Het licht in de duisternis

Hallo Menschen… ik heb nog nooit een verhaal op Girlscene gepost :’")
Dus dit is hierbij de eerste keer! ^^
Ik schrijf al wel heel lang verhalen en post ze altijd op andere sites… normaal schrijf ik fanfic, maar nu ga ik een keer geen fanfic schrijven wow! :]

Ik post nu de proloog (aardig lange proloog btw) laat me weten of je het wat vindt. Reacties waardeer ik erg, ook tips/tops/kritiek is welkom, dat helpt me beter te schrijven. ^^
voorraad heb ik nog niet geschreven, dus jullie zullen wel even moeten wachten op een nieuw hoofdstuk :wink:

xoxo’

~~
Proloog

‘Het spijt ons’. Dat zeiden ze, dat was de uitslag die het einde van mijn eerder zo perfecte leven betekende. Het was alsof ik in een roes verkeerde. De woorden drongen niet tot me door, of hadden min of meer geen betekenis. Ik zag mijn ouders naast me in huilen uitbarsten, mijn moeder schreeuwde dat het niet zo mocht zijn, dat ik nog te jong was om dood te gaan.
Ik snapte het niet.

‘Het spijt ons mevrouw, maar meerdere chemokuren zullen niks oplossen. De kanker heeft zich al te ver in het lichaam verspreidt…’ De arts slikte, alsof hij zelf ook moeite had met de uitslag. Waarom?
‘… ze moet de laatste zes tot twaalf maanden van haar leven genieten zolang het nog kan. Laat het rusten, meerdere behandelingen zullen jullie allen alleen maar kwellen. Hopen op genezing waar geen kans op is.’
Mijn moeders gesnik maakte me een beetje misselijk. Het klonk hard en schel en het deed pijn aan mijn oren.
‘Heb je nog vragen Emilie?’
Ja, duizenden. Wat was er aan de hand? Waarom voelde ik niks… was ik gevoelloos? Waarom snapte ik de simpele woorden ‘geen hoop meer’ en ‘te jong om dood te gaan’ niet? Snapte ik dan niet dat ik doodging… of wilde ik het gewoon niet snappen?
‘Nee.’ De dokter zuchtte en legde zijn hand op mijn schouder toen mijn ouders opstonden en ik automatisch hun handelingen kopieerde. ‘Als je een keer wel behoefte hebt om vragen te stellen, kun je altijd contact opnemen met het ziekenhuis. Vraag maar naar Hessel, dan krijg je mij meteen aan de lijn. Niemand hier van het personeel heet verder Hessel.’ En hij lachte.
Ik wist niet of ik mee moest lachen, of moest huilen – maar aangezien dat laatste niet leek te lukken glimlachte ik maar. Overtuigend kwam het vast niet over.
‘Kom je mee lieverd?’ vroeg mijn moeder en ze hield me stevig vast toen we samen de deur uitliepen. Waarom?

Een nare stilte heerste toen we met z’n allen in de auto zaten. Alsof we allemaal niet wisten hoe we moesten reageren. ‘Lieve schat, hoe voel je je?’ Was de vraag die de stilte doorbrak en meteen erop volgden vele meerdere geluiden.
Ik hoorde mijn moeder snikken en ze zocht blindelings naar mijn hand. Haar stevige greep voelde een beetje onprettig en ik probeerde opzij te schuiven, weg van mijn moeder die naast me in de auto was komen zitten. ‘Ik voel me prima,’ zei ik.
‘Wanneer ga je het Tom vertellen?’ Was de tweede vraag van mijn vader. Waarom lieten ze me niet gewoon met rust?
‘Wat vertellen?’
Mijn moeders blik betrok en schudde mismoedig haar hoofd. Daarna trok ze me dicht tegen zich aan en wiegde me heen en weer, sussend dat ze me wel begreep.
Ik snapte niet wat er gaande was, waarom deden ze zo mistroostig? Alsof ik afscheid moest nemen van alles waar ik van hield. De dokter had toch niks verkeerds gezegd? Hij had gezegd dat ik moest genieten… de laatste zes tot twaalf maanden. En daarna… dan zou ik bevrijd zijn van alle pijn.
Wat was daar verkeerd aan?
‘Ik hoef geen afscheid te nemen,’ mompelde ik en schudde me los uit mams greep. Daarna glimlachte ik en zei vrolijk dat ik vanmiddag Tom weer ging zien, die al zo’n twee jaar lang mijn vriendje was. Dat ik hem ging vertellen over de goede uitslag en ik zag mijn ouders elkaar een blik toewerpen via de achteruitspiegel. Ze keken alsof ik gek geworden was.
Maar misschien was ik dat ook wel.
Die middag kwam Tom bij me. Ik was op mijn kamer een blad aan het lezen en grijnsde breed toen hij binnenkwam, maar hij keek niet zo blij zoals hij anders deed wanneer hij me zag. En ik wist dat mijn ouders met hem gepraat hadden.
Mijn blik verduisterde, maar bleef hem aankijken. Tranen blonken in zijn ogen en hij bleef maar in de deuropening staan. Mismoedig.

‘Kom je niet bij me zitten?’ vroeg ik en toverde mijn vrolijke gezicht weer terug. Hij richtte zijn blik op de grond en knikte langzaam. Toen hij eenmaal naast me zat kon hij niet meer stoppen met huilen. Traan na traan stroomde over zijn wangen en hij bleef zijn neus maar ophalen. ‘Wat is er?’ vroeg ik onbegrijpelijk.
‘Snap je dat dan niet!’ riep hij en keek me wanhopig aan. ‘Ik wil je niet kwijt Em! Ik houd van je!’
Ik voelde mijn lip trillen, maar daarna glimlachte ik weer. ‘Je raakt me niet kwijt Tom. Ik zal er altijd zijn…’
‘Verdomme Em! Houd je jezelf niet voor de gek! Je gaat dood en dat weet je! Houd op met die ontkenning!’ Kwaad sprong hij op en trapte tegen de poot van mijn bureau aan.
‘Je raakt me niet kwijt Tom,’ zei ik bij het opstaan. Ik liep naar hem toe en legde mijn hand op zijn wang.
‘Ik zal er altijd zijn… hier…’ Ik slikte en glimlachte door mijn tranen heen. Verlegen wendde ik mijn blik af, keek hem weer aan toen de tranen verdwenen waren. Ik legde mijn hand op zijn hart en fluisterde: ‘Ik zal daar zijn.’

Goed begin! up

Upje! Verder, echt waar :grin:

Twee jaar geleden

Vandaag was de laatste dag van de zomervakantie. Hele dagen niks doen, slenteren in het dorp, me kapot vervelen, maar klagen dat ik te druk was als mijn ouders zeurden dat ik te weinig in huis deed.
En nu was de vakantie alweer voorbij. Als ik terugdacht aan het afgelopen schooljaar besefte ik pas hoe snel de tijd was gegaan. Ik klaagde over het vele huiswerk, over al die presentaties, verslagen en toetsen, en nu was de zomervakantie alweer voorbij. Dat was toch raar?
Aan het begin leek alles zover weg, ik weet nog hoe ik telkens de weken vooruit telde tot de zomervakantie en samen met mijn vriendinnen klaagde dat het een eeuwigheid duurde voordat die weken voorbij waren.

Ik slaakte een zucht en pakte mijn tas in voor morgen. Alle boeken die ik nog op het laatste moment had gekaft en natuurlijk had ik me weer in de stress gewerkt. Ik wachtte altijd te lang met dat soort dingen doen, maar uitstellen was iets wat ik niet af kon leren, hoe vaak ik er ook commentaar over kreeg.

Kort grinnikte ik toen ik mijn oude agenda nog even doorbladerde; de berichtjes van mijn vriendinnen, de plaatjes van bands waar ik gek van was, de tekeningen die ik maakte wanneer ik me verveelde en de naam van mijn vriendje Jonas.

Jonas… goh wat een avonturen had ik met die jongen beleefd. Mijn mondhoeken schoten omhoog toen ik eraan terugdacht. ’s Nachts stiekem wegglippen en overdag spijbelen enkel en alleen maar om bij hem te zijn. En nu was het uit tussen ons, hij was vreemdgegaan met dat wijf dat ik vroeger nog mijn vriendin noemde. Ik was hem nog steeds niet vergeten, maar nu het nieuwe schooljaar aanbrak wilde ik een nieuwe start maken.
Daarom gooide ik mijn agenda in de prullenbak en pakte mijn nieuw gekochte. Ik streek over het kaft, die nog mooi gaaf was en zei harddop: ‘Een nieuwe start. Een vervolgopleiding op een nieuwe school met een nieuwe klas. Ik ben er klaar voor.’ En ik stopte de agenda in mijn tas. ‘Ik ben er klaar voor,’ zei ik opnieuw.

Ik zal nu wat vaker posten. Ik wist niet dat ze hier een paar keer per dag stukjes posten, dat ben ik helemaal niet gewend haha :stuck_out_tongue: Vroeger op kindertent deden ze dat ook altijd, maar ik ben juist gewend om 1x in de week een lang hfst te posten. Maar ik zal me nu aanpassen. Als er tenminste nog mensen lezen haha

~

Een nieuwe start

‘Heel veel succes lieverd,’ zei mijn moeder me die volgende ochtend en ze kuste me uitbundig op mijn wang, streek over mijn haren en klopte op mijn schouder.
‘Het is maar school mam,’ antwoordde ik licht geërgerd en hees mijn tas over mijn schouder.
‘Maar wel een nieuwe school en je kent er niemand. Weet je zeker dat ik je niet hoef te brengen?’
‘Ik ben zestien mam, we hebben deze zomer al tien keer op en neer gefietst, ik denk dat ik de route nu wel weet.’
‘Mijn grote dochter, je ziet er goed uit,’ complimenteerde mijn moeder door. Maar ik doorzag de ware bedoeling, ze rekte tijd, zodat ze me uiteindelijk toch nog weg mocht brengen.
Daarom schudde ik me los uit haar strakke omhelzing, en wuifde met mijn hand. ‘Dank je mam, tot vanmiddag.’
Ik trok de deur open en liep naar de schuur waar ik mijn fiets pakte. ‘Weet je zeker dat ik je niet-’
‘Nee mam!’ schreeuwde ik en fietste gauw weg, voor ze me van de fiets trok en in de auto duwde.
Serieus. Zo gek was ze echt wel.

De fietstocht viel zoals verwacht reuze mee. Ik had zelfs wind mee en dat betekende dat mijn haar niet compleet belachelijk zou zitten en mijn mascara niet onder aan mijn hoofd zou zitten. Of was ik de enige die daar last van had?
Hoe dan ook, eenmaal op school dropte ik mijn fiets in de fietsenstalling en huppelde – oh god, hopelijk had niemand dat gezien. Oké, rug strekken, schouders naar achter – of borst naar voren, maar dat hield hetzelfde in – haar zwiepen, lippen tuiten – nee dat hoorde er niet bij. Dat deed je alleen wanneer je een leuke jongen in het vizier had en je hem wilde verleiden. En dat wilde ik nu niet, ik wilde serieus zijn, geen jongens, niet meer langer lang leve de lol. Enkel hard leren en focussen op mijn doel; dierenarts worden.

Ik gniffelde om mezelf. Wie hield ik voor de gek? Natuurlijk was de lol nog niet over en de jongens al helemaal niet. Hard leren was niet voor mij bestemd, ik was degene waarvan ze zeiden: ‘’Met de hakken over de sloot’’ en ‘’Wat een schandaal, als dat mijn dochter was zou ik d’r eens streng aanpakken!’’
Ik wilde een nieuwe start, zeker weten. Maar veranderen kon ik niet en dat wilde ik ook niet. Nu ik jong was wilde ik nog genieten, dat was toch volkomen normaal?
‘Emilie? Ben jij dat?’

Ik reageerde door om te draaien en keek recht in het gezicht van Jonas, die me eerst verbaasd en toen blij aankeek. Jonas… shit hoelang stond hij daar al?! En hoelang stond ik hier al midden op het schoolplein. Oh god, ik had mezelf meteen weer compleet belachelijk gemaakt.

‘Gaat alles goed?’
Ik giechelde zenuwachtig en voelde het bloed naar mijn wangen stromen. ‘Hoelang stond je daar al?’
‘Waar?’
‘Achter mij.’
Hij haalde zijn schouders op. ‘Ik kwam net aanlopen, hoezo?’
‘Wat doe je hier?’ ontweek ik zijn vraag en verplaatste mijn gewicht van het ene naar het andere been toen ik nerveus zag dat ik over vijf minuten in het lokaal moest zijn.
‘Ik ga de opleiding dierengeneeskunde studeren, en jij dan? Ik dacht dat jij fysiotherapeute wilde worden?’
Ik maakte aanstalten om weg te lopen. ‘Fysiotherapeute? Hoe kom je daar nou weer bij?’
‘Dat had je tegen me gezegd? Dat je in Amsterdam ging studeren en daarom op kamers ging, dat je me waarschijnlijk nooit meer zou zien en dat je daar samen heen ging met je vriend? Daarom was ik zo verbaasd je hier tegen te komen. Zit je ook in klas 1K?’

Mijn voelde mijn wangen vuurrood worden, en vlug draaide ik me om, mompelend over te laat in de les komen. ‘Sorry ik moet gaan,’ mompelde ik, terwijl en liep vlug weg, eer hij iets kon zeggen.

Iris! Dit verhaal is echt goed :grinning: Ik lees het nu pas… en je laatste post is al weer meer dan een maand geleden, maar toch. UPUPUP!

Goed geschreven!