier plaatsvinden, en ik zal er zijn. Ook komt er een vrouw, ze is oud. Maar ze lijkt heel zacht en lief. Ze heeft alles gezien en hgehoord en meot dus getuige spelen. Papa gaat nu de cel in en ik heb er genoeg van. Met die verhoring morgen om half 4 zal ik er zijn!
Ik ga weg, naar het huisje in het bos. Naar mama toe! Nu kan ik haar eindelijk knuffelen. Is er toch een voordeel waarom ik me niet meer zo leeg hoef te voelen, want ik kan naar mijn moeder toe!
→ Reacties?