Hee hee,
Ik zit in de 3de van het vmbo theoretische leerweg, maar voirge jaar zou ik heel veel nederlands moeten hebben gehad, maar dat is niet zo geweest, want die man die ik had gaf alleen maar toneel les aan ons.
We dachten toen ow wel leuk en deden gewoon mee, maar nu in het derde jaar heb ik zo’n spijt dat ik er niks van gezegt heb, want ik snap helemaal niks van nederlands nu.
En ik heb ook nog een super strenge vrouw voor Nederlands, dus dat zit ook niet mee, en als ze wat uitlegt dan is alles helemaal door elkaar en achtermekaar, en als je wat niet snap zegt ze kijk maar achter in je boek ( waar het dus niet staat ) of ze zegt je leert het thuis maar en stamt het maar in je hoofd.
Maar het gaat dus om de grammatica.
Ik snap al die woordsoorten gewoon niet.
Het gaat om deze woordsoorten :
-
~[b]Lidwoorden.
-
Zelfstandig naamwoord.
-
Bijvoegelijk naamwoord.
-
Zelfstandig werkwoord.
-
Koppel werkwoord.
-
Hulpwerkwoord.
-
Persoonlijk voornaamwoord.
-
Bezittelijk voornaamwooord.
-
Wederkerend voornaamwoord.
-
Wederkerig voornaamwoord.~[/b]
-
Ik heb morgen een so erover en omdat ik dit weekend echt zo’n berg huiswerk had, begin ik er een beetje laat mee, ik weet het is dom, maar de rest was ook belangrijk.
Maar ik hoop dat iemand mij het goed kan uitleggen en kan helpen ermee.
En sorry voor het lange lul verhaal
Liefs Sally.