Als je tegen iemand zegt word(t) bang of word(t) jaloers. Moet het dan met of zonder t?
Ik word jaloers.
Jij wordt jaloers.
Word toch lekker jaloers joh!
Bij het laatste is het zonder t, omdat dit de gebiedende wijs is. Er staat dan geen onderwerp in de zin.
Zonder.
Het is de gebiedende wijs, daarbij komt geen t. Je zegt ook niet ‘Loopt door!’
Verander het werkwoord door maken of lopen.
Je zegt toch ook niet: maakt jaloers of loopt jaloers? Dan zou je zeggen loop jaloers.
En dan maakt het niet uit dat de zin niet klopt, het gaat om het werkwoord.
Of smurfen, door het te vervangen voor een ‘niet bestaand’ woord is het makkelijker en twijfel je minder snel maar het is maar wat het voor jezelf makkelijker maakt
Als het in de ik vorm ‘ik word bang’ en ‘ik word boos’ bedoelt; GEEN T.
De T komt er alleen achter als de Stam (de ik vorm) al een D bevat en je hem gaat vervoegen in de jij/hij vorm. In die vorm komt er dus altijd een T achter (tenzij hij er al staat).
Ik loop - ik word - ik smurf- ik vind
Hij loopt - hij wordT - hij smurft- hij vindt
De T komt er alleen in de hij/zij vorm achter ookal staat er dus al een D.
In de gebiedenderwijs komt er nooit een T achter want dit is altijd de ik vorm (stam).
gaat wel over meld/meldt
Meld u aan is een gebiedende wijs of imperatief. De gebiedende wijs wordt uitgedrukt door de stam van het werkwoord en wordt gebruikt zonder onderwerp. Een gebiedende wijs als meld u aan zorgt wel eens voor spelproblemen doordat het wederkerend voornaamwoord u achter de werkwoordsvorm staat. In deze zin is u het lijdend voorwerp. Meld u aan is bijvoorbeeld vergelijkbaar met meld de veranderingen, waarin de veranderingen het lijdend voorwerp is.
In zinnen als meldt u zich aan of loopt u maar door krijgt het werkwoord wel een -t. Deze zinnen hebben weliswaar een aansporende, bevelende strekking, maar bevatten geen gebiedende wijs. Het gaat in deze zinnen om een soort beleefdheidsvorm, een afgezwakte vorm van de gebiedende wijs. U is in deze zinnen geen wederkerend maar een persoonlijk voornaamwoord en is bovendien het onderwerp van de zin. De werkwoordvorm komt overeen met het onderwerp (tweede persoon enkelvoud) en krijgt dus een -t.
Er is een manier om te bepalen of u in meld u aan (en wind u niet op, verantwoord u bij de directie, houd u aan de overeenkomst enzovoort) een wederkerend voornaamwoord is. Als dat namelijk het geval is, is het vervangbaar door uzelf. Vervang daarom u bij twijfel in gedachten door uzelf. Als dat een goede zin oplevert (meld uzelf aan, wind uzelf niet op enzovoort), dan weet u dat u geen persoonlijk voornaamwoord is, maar een wederkerend voornaamwoord. De werkwoordsvorm is dan een gebiedende wijs en krijgt geen -t. In meldt u zich aan, loopt u maar door en wordt u alstublieft niet boos is vervanging door uzelf niet mogelijk (meldt uzelf zich maar aan, loopt uzelf maar door, wordt uzelf alstublieft niet boos zijn uitgesloten).
Dit is een gebiedende wijs en dat is altijd zonder.
Als je twijfelt, zet er een woord als ‘maak’ in de plaats, dan hoor je automatisch of er wel of geen -t achter komt.
Daar was laatst een topic over. Daar stonden echt super veel regeltjes, tips en schema’s in ik zou eventjes zoeken via google ofzo. Dan krijg je vast veel!
Je kunt 't het makkelijkste doen door het woord te vervangen door lopen of werken.
Hij loopT = hij wordT
ik loop = ik word
loop ik = word ik
loopT hij = wordT hij
Ik geloof dat brokenmirror dat geopend had, misschien dat dat je zoekopdracht makkelijker maakt
Jee… Gebiedende wijs… Die goede oude tijd van het vak Nederlands. Ik ben die hele theorie achter grammatica allang weer vergeten.