hey, het lijkt me erg leuk om later iets te gaan doen met schrijven ofzo… wat vinden jullie van dit hiervan ?
[b]Haar tranen rolden over haar wangen.
Met haar rode, betraande ogen keek ze me aan.
Ik slikte. Ik zag hoop in haar ogen.
Een nieuwe traan rolde over haar wang.
Haar snikken was het enige geluid dat ik hoorde. Ik was bang, dat voelde ik. Maar waarom? Ze kon me niets doen en ik had haar toch niets aangedaan.
‘Wat moet ik nu doen?’, vroeg ze mij met haar zachte stem.
Ze was mijn vriendin, dat wist ik. Wat ik niet wist, was hoe ze dit moest oplossen.
Ik gaf haar een knuffel en fluisterde in haar oor dat het allemaal goed zou komen. Een beetje valse hoop kon nooit kwaad.
Ze gaf me een kus op mijn wang en droogde haar tranen.
‘Ik ga even koekjes halen’, ze stond op en liep naar beneden.
Snel keek ik op mijn mobiel, alsof ik wist dat ik een sms’je had.
Hey, heb je Britt al een beetje getroost? UknowIloveyou. Xx Mark
Mark was mijn vriendje. Nog nooit had ik zo’n lieve jongen ontmoet.
Terwijl ik een sms’je terug wilde sturen, hoorde ik voetstappen op de trap. Snel stopte in mijn mobiel terug in mijn zak.
Britt kwam haar kamer binnen met een schaal vol met chocolade-koekjes. ‘Mmmh… lekker!’.
Zonder iets te zeggen namen we een koekje.
Ik dacht na over de afgelopen week.
Uit het niets waren de problemen van Britt komen aandrijven.
Nu sliep ik hier al twee nachten om haar dag en nacht te helpen. Ik vond het heel erg moeilijk, vooral als ze een huilbui kreeg.
Alles kwam dan weer boven en werd haar teveel.
Dat deed mij ook veel pijn. Als ze huilde, dan huilde ze heel oprecht. Vanuit pijn diep vanbinnen.
Dan was haar wanhoop zo duidelijk te zien. Dit was een rottijd voor haar. Voor mij niet.
Op zich ging alles voor mij heel goed; had bijna nooit ruzie met wie dan ook, mijn hele familie was gelukkig en ik had net een maand verkering met Mark.
Bij Britt bleek dit allemaal andersom te zijn.
Het was een gewone schooldag. 3e uur. Engels.
Terwijl de Engelse lerares een Engels verhaal voorlas, zag ik de eerste traan rollen over de wangen van Britt.
Maar precies voordat de lerares opkeek, veegde ze haar traan weg.
Ze snikte niet, ze huilde.
Ook toen wist ik niet wat ik moest doen. Als ik haar ging troosten, zou de hele klas weten dat Britt huilde. En ik wist dat Britt dat heel erg vond.
Hey, huil je ? xx
Vluchtig had ik een briefje naar haar geschreven en op de tafel naast mij neergelegd.
Ze veegde de volgende traan uit en las het briefje.
Het duurde even, maar toen pakte ze haar pen en schreef haar antwoord.
Haha, wat lief dat je bezorgd bent ! niets aan de hand. xx
Ik zuchtte, dat was niet waar. Britt huilde niet zomaar en dan al helemaal niet in het openbaar, in de klas bijvoorbeeld.
Maar ik kon haar niet dwingen om te vertellen wat er was en ging weer luisteren naar het Engelse verhaal.
Ik kon zien dat ze weer gehuild had.
Haar rode ogen en haar make-up wat er nog maar half op zat verraadde dat.
‘Vertel eens wat er is’, we bleven staan en ik keek haar aan.
Ze keek naar de grond en haalde haar schouders op. ‘Niets’, was het antwoord.
‘Jawel, waarom huilde je anders in de klas en ik zie dat je net ook gehuild hebt.
Ze bloosde, ‘Mijn vader is weg’. Ze draaide zich om en wilde weglopen.
Na twee grote stappen had ik haar ingehaald. Ik stond voor haar, oog in oog.
Ik zag een traan opvloeien. Met veel kracht werd ik aan de kant geduwd en liep Brit alsnog verder richting andere vriendinnen.
Ze veegde haar traan weg en deed alsof er niets aan de hand was.
Het was pauze en iedereen was buiten, het leek alsof iedereen vrolijk was. Maar niet dus.
Terwijl ik langzaam begon te lopen besefte ik dat waarschijnlijk iedereen zijn eigen problemen had.
Ik versnelde mijn pas en er verscheen een glimlach op mijn gezicht.
Ik liep richting Mark, mijn vriendje.
We knuffelde elkaar en Mark verluisterde iets liefs in mijn oren. Ik vergat alles en iedereen. Bij hem voelde ik me heel gelukkig.
Drieënhalve week geleden had Mark mij mee uit gevraagd naar de bioscoop.
Het bleek een hele romantische film te zijn en op het hoogtepunt van de film, hadden wij ook ons persoonlijke hoogtepunt.
Onze, en ook mijn, eerste zoen. Het was geweldig en ik was in de wolken.
Toen had ik eindelijk wat ik al heel lang wilde. Verkering met Mark.
Dat was het enige wat nog ontbrak aan mijn, eigenlijk, perfecte leventje.
We waren gaan liggen in het gras. Ik vond het heerlijk om lekker knus tegen mark aan te liggen. Er werd over ons geroddeld dat we te klef waren, maar dat maakte ons niet uit. Wij waren verliefd en deden dus gewoon waar wij zin in hadden.
De bel ging en we gaven elkaar nog een dikke zoen voordat we ieder naar een andere klas liepen.
Ik liep naar mijn vriendinnen, Britt stond er ook bij.
Ze negeerde me, dus deed ik dat ook maar. Samen met mijn vriendinnen liepen we naar de volgende les, muziek.[/b]
nieuw stuk:
Het was weer goed tussen Britt en mij. Ze had me gisteravond opgebeld om te zeggen dat het haar speet. We hadden er nog even over gepraat, maar nog steeds wilde ze niet vertellen wat er was.
Ik was ontzettend blij dat het weer goed was. We kende elkaar via onze ouders. Onze moeders waren beste vriendinnen en soms moesten wij dan mee. Toen bleek dat we naar hetzelfde niveau zouden gaan, hadden we aangevraagd of we bij elkaar in de klas mochten. En dat mocht.
We gingen naast elkaar zitten en het klikte meteen. We hadden nog nooit ruzie gehad. Niet eens een discussie.
Dit was de eerste keer. Het had maar één middag geduurd, ik had haar ontzettend gemist en ik was bang haar te verliezen.
Ik voelde me heel gelukkig toen ik de naam van Britt in het schermpje van mijn mobiel zag staan.
Een apart gevoel vulde mijn maag en ik voelde mijn mondhoeken langzaam omhoog gingen.
Nadat ik had opgenomen, was Britt meteen begonnen met haar verhaal. Ze had niet zo kortaf moeten reageren en ze beloofde het nooit meer te doen. ‘Waar is je vader?’.
De stilte brak aan. ‘Vraag maar niet’, was het antwoord.
Ongemakkelijk verbraken we de verbinding. Maar het was goed, ten minste dat dacht ik. Dat hoopte ik.
nieuw stuk:
‘Hoi’, ik had al mijn moed bij elkaar gesprokkeld om dat te zeggen tegen mijn beste vriendin. Dat voelde zo vreemd. Een paar weken geleden was dat automatisch gebeurd.
‘Hoi’.
Allemaal zinnen spookten door mijn hoofd, ik wist niet wat ik nu moest zeggen en een de dodelijke stilte begon.
Een beetje ongemakkelijk keek ik om me heen.
Voor het eerst voelde ik het geluk van: ‘ saved by the bell ‘.
Meteen liep ik, bijna rennend zo snel, weg van Britt. Verward liep ik door de gangen van de school.
Zonder een eindbestemming. Ik wist niet meer wat ik moest doen.
Om me heen werden deuren dichtgegooid en ik besefte dat ik alleen in de gang stond.
Waar moest ik heen? O ja, geschiedenis.
Aangekomen bij het geschiedenis lokaal klopte ik drie keer op de deur en deed de deur open.
Ik stapte het lokaal binnen, het was helemaal stil.
Meneer Bruinsma liep op me af. ‘Zo dame, waar kom jij vandaan?’.
Ik slikte en zei: ‘Van de gang, ik was verdwaald. Nee… ik…’
‘Tess van Kampen, je bent te laat! Uit mijn les. Nu!’.
Dat was te verwachten. Hij had me nooit gemogen. Altijd was ik degene die alles moest ophalen voor hem en degene die de hoogste straf kreeg.
Ik gooide de deur met een harde klap achter me dicht en liep naar het schoolplein.
Ik plofte neer in het gras en voelde de eerste traan vloeien.
Ik had dit nog nooit gevoeld. Ik miste mijn vriendin.
nieuw stukje:
Tess?’, ik hoorde een zachte stem achter me. Ik keek om en keek in de ogen mijn beste vriendin, tenminste ik dacht dat ze dat was.
Ik stond op en knuffelde haar. ‘Weetje Britt, ik heb je gemist.’.
‘Ik jou ook’.
‘Wil je me alsjeblieft vertellen wat er met je is?’, ik was zo bezorgd om haar.
Britt keek naar de grond en schudde zachtjes haar hoofd. ‘Sorry’.
Ze draaide zich om en liep weer weg. Zij was weg en mijn tranen kwamen terug.
nieuw stuk:
In een keer was ik het zat. Als zij het niet wilde vertellen, dan was dat haar probleem.
Ik ging mijn humeur niet laten verpesten door haar. Uit kwaadheid rende ik naar de fietsenrekken en fietste weg.
Ik fietste heel snel, want ik wilde naar huis en wel nu! Ik fietste de straat in, zette mijn fiets in de tuin en stak de sleutel in sleutelgat.
Maar de deur was al open. Dus mijn moeder was thuis. O nee, voor mijn moeder was school het belangrijkste en die zou het nooit goed vinden als ik uit boosheid naar huis ging.
‘Schat? Wat doe jij hier?’. Verbaasd deed mijn moeder de voordeur open.
Zonder iets te zeggen liep ik naar binnen, wachtend op haar preek.
‘Waarom ben jij niet op school? Ben je niet lekker? Want dan kun je altijd bellen, dat weet je hè? Schat, wat is er nou ?’.
‘Er is iets met Britt, maar ze wil niet zeggen wat. En ik was de geschiedenisles uitgestuurd omdat ik te laat was en toen kwam Britt en toen…’, mijn verhaal werd onderbroken.
‘Er is niets aan de hand dus?’, mijn moeder werd kwaad en haar preek eindigde ermee dat ik meteen het huis moest verlaten en terug moest gaan naar school.
nieuw:
Huilend van de schrik liep ik naar buiten. ‘Tess? Wat is er? Kom eens bij mij’, de buurvrouw. Zij was zo’n lieve vrouw.
Zij voelde als een tweede moeder voor mij.
Snel liep ik naar haar toe, knuffelde we even en gingen samen naar haar huis. Ze gaf me een kopje thee en ik vertelde haar nu het hele verhaal.
De buurvrouw was therapeute, dus reageerde heel goed op problemen. Dat vond ik zo fijn.
Nadat ik mijn hart had gelucht mocht ik met haar mee boodschappen doen en bleef ik bij haar lunchen. Toen kreeg ik nog een kopje thee, maar toen moest ik echt weg omdat ze zo een cliënt zou ontvangen. Nog even snel vertelde ik haar over hoe leuk Mark was en toen deed ik de voordeur open om weg te gaan.
Haar cliënt stond al in de tuin, ze zette net haar fiets op het slot.
Ze keek op en schrok. Haar cliënt was Britt.
nieuw:
‘Hoi’, bijna fluisterend zei Britt dat.
‘Waarom ben jij hier?’, nee, mijn nieuwsgierigheid was nog lang niet over. Even draaide ik me om en keek in de ogen van mijn buurvrouw. Zij zei niets.
‘Gewoon, waarom ben jij hier?’.
‘Het is mijn buurvrouw’.
‘O ja, nou ik ga naar binnen’, langzaam liep naar de deur toe, waar ik stond.
Ik probeerde me sterk te houden, terwijl ik dacht aan alle problemen die Britt kon hebben.
‘Tess’, ik hield haar tegen. ‘Als ik je verteld waarom ik bij mijn buurvrouw was, vertel jij dat dan ook?’.
Ik hoopte op een positief antwoord, maar dat kwam niet. Ze zweeg.
‘Je weet dat ik naar huis ben gegaan, toch? Nou, toen was mijn moeder thuis en die vind dat natuurlijk niet goed. Er kwam toen een hele preek en ik moest terug naar school. Ik huilde toen ik het huis uitliep en daar stond mijn buurvrouw in de tuin. Van haar mocht ik bij haar komen en ik ben daar de rest van de dag gebleven’.
Hoopvol keek ik in haar ogen. Hopend op haar verhaal.
Even stond alles stil. Britt verbrak dat, ze drong zich naar binnen.
‘Doei’, het voelde alsof ik tegen een muur praatte. De buurvrouw zwaaide nog even naar mij en sloot toen de deur.
Ik liep naar huis, maar ik was de tuin van de buurvrouw nog niet uit of ik bedacht een plan.
new
[b]‘Waarom vertel je haar niets? Ik denk dat ze je heel goed kan steunen, echt waar’. Een stilte.
‘Ik wil niet dat ze me zielig vind, snap je? Dat ze daardoor anders met me om gaat’.
Vol spanning zat ik aan de andere kant van de muur van de kamer waar Tess en mijn buurvrouw aan het praten waren.
Ik was ze aan het afluisteren, maar tot nu toe had ik nog niets bijzonders opgevongen.
‘Denk je niet dat als je zo doorgaat, zij op het laatst helemaal niet meer met jou omgaat?’.
Telkens had ik de neiging om op te staan en haar te vertellen dat ik er voor haar zou zijn, maar dat kon niet. Jammer genoeg.
‘Ja, dat snap ik. Zal ik…’.
Mijn nieuwsgierigheid steeg. Waarom zei ze niets meer?!
‘Wat wil je doen?’, mijn buurvrouw was waarschijnlijk ook benieuwd.
‘Ik dacht, ik kan haar wel even bellen om wat af te spreken en dat ik haar dan alles uitleg. Is dat een goed idee?’, ze klonk heel onzeker.
‘Tess, dat is een heel erg goed idee. Dat is goed voor jullie allebei’.
Allemaal vreugde ging door me heen.
Ze ging het mij vertellen en dan kon ik haar, eindelijk, helpen.
Opeens voelde ik iets trillen in mijn broekzak en wist ik dat het mis was. Hij stond niet op stil.
Eerst gaat ‘ie trillen en dan begint het. Nog snel pakte ik mijn mobiel, maar ik was te laat.
Het was al begonnen. Mijn beltoon ging. Ik slikte.
‘Wat doe jij?!’, mijn buurvrouw stond, nogal boos, door het raam naar mij te kijken.
Wanhopig keek ik omhoog.
Ik bleef kijken naar de tafel. Ik keek niet omhoog en ik ging haar al helemaal niet aankijken.
‘Britt’, mijn buurvrouw wenkte Britt.
Voorzichtig keek ik omhoog en zag dat Britt ergens tegenop zag. Ze ging mij iets zeggen. Het bleef nog een paar minuten stil.
‘Of ik doe het’, fluisterde mijn buurvrouw uiteindelijk. Britt knikte en ademde in om iets te gaan zeggen.
Ze stond op, ‘Tess, dit ga je aan niemand doorvertellen’. Langzaam ging ze weer zitten.
‘Het gaat over je vader toch?’, zei ik heel voorzichtig. Ze knikte.
‘Hij heeft een ander, maar dat is nog niet alles’. Nog niet alles? Wat kon er nog meer zijn? [/b]