Dit topic gaat over school over iets wat ik morgen af moet hebben, maar ik vind het een beetje moeilijk. Ik moet een presentatie over een gedicht houden en dus ook onder andere vertellen of er beeldspraak of stijlfiguren in zitten. Dit is het gedicht:
Een zucht is onzichtbaar
Net als de wind
De nacht is onzichtbaar
Als de dag begint
Onzichtbaar zijn de dingen
Die ik kwijt ben
Die ik nooit meer vind
Maar
Met mijn ogen dicht
Zie ik alles
Wat mijn hoofd verzint
Maar ik weet dus niet zeker over sommige dingen nou stijlfiguren zijn of niet. Bijvoorbeeld:
“mijn hoofd verzint” is dit een personificatie?
“met mijn ogen dicht zie ik alles” is dit een paradox?
“een zucht is onzichtbaar” is dit synesthesie? een zucht is een geluid toch?
“onzichtbaar zijn de dingen” is dit inversie?
etc etc
Ik zou het heel fijn vinden als jullie mij willen helpen!